Het verhaal van sterke regio’s

Technoland de nieuwste editie van Flanders Technology International past in de jongste economische inzichten over de natuur en de evolutie van de wereldhandel. De stelling dat het belang van de prijs van producten en diensten op de wereldmarkt krimpt, terwijl het belang van kwaliteit en uniciteit groeit, krijgt meer aandacht. Aan de nieuwe vraag wordt voldaan in gebieden met een sterke samenhang tussen productontwerper en toeleveranciers, tussen bedrijven en schoolsysteem, tussen politici en wetenschappers. Deze gebieden heten technology district. Vlaanderen heeft alles om een technology district van wereldallure te zijn.

De naam werd volkser en schaart zich bij Bierland, Fruitland, Kinderland, Autoland, Danceland, Carpetland. In de Gouden Gids staan er nog honderd. Technoland is een plezierig spektakel ; is het echter ook noodzakelijk of eerder een speeltje tussen voedingsbeurzen, vakantiesalons, autoshows om de voogd de Vlaamse regering een alibi voor propaganda van dingetjes met chips te geven ? Op Xeikon, Lernout & Hauspie, Innogenetics, PGS, Barco, FICS en cs. mag men trots zijn, in de totale toegevoegde waarde van onze economie wegen ze vandaag een pluim. Technoland verspreidt de kennis over de nieuwste producten en diensten buiten de kring van de wetenschappers en het handvol Vlaamse hightech-ondernemers. De show verhoogt de kansen van Vlaanderen om zich te profileren als een technology district naast Ile-de-France, Toulouse, Baden-Württemberg, Rhône-Alpes, Silicon Valley, Noord-Italië. Het begrip technology district is niet beperkt tot hightech ( knowledge district, kennisregio, zou een betere omschrijving zijn). Een typisch Vlaams technology district van ietsje oudere datum is de tapijtenbranche naast de autostrade Gent-Kortrijk (samen met de stad Dalton in Georgia, VS, de wereldleider) ; een nieuw technology district kan Flanders Language Valley in Ieper worden, aansluitend op de spraaktechnologie van Lernout & Hauspie. Technology districts buiten de hoogtechnologie zijn de modebuurt in Parijs en de filmbusiness in Hollywood.

Is wat Gent toont en beoogt zinloze dromerij in een wereld van delokalisering en globalisering ? De mondiale huishouding draait rond wedijver op basis van comparatieve kosten, zegt de huidige theorie ; comparatieve kosten waarbij België, Vlaanderen verzwakken. Of laat de leer van de sacrosancte comparatieve kosten een deel van de nieuwste werkelijkheid ongedekt ?

Michael Storper van de University of California is later gevolgd door Kenichi Ohmae (ex- McKinsey Tokyo) in zijn boek The End of the Nation State, the Rise of Regional Economies (’95) een belangrijke vernieuwer van de internationale economieleer. Storpers visie werd uitgeschreven in Limits to Globalisation : Technology Districts and International Trade (’92). De wereldeconomie is een mozaïek van gespecialiseerde technology districts, geen eenheidsworst, aldus Storper. De geëxporteerde producten en diensten worden een belangrijker onderdeel van de wereldeconomie en deze producten en diensten worden steeds gespecialiseerder. De specialisering kan niet enkel verklaard worden door de comparatieve kosten of de schaal van een economie. Er is meer aan de hand. De kennisvoorsprong van de exporteur is significant voor zijn succes. Die kennisvoorsprong wordt gevoed en onderhouden in regio’s die maximale kansen geven aan lerende ondernemingen (product based technological learning). Het technology district Vlaanderen bezit de sleutels om de specialisatie op te voeren. De specialisatie leidt tot meer en niet tot minder afhankelijkheid van de directe omgeving. In een grenzenloze wereld met zijn footloose bedrijven het stereotiepe beeld wordt de welvaart geproduceerd in een handvol geografische gebieden. Wie hier een toekomstproject zoekt, heeft er een.

F. Cr.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content