Het Vlaamse blazoen opgepoetst

Tijdens de zestiende eeuw waren wandtapijten het belangrijkste Vlaamse exportproduct. Vandaag zijn ze over de hele wereld verspreid en vinden veel stukken de weg naar Vlaanderen terug. De Mechelse Koninklijke Manufactuur De Wit is restaurateur met internationaal renommee.

Meer dan honderd jaar ervaring maken van Manufactuur De Wit een bedrijf met wereldfaam op het vlak van het reinigen, restaureren en conserveren van historische wandtapijten. De tapijtenreeks Los Honores die momenteel in Mechelen is te zien, is maar een van de prachtige collecties die de Manufactuur over de vloer krijgt. Ook andere belangrijke en prestigieuze conservatieprojecten van wandtapijten komen naar Mechelen. Momenteel hebben zij ook de wandtapijten van de kathedraal van Straatsburg in huis, vijfentwintig stukken van het Museé des Arts Décoratifs in Parijs, een deel van de collectie uit The Art Institute van Chicago en vele anderen.

Vijfenzeventig procent van de restauratie- en reinigingsopdrachten komen uit het buitenland. Op de referentielijst staan de belangrijkste musea en instellingen over de hele wereld. Wandtapijten uit de Benelux, Duitsland, Engeland, Frankrijk, Oostenrijk, Zweden, Noorwegen, Denemarken, Zwitserland, Italië en de Verenigde Staten worden door De Wit onder handen genomen. In alle landen waar belangrijke wandtapijten aanwezig zijn, is de concurrentie van De Wit ook actief. De concurrenten in Frankrijk, Engeland en Spanje werken meestal voor eigen land. “Bij mijn weten zijn er geen ateliers die, zoals wij, in die mate op de internationale markt aanwezig zijn. Wij moeten wel, want België is te klein,” zegt Yvan Maes De Wit.

Zijn reputatie is voor een groot deel te danken aan de technieken die hij gebruikt om oude wandtapijten hun glorie terug te geven. Tien jaar geleden ontwikkelde hij de reinigingstechniek met aerosol, waarbij de aerosol boven het weefsel wordt verneveld en er doorheen gezogen wordt. Het weefsel ondergaat daardoor geen enkele manipulatie, kan niet krimpen en de wateronvaste kleuren kunnen lateraal niet uitlopen. Ondertussen controleert de computer de goede werking van de methode en na twee uur is het tapijt droog.

Dat de conservatiemethodes een voorbeeld voor anderen zijn, bewijst de didactische film die het onderzoekslaboratorium van de Monuments Historiques de France in Mechelen opnam. De film gaat over de conservatie van wandtapijten zoals die bij De Wit werd ontwikkeld en is bestemd voor alle inspecteurs en museumconservatoren in Frankrijk. “Frankrijk is voor ons altijd een moeilijke markt geweest. De staatsinstellingen geven hun opdrachten liever aan eigen, Franse ateliers. Bij opdrachten van privé-ondernemingen hebben we wel een vinger in de pap dankzij openbare aanbestedingen,” zegt De Wit.

Het binnenhalen van Los Honores was voor de Manufactuur een prestigieus project. De Wit: “Dit is niet de eerste keer dat we voor Patrimonio Nacionál werken. Deze organisatie beheert alle kunstwerken en eigendommen van de Spaanse musea en er zijn in Spanje heel wat wandtapijten. In 1993 restaureerden we al enkele wandtapijten die nu op de tentoonstelling De Gouden Eeuw van Brussel. Wandtapijten van de Spaanse kroon zijn te bezichtigen in de Sint-Michiels- en Sint-Goedelekathedraal in Brussel. Momenteel behandelen we ook de tapijten uit de kathedraal van Zaragoza. We waren dus geen onbekenden voor de Patrimonio Nacionál.”

De totale behandeling van de reeks Los Honores, die bestaat uit negen wandtapijten van elk vijf meter hoog en acht tot tien meter breed, duurde elf maanden en alle veertien restaurateurs werkten eraan mee. De totale kosten voor het reinigen en conserveren van de tapijten bedroegen iets minder dan 10 miljoen frank. Het verzekeringsbedrag van de tentoonstelling ligt vast op 1 miljard frank.

Tot en met de jaren zeventig was de Manufactuur, onder leiding van Gaspard De Wit, bijzonder actief in het weven van stijlwandtapijten (geweven naar oude tekeningen) en modernere exemplaren. “Toen ik de Manufactuur overnam was de productie van handgeweven wandtapijten economisch niet meer haalbaar,” vertelt kleinzoon Yvan. “Daarom heb ik toen het accent verlegd naar de restauratieafdeling. De traditie van weven is blijven bestaan, maar ze is zeer beperkt en is meer een prestigezaak.” Het bedrijf is vandaag nog steeds voor 100% in handen van de familie Maes De Wit.

In 1898 startte Theo De Wit zijn manufactuur in Mechelen. Het ging hem voor de wind, maar in de woelige jaren zeventig veranderde alles voor het bedrijf. Twee andere manufacturen in België moesten hun deuren sluiten. Handwerk werd immers te duur, de concepten in de moderne kunst evolueerden en de mode veranderde. Kortom: de vraag naar originele wandtapijten bleef uit. Toch hield Manufactuur De Wit als enige in België het hoofd boven water en in 1979 nam Yvan Maes De Wit de leiding van het bedrijf over. “De opvattingen over het herstellen van historische tapijten zijn geëvolueerd. Vroeger werden kapotte stukken helemaal opgelapt. Nu mogen we zo weinig mogelijk nieuwe elementen inbrengen. Het accent ligt meer op het fixeren van het wandtapijt of het vermijden dat oude elementen verder kapotgaan.”

In 1982 verhuisde de Manufactuur naar het voormalige refugiehuis van de abdij van Tongerloo. Dit historische pand uit 1484 ligt in het hart van Mechelen. Naast het atelier biedt het pand onderdak aan een zestal tentoonstellingsruimten met wandtapijten die voor het publiek openstaan. Geregeld worden tijdelijke tentoonstellingen georganiseerd in eigen huis, in binnen- of buitenland, zoals nu Los Honores.

In het atelier werken veertien restaurateur-wevers. Daarnaast leiden drie bedienden de administratie in goede banen en zijn er zes gidsen die de rondleidingen op het bedrijf en in de expositieruimten verzorgen. Een tekort aan geschikt personeel is er niet. “Als er bij ons een vacature voor restaurateur-wever vrijkomt, kunnen wij meestal rekenen op vijftig tot honderd reacties uit alle mogelijke opleidingen. Van een opleiding textiel tot mensen van de kunstacademie. Voor mij zijn twee voorwaarden belangrijk: ze moeten handig zijn met naald en draad en ze moeten erg gemotiveerd zijn.” Vervolgens begint De Wit van nul. Hij investeert veel geld en tijd in zijn eigen opleidingen. Niet alleen de nieuwkomers, ook de ervaren mensen worden voortdurend bijgestuurd omdat de technieken zeer snel evolueren.

Sommige wandtapijten blijven vijf jaar in Mechelen. Zoals de collectie van Kanton Vaud uit Lausanne, Zwitserland. Sinds 1995 werkt het atelier aan de conservatie van de volledige collectie van honderd wandtapijten, die als de belangrijkste conservatieopdracht in de textielwereld wordt beschouwd.

Ondanks zijn opleiding als econoom hoort Yvan Maes het woord rentabiliteit niet graag. Zolang het bedrijf normaal rendeert op lange termijn is de zaakvoerder tevreden. In 1998 haalde het bedrijf een uitzonderlijk omzetcijfer van 91,3 miljoen frank. Zo’n veertig miljoen daarvan is afkomstig van de verkoop van één wandtapijt. “Het kopen en verkopen van antieke wandtapijten gebeurt voornamelijk in samenwerking met Bernard Blondeel. We zijn twaalf jaar geleden beginnen samenwerken toen hij als antiquair in Antwerpen gevestigd was. De Manufactuur en Blondeel zijn eigenlijk samen groot geworden,” zegt Yvan Maes De Wit.

Voor hem telt voornamelijk het culturele aspect van de zaak. Kunnen werken met de mooiste stukken uit de wereld geeft hem de grootste voldoening. “En er zijn meer wandtapijten in de wereld dan je zou denken. Het probleem is niet hoevéél er zijn, het probleem is meestal van financiële aard: hoeveel geld hebben musea, staatsinstellingen of privé-ondernemingen veil om wandtapijten te laten reinigen of restaureren?”

olga sophie

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content