Het rode potlood
A f en toe word je geconfronteerd met een opmerkelijk voorbeeld van achteruitgang. Het uitbrengen van je stem bijvoorbeeld. Dat gebeurt steeds meer met het oude, vertrouwde rode potlood. De gemeenteraadsverkiezingen in Nederland van begin deze maand waren hier een mooi voorbeeld van. Vier jaar geleden werd in de meeste gemeenten gestemd met een stemcomputer. Nu met potlood. Een geval van achteruitgang, wat ook bleek toen alle stemmen moesten worden geteld.
Natuurlijk zou er met een stemcomputer ook sprake geweest zijn van wat al te ijverige kandidaten die volmachten ronselden. Er zouden ook kiezers zijn die advies wilden inwinnen van man of vrouw en ondanks het verbod samen in een stemhokje zaten. Mogelijk gebeurt dat zelfs meer met een stemcomputer.
Maar er zou niet zo’n verhitte discussie ontstaan zijn over het behaalde aantal stemmen, over winnaars en verliezers en over de zetelverdeling zoals in Rotterdam. Daar zag de burgemeester zich verplicht al zijn ambtenaren op te trommelen om een week later een publieke hertelling te organiseren. In Maastricht werd per vergissing één kiesbureau dubbel geteld en de fout werd pas een dag later ontdekt.
Nederland leek plots iets weg te hebben van een bananenrepubliek met tal van populistische oproepen om hertellingen. Aan dit ritme van achteruitgang verwacht ik dat de de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) straks onafhankelijke waarnemers naar Rotterdam stuurt om de landelijke verkiezingen van 9 juni te controleren.
En bij de volgende gemeenteraadsverkiezingen staat in elk stembureau een grote inktpot waarin iedereen na het stemmen zijn wijsvinger mag steken. Er zijn in Nederland nog altijd 200.000 mensen, vooral ouderen, die geen geldige identificatiepapieren hebben. Zij konden dus niet gaan stemmen. Kortom, straks stemmen de Nederlanders zoals in Irak. Naarmate het politieke wantrouwen hoogtij viert, neemt ook het technologische wantrouwen toe.
Het was destijds de Nederlandse actiegroep Wijvertrouwenstemcomputersniet die als een buitengewoon effectieve lobbygroep het Nederlandse kabinet overtuigde stemcomputers in de ban te slaan. De actiegroep had natuurlijk wel een punt. De stemcomputers waren hack- en fraudegevoelig. Er waren vragen over privacy. En het hertellen van de stemmen was niet meer mogelijk.
Democratie en je politieke opinie uiten, zullen in een omgeving van toenemend wantrouwen steeds meer nadruk willen leggen op controle. De transparantie van een papieren stembiljet dat door verschillende partijen bekeken en herbekeken kan worden en naar believen geteld en herteld kan worden, past op het eerste gezicht beter bij democratie dan een zwarte doos die om 21:01 dé finale uitslag geeft waartegen ook geen beroep meer mogelijk is.
Maar het principe van vooruitgang is net dat bestaande problemen de drijfveer vormen voor verbeteringen. Zo bood NEDAP, het Nederlandse bedrijf dat de stemcomputers leverde, tijdens de gemeenteraadsverkiezingen in de gemeenten Doetinchem en Groenlo de mogelijkheid om zowel met papier en potlood te stemmen als met een verbeterde stemcomputer. Als extraatje kreeg je een print die dan door een stemmenteller weer kon worden ingelezen.
Omslachtig, maar een systeem dat wel de mogelijkheid biedt tot hertellen. En alles klopte. De computerstemmen kwamen na het tellen en hertellen precies overeen met de handmatig getelde potloodstemmen.
In België zijn we zover nog niet. De stemcomputers met software van Steria gaan al lang mee en zijn ongetwijfeld aan vervanging toe. En België zou natuurlijk België niet zijn als er ook geen communautair tintje aan kleefde. Voorstanders van stemcomputers vind je vooral aan Vlaamse kant, voorstanders voor de terugkeer naar het potlood aan Waalse en Brussels kant.
En toch mogen we verwachten dat we nog altijd met het potlood gaan stemmen. De reden is eenvoudig. Hij geldt evenzeer voor België als voor Nederland. Uiteindelijk is er geen vraag naar wat stemcomputers te bieden hebben.
Een definitieve uitslag, amper enkele minuten na de sluiting van het laatste stemlokaal, is als een kaassoufflé die als een kaartenhuis in elkaar zakt. Weg de mogelijkheid om miljoenen kijkers uren in spanning te houden.
Media noch politiek hebben behoefte aan snelle informatie over verkiezingsresultaten. Verkiezingsnachten zijn verworden tot die unieke momenten waarop de politiek echt in de schijnwerpers staat. Momenten dat de creativiteit van politici zich ten volle kan ontplooien in het eigen gelijk hebben of verongelijkt voelen. Ik vrees dat ‘stemmen’ nog lang gevrijwaard blijft van enige vooruitgang…
DE AUTEUR IS PROFESSOR ECONOMIE AAN DE UNIVERSITEIT VAN MAASTRICHT.
Luc Soete
Naarmate het politieke wantrouwen hoogtij viert, neemt ook het technologische wantrouwen toe.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier