Hét rapport van Verhofstadt: geslaagd of gezakt

Volgende week, 11 oktober, leest premier Verhofstadt – normaal toch – de ‘federale beleidsverklaring’ voor. Hoe ernstig moet u die verklaring nemen? Trends wikt en weegt de vorige ‘state of the unions’. En stelt vast dat paars steeds efficiënter werd. En in 2004 herviel in vrijblijvend voluntarisme. Hét rapport van Verhofstadt: geslaagd cum laude of hopeloos gezakt?

eXtra informatie op www.trends.be Liefhebbers van ronkende woorden kunnen alle federale beleidsverklaringen van paars raadplegen op www.trends.be.

Op 11 oktober 2005 presenteert premier Guy Verhofstadt (VLD) aan het parlement zijn federale beleidsverklaring. In principe toch, want de vakbonden kunnen nog roet in het eten gooien. De beleidsverklaring is voor de kiezer wat het verslag van de raad van bestuur is voor de aandeelhouder: een efficiëntietoets van het management. Hoe ernstig moeten we Verhofstadts woorden nemen? Trends houdt de zes eerdere verklaringen tegen het licht en onderzoekt welke vijf sociaal-economische hoofddoelstellingen ervan al werden gerealiseerd.

“Een nieuw begin”

Bij de start van Verhofstadt I vonkten de ambities. “De burgers werden de voorbije jaren geconfronteerd met een bestel in crisis,” zegt de premier in de state of the union. “Opeenvolgende schandalen tastten de geloofwaardigheid van de politiek aan. Op tal van domeinen bewees de overheid niet langer in staat te zijn haar taken zorgzaam uit te oefenen.” Verhofstadt roept de oppositie op “mee te werken aan de uitbouw van een nieuwe samenleving.” De toenmalige CVP schiet tijdens het debat – beheerst door de verdeelsleutel voor de onderwijsdotatie – met scherp, omdat de regering de fiscale discriminatie van gehuwden niet wegwerkt.

De actieve welvaartsstaat ziet het licht. De beloofde verlaging van de lasten op de arbeid (gemiddeld 792 euro per werknemer) wordt snel doorgevoerd. Een extra lastenverlaging moet startbanen stimuleren, waardoor afgestudeerden binnen de zes maanden worden ingeschakeld in de arbeidsmarkt. Werkgevers moeten per 25 werknemers één startbaan creëren. Het voorstel, uitgedokterd op PS-kabinetten, stuit op kritiek van de werkgevers. Werk wordt niet bij wet gecreëerd. Toenmalig minister van Arbeid Laurette Onkelinx (PS) moet aan dat plan sleutelen, maar er blijft niet veel van over. Gelukkig maar.

De premier kondigt ook de bestrijding van de werkloosheidsval aan. Het leidt er alleen toe dat mensen met een brutoloon in de buurt van het minimum minder sociale bijdragen betalen. Efficiënte maatregelen blijven, net als de toen beloofde soepele eindeloopbaanregeling, uit.

De ingrijpende belastinghervorming, het liberale paradepaardje, wordt wel gerealiseerd. Paars verlaagt de tarieven en schaft tal van vrijstellingen af. De crisisbelasting verdwijnt in fases. De Europese Commissie verlengt later de BTW-verlaging in de bouw (6 %) tot eind 2005. Volgens minister van Financiën Didier Reynders (MR) leidt de herindexering van de belastingschalen tot 1464 miljoen euro minder belastingen (2003).

De modernisering van de sociale zekerheid moet ‘niet-gefactureerde verrassingen’ vermijden. Structurele besparingen (187 miljoen euro) zouden worden gevonden door transparante informatie, een rationeler gebruik van de geneesmiddelen, een permanente evaluatie van de medische praktijk en de modernisering van de geneeskundige nomenclatuur. Het beheer van de sociale zekerheid wordt onder minister Frank Vandenbroucke (SP.A) zuiniger, maar structureel verandert dat logge schip zeer traag van koers.

De verhoging van de laagste pensioenen start als 450.000 gepensioneerde werknemers en zelfstandigen vanaf 1 juli 2000 25 euro per maand meer ontvangen.

Het globaal mobiliteitsplan uit de verklaring wordt amper gerealiseerd. De aangekondigde fiscale en structurele hefbomen hebben niet geleid tot de ‘integratie van het geheel van de vervoermodi’. De 210 miljoen euro investeringen in de spoorwegmaatschappij NMBS worden deels gerealiseerd en de uitbouw van een hoofdstedelijk expresnet blijft een vrome wens. Een waarnemer: “Normaal functionerende federale staten als Zwitserland en Duitsland hebben wel een geïntegreerd beleid, maar de gewesten en de federale regeringen geraken het maar niet eens over de verdeelsleutels.”

“Het vertrouwen versterken”

Premier Verhofstadt heeft de smaak te pakken. De beleidsverklaring bouwt verder op die van 1999. “Het vertrouwen neemt toe,” klinkt het. “Onze samenleving vindt haar optimisme terug. Mensen beginnen opnieuw in zichzelf te vertrouwen. Dit is hoopvol, want het vormt de meest duurzame garantie dat extreem rechts geen kansen krijgt.”

In het kader van de actieve welvaartsstaat moet de activiteitsgraad in 2000 met bijna één procent verhogen (50.000 jobs). In 2000 steeg de werkgelegenheid inderdaad met 62.000, in 2001 met 58.000.

De sociale partners laken deze erg getailleerde beleidsverklaring, omdat ze weinig ruimte laat voor overleg. Verhofstadt wil de loonontsporing indijken, streeft een evenwicht tussen werk en privé na, de veralgemeende 38-urenweek en een vierdagenweek. “Een hoog Onkelinx-gehalte,” verzucht Unizo. Toch volgt het sociaal akkoord van 22 december 2000 de regeringslijn. De loonontsporing wordt aanvankelijk getemperd, maar vanaf 2002 steeg de loonnorm (onze loonlast tegenover die van de buurlanden) van 100 naar 102. De scheefgroei is tot op vandaag niet gecorrigeerd. De ‘drastische inkorting’ van de druk op de arbeid blijft achterwege.

Paars werkt ook aan de fiscale hervorming, die 3,2 miljard euro moet opleveren. Stapsgewijs verlaagde de regering de personenbelasting en verhoogde de kinderaftrek. Ook zijn de verschillende samenlevingsvormen – uitgezonderd de feitelijk samenwonenden – nu fiscaal gelijkgeschakeld. Voorts krijgen belastingplichtigen, die in isolatie of milieuvriendelijke verwarmingssystemen investeren, een fiscaal voordeel.

Toch stijgt de fiscale druk onder Verhofstadt licht van 49,9 % tot 50,2 % van het bruto binnenlands product (BBP). CD&V-volksvertegenwoordiger Carl Devlies: “Bovendien heeft de bevolking haar eigen belastingverlaging met 880 miljoen euro voorgefinancierd door het vooruitschuiven van de bedrijfsvoorheffing.”

De regering wil ook – horresco referens – de nieuwe economie stimuleren. Dus daalt het nominale tarief van de vennootschapsbelasting in 2003 van 40,17 % naar 33,99 %. KMO’s behouden hun minimumtarief van 24,98 %. Bedrijven, die in onderzoek en ontwikkeling investeren, krijgen extra fiscale voordelen. E-governement wordt stilaan uitgebouwd.

Het Zilverfonds symboliseert de solidaire samenleving. Minister Johan Vande Lanotte (SP.A) waakt tot op vandaag over deze papieren buffer. De uitbouw van een tweede pensioenpijler komt met de Wet Aanvullende Pensioenen (WAP) tot stand. Verhofstadt wil ook de toegang van risicogroepen tot gezondheidszorgen, onderwijs, huisvesting, justitie en cultuur verbeteren. Van deze vage maatregelen – meestal niet eens een federale bevoegdheid – zijn er amper concrete resultaten, tenzij de recente verhoging van het pro-Deobudget voor advocaten.

De aangekondigde verhoging van de laagste pensioenen voor zelfstandigen (2 % vanaf 2002), kinderbijslag en de invaliditeitsuitkeringen mondt uit in een werkgroep onder leiding van professor Bea Cantillon, die de kloof tussen het statuut van de werknemers en van de zelfstandigen moet versmallen. Op het gebied van kinderbijslag en invaliditeit blijft die kloof bestaan.

Het budget van de ziekteverzekering stijgt met 1,06 miljard euro (plus 8,6 %) en de aangekondigde hervorming leidt ertoe dat ziekenhuizen vanaf 1 juli 2002 niet langer worden gefinancierd op basis van het beddenaantal, maar op basis van prestaties.

Voorts plant paars een ‘Plan Duurzame Mobiliteit‘, dat in 2010 klaar moet zijn. Er zou vandaag een plan circuleren in regeringskringen, maar veel concreets hebben we er nog niet van gezien.

“Na 11 september”

Terwijl Amerikaanse en Britse bommenwerpers Afghaanse Al Qaeda-doelwitten bestoken, wil premier Verhofstadt “terugvechten wanneer het slechter gaat.” “Wij zetten door, mijnheer de voorzitter,” luidt de voluntaristische mantra. “Ik zal nooit kiezen voor zinnetjes als: er is geen ruimte voor of geen commentaar. Moeilijker tijden leggen misschien sneller de zwakke plekken bloot van een land. Moeilijker tijden vergen echter vooral een sterker bestuur.”

De regering ondersteunt de koopkracht door de laagste uitkeringen op te trekken, maar vooral door fiscale maatregelen. In de personenbelasting bedraagt de maximale belastingvoet vandaag 50 %. “In de praktijk evolueren we naar een vlaktaks,” stelt Axel Haelterman, vennoot bij Freshfields. “Iedereen betaalt boven het levensminimum de facto een marginaal tarief van ongeveer 45 %.”

De regering belooft alweer een vermindering van de bedrijfslasten. De lagere aanslagvoet en gedeeltelijke afschaffing van aftrekposten zijn inmiddels gerealiseerd. Bovendien kregen de KMO’s een investeringsreserve. Sinds 2004 draait geleidelijk een rulingsysteem warm. Het (beperkte) team ervaren specialisten sluit vrijwillige overeenkomsten met belastingplichtigen.

Ook het statuut van de zelfstandigen is weer een thema. Interessant is het voorstel om de fiscale plafonds voor beroepsbezigheden af te schaffen en het behoud van de werkloosheidsuitkering voor beginnende zelfstandigen. “Leuk dat u ons er nog eens aan herinnert,” klinkt het bij Unizo. “Maar, neen, beide voorstellen werden nooit in een wet omgezet.” Wel werd in 2001 gesleuteld aan de faillissementsverzekering.

Verhofstadt bouwt met het thema proactief werkgelegenheidsbeleid verder op het interprofessioneel akkoord van 2001, dat in een wet werd gegoten.

Minder resultaat heeft Verhofstadts pleidooi voor een solidaire samenleving, onderwerp van een sociale rondetafelconferentie. Die leidt allerminst tot een grondige hervorming van de sociale zekerheid. Op de geplande activering van de laagste uitkeringsgerechtigden zitten we nog steeds te wachten. En uiteraard belooft de regering de… hervorming van de ziekteverzekering.

“Tegen de verzuring”

In de laatste beleidsverklaring voor de verkiezingen van juni 2003 – er wordt druk gespeculeerd of ze worden vervroegd – haalt premier Verhofstadt stevig uit: “Het is niet omdat de aandelenbeurs in het eigen drijfzand wegzinkt, dat de economie verdrinkt. Het is niet omdat een ramkraak slaagt, dat heel het politie- en justitieapparaat faalt. En het is niet omdat sommigen vanuit hun oude communautaire loopgraven elkaar blijven jennen, dat het land op springen staat. Ik gun ieder zijn persoonlijk recht op verzuring. Maar ik gun de verzuurden België niet.”

Zuur is alleszins de reactie van de oppositie op de ‘dalende’ criminaliteitscijfers die de premier in prime time in de huiskamers smijt. Ondertussen kibbelen de partijen over de Belgische reactie op de inval in Irak, die op til staat.

De aangekondigde integrale handhaving van de belastingverlaging is grotendeels verworven.

Minder resultaat heeft de administratieve vereenvoudiging. De elektronische aangifte voor de sociale zekerheid is sinds 2001 een feit. Via de RSZ-website raadplegen zo’n 27.500 Belgische werkgevers ook een aantal gegevens over hun werknemers. De Kruispuntbank voor Ondernemingen is met de nodige mankementen gestart. Dubbelwerk, overbodige briefwisseling en langdurige administratieve procedures zijn echter, in tegenstelling tot verhoopt, nog steeds aan de orde van de dag. En de toen aangekondigde Copernicus-hervorming is door Verhofstadt II de facto opgeborgen. ‘De veelkoppige draak van de dertien informaticastructuren’ bij Justitie dartelt nog vrolijk rond en de algemene werklastmeting blijft in de koelkast wegens te transparant voor de minder actieve Franstalige magistraten.

In de ziekteverzekering zou worden bespaard, onder meer via een nieuwe classificatie van geneesmiddelen. Of dat de juiste methode is, laten we in het midden, maar de besparing blijft een mager beestje. Minister Rudy Demotte (PS) wordt in 2004 zelfs geconfronteerd met een gat (zie hoger: beleidsverklaring 1999) van 513 miljoen euro, en in 2005 dicht hij het tekort met eenmalige maatregelen, zoals de niet-indexering van de inkomsten van artsen en de heffing op de farma-industrie. Kortom, niet echt structureel.

De premier kondigt op het vlak van de werkgelegenheid een aantal klassieke en nooit uitgevoerde maatregelen als de bestrijding van de werkloosheidsval aan. Hij boekt wel resultaat met de betere integratie van de gelegenheidsarbeid (horeca, tuinbouw). Werkgevers kunnen vanaf juli 2003 45 dagen per jaar gelegenheidsarbeiders in dienst nemen, voor wie ze minder sociale bijdragen moeten betalen. In het tweede kwartaal van 2004 hebben ruim tweeduizend werkgevers in de horeca er gebruik van gemaakt.

De ruime verlaging van de bedrijfsvoorheffing voor wetenschappelijke onderzoekers is een feit sinds 1 oktober 2003. Universiteiten, hogescholen en een aantal wetenschappelijke instellingen moeten slechts 40 % van de bedrijfsvoorheffing die ze inhouden op het loon van bepaalde onderzoekers, doorstorten naar de schatkist.

En dan het milieu. Zoals aangekondigd, richtte de paarse coalitie in 2003 een Kyoto-fonds op om emissierechten in het buitenland te kopen, mocht ons land er niet in slagen door middel van interne maatregelen de emissie van broeikasgassen met 7,5 % te verminderen tegen 2012. Dat fonds wordt gespekt met een jaarlijkse heffing van 25 miljoen euro op het elektriciteitsgebruik. Eind september 2005 is de internationale offerteaanvraag voor emissies afgelopen.

De doelstelling van het ‘opzetten van een beleid van rationeel energieverbruik’ behoort tot de bevoegdheid van de regio’s. Federaal werden wel zuinige voertuigen, biobrandstoffen en energiebesparende investeringen – zoals isolatie – fiscaal aangemoedigd.

“Werk, werk en nog eens werk”

België kent in 2003 het derde jaar economische laagconjunctuur, met een groei onder 1 %. In drie jaar tijd komen er 70.000 werklozen bij. Toch waarschuwt de premier: “Wat we niet mogen doen, is in paniek slaan, wilde besparingen doorvoeren of torenhoge tekorten opbouwen. We moeten integendeel de centen stevig blijven bewaken, zonder evenwel de zuurstof uit de economie te halen. Er is maar één prioriteit voor deze regering: werk, werk en nog eens werk.” De korte beleidsverklaring zwijgt zedig over heikele onderwerpen, zoals nachtvluchten of overheidsbedrijven.

Werkgelegenheid staat centraal. De uitvoering van de maatregelen van de werkgelegenheidconferentie moet leiden tot 60.000 jobs tegen 2007. In 2002 gingen 6000 banen verloren, maar de werkgelegenheid kende sindsdien een licht stijgende trend.

Wel wordt er een forse lastenverlaging doorgevoerd (920 miljoen euro) met voor het eerst een aanzienlijk bedrag voor een gedeeltelijke plafonnering van de sociale bijdragen voor hogere lonen. De effecten laten op zich wachten.

De regering slaagt erin om tegen 2004 tot een algemene vormingsinspanning van 1,9 % van de loonmassa te komen. De betere aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt wordt jaren later vreemd genoeg concreet in het beleidsprogramma van Vlaams minister van Onderwijs Frank Vandenbroucke (SP.A).

Enkele toen aangekondigde voorstellen haalden de eindmeet: inloopbanen, alternerend leren en een vereenvoudiging van het jongerenbanenplan. Zelfs de individuele trajectbegeleiding van werklozen (inclusief een sanctie) komt in 2004 op kruissnelheid.

De regering stelt ook voor bijna 1 miljard euro lasten- en belastingverlagingen voor. Het loon van werknemers met een brutoloon van minder dan 1509 euro stijgt in 2003 door een verlaging van de sociale zekerheidsbijdragen met maximaal 95 euro per maand. Dat geldt alleen voor mensen met een beroepsinkomen. Hierdoor verdienen ruim 630.000 Belgen maandelijks 20 tot 40 euro meer. Ook realiseert de regering extra bijdrageverminderingen voor deeltijdse arbeid, de lastenverlaging voor hogere brutolonen en voor werknemers onder 26 jaar. Nacht- en ploegenarbeid worden goedkoper. De versoepeling van het statuut van de dienstencheques heeft niet geleid tot de aangekondigde 25.000 extra banen.

De inspectiediensten werken nu samen in de strijd tegen de sociale fraude (zwartwerk en schijnzelfstandigheid). De tewerkstellingsconferentie besluit tot een nieuw beleid tegen fraude en misbruik van sociale uitkeringen. Er worden pas concrete maatregelen in het vooruitzicht gesteld op de superministerraden in het voorjaar van 2004 (Gembloers en Raversijde). Het statuut van de schijnzelfstandige is onduidelijk.

Ondanks tegenwind en juridische tekortkomingen wordt de fiscale amnestie op het nippertje een succes. Zo’n 6 miljard euro zwart geld keert naar ons land terug, wat de schatkist 500 miljoen euro oplevert. Uit angst voor de Europese antiwitwas- en spaarrichtlijn repatriëren de Belgen in werkelijkheid 25 miljard euro.

Mede dankzij de verhoogde strijd tegen de fiscale fraude en de invoering van de eenmalige bevrijdende aangifte (EBA) hebben de fiscale maatregelen niet tot een vermindering van de overheidsinkomsten geleid. Tussen 1999 en 2005 stijgen de fiscale ontvangsten van 70,6 miljard euro naar 79,7 miljard euro, een toename van 12,9 %.

Premier Verhofstadt streeft naar een beter sociaal statuut voor zelfstandigen, onder meer via een volwaardig gekapitaliseerd pensioenstelsel. De top van Gembloers verhoogt het minimumpensioen van de zelfstandigen. De programmawet van 2004 legt de basis voor de verzekering voor kleine risico’s voor zelfstandigen. Andere beslissingen worden doorgeschoven naar werkgroepen.

Vage beloften

Premier Verhofstadt wordt geconfronteerd met asymmetrische regeringen op federaal en regionaal niveau. Hij noemt het een “test voor het federale staatsbestel.” Meer nog: “Het zal ook een test zijn voor ons allen, federale én regionale politici. Het is in elk geval de ambitie van de federale regering om in die test te slagen. Want als we in de komende jaren goed bestuur en verdere vernieuwing en vooruitgang in onze samenleving kunnen bewerkstelligen, dan zal het bewijs zijn geleverd dat het Belgisch federaal model werkt.”

De premier wil het goede voorbeeld geven door zijn verklaring met drie weken te vervroegen, maar wordt teruggefloten. Het uitstel leidt niet tot een beter resultaat. De beleidsverklaring vol vage principes – “sleet op de Union,” aldus een commentator – was de afknapper van 2004, volgens de socialistische toppolitici Frank Vandenbroucke en Johan Vande Lanotte nochtans een scharnierjaar.

Voor de verbetering van de werking van de arbeidsmarkt lonkt de premier naar de sociale partners. Hij wil naar Scandinavisch model een grotere mobiliteit van de werknemers, opleidingsplannen, een modern regime op de arbeidstijden en een gelijkaardig statuut voor arbeiders en bedienden. Bijna niets van al dat moois is gerealiseerd. Het interprofessioneel akkoord van begin 2005 vulde wel 240 miljoen euro lastenverlagingen in met een aanzet tot de bestrijding van de werkloosheidsval en een beter statuut voor overuren en ploegenarbeid.

De maatregelen ter mobilisering van een groter aantal arbeidskrachten worden wel gerealiseerd. Zo wordt de werkbonus ingevoerd, waardoor vooral de lage lonen netto meer overhouden. De discussie over de eindeloopbaan blijft aanslepen.

De beheersing van de arbeidskosten is via de belastinghervorming gerealiseerd. In 2005 geeft de overheid bijna 1 miljard euro extra terug aan de economie. Ondanks alles blijft volgens het consultancybureau Mercer de belastingdruk op arbeid in België zowat de hoogste ter wereld: gemiddeld 53.577 euro per jaar. In Japan en de Verenigde Staten is dat respectievelijk 8000 euro en 20.000 euro minder.

De regering wil ook het ondernemerschap versterken, wat onder meer (medio 2005) gebeurt met de goedkeuring van de aftrek voor het risicokapitaal voor alle vennootschappen. Dat reduceert het feitelijke belastingtarief tot 27 %, zo rekent het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) voor. De regering sprak eerder met de Europese Commissie af de voordelen van de coördinatiecentra te verminderen, maar ze gelden voortaan voor nagenoeg alle ondernemingen. Voor heel wat internationale ondernemingen is de notionele interest een gepast alternatief, hoewel de verplichte reservering voor drie jaar een doorn in het oog is.

De eerste fase van de hervorming van het statuut van de zelfstandigen werd gestart, maar kent nog een aantal onvolmaaktheden. Er is geen gelijkstelling met loontrekkers, zoals vooropgesteld. Volgens Unizo is er nog een kloof van ongeveer 200 euro, ondanks de verhogingen. Ook worden alleen zelfstandigen financieel getroffen bij vervroegde pensionering, omdat voor hen wel een pensioenmalus geldt.

De federale beleidsverklaring belooft op het vlak van infrastructuur en logistiek de vastlegging van de oriëntaties van de NMBS en de overname van de schulden. Dat is gebeurd. Voorts maakt Guy Verhofstadt zich sterk voor een akkoord over de verdere ontwikkeling van DHL. Hoe dat afloopt, is inmiddels bekend. Deze “test van het federale model” crashte op de Franstalige weerbarstigheid.

2005: heeft de premier zijn les geleerd?

De federale beleidsverklaring blijft een belangrijk moment. Vier op de zes keer slaagt de regering erin om, zij het later dan aangekondigd, meer dan de helft van de voorstellen uit te voeren. Vooral op fiscaal vlak en met maatregelen ten voordele van zelfstandigen halen de liberalen hun slag thuis. Wat de flexibilisering van de arbeidsmarkt en de hervorming van de sociale zekerheid betreft, falen de regeringen-Verhofstadt.

“Blauw mag naar zijn kiezers stappen met een belastingverlaging,” weet een liberale insider. “Maar op sociale thema’s worden ze tegengewerkt. Bovendien hebben de socialistische partijen overal hun pionnen in de sociale administratie. Zij zijn beter geïnformeerd, dus beter in staat hun wil door te drukken.” Een andere vaststelling is dat Guy Verhofstadt bijleert. In het begin van zijn regeerperiode lanceert hij nog al te ambitieuze voorstellen. Dat overdreven voluntarisme vermindert met de jaren. Men kan dus stellen dat paars steeds efficiënter wordt (met een zeer hoge successcore in 2003). In 2004 hervalt de premier echter in zijn zonden met een federale beleidsverklaring die veel te hoog grijpt. Zal volgende week blijken dat de premier zijn les nu wel geleerd heeft?

Federale beleidsverklaring 1999 (12 oktober 1999)

1) Actieve welvaartsstaat: 10/20

2) Ingrijpende belastinghervorming: 12/20

3) Grondige modernisering sociale

zekerheid: 5/20

4) Laagste pensioenen verhogen: 16/20

5) Globaal mobiliteitsplan: 6/20

Gerealiseerd: 49/100

Federale beleidsverklaring 2000 (17 oktober 2000)

1) Actieve welvaartsstaat: 14/20

2) Fiscale hervorming: 12/20

3) Nieuwe economie: 13/20

4 ) Solidaire samenleving: 14/20

5) Mobiliteit: 6/20

Gerealiseerd: 59/100

Federale beleidsverklaring 2001 (9 oktober 2001)

1) Ondersteuning van de koopkracht: 14/20

2) Vermindering bedrijfslasten: 16/20

3) Statuut van de zelfstandigen: 8/20

4) Proactief werkgelegenheidsbeleid: 18/20

5) Solidaire samenleving: 5/20

Gerealiseerd: 61/100

Federale beleidsverklaring 2002 (8 oktober 2002)

1) Integrale handhaving van de

belastingverlaging: 18/20

2) Administratieve vereenvoudiging: 10/20

3) Ziekteverzekering: 6/20

4) Werkgelegenheid: 12/20

5) Kyoto: 10/20

Gerealiseerd: 56/100

Federale beleidsverklaring 2003 (14 oktober 2003)

1) Werkgelegenheid: 16/20

2) Lasten- en belastingverlagingen: 16/20

3) Strijd tegen sociale fraude: 14/20

4) Fiscale amnestie: 14/20

5) Sociaal statuut van de zelfstandigen: 14/20

Gerealiseerd: 74/100

Federale beleidsverklaring 2004 (12 oktober 2004)

1) Verbetering van de werking van de arbeidsmarkt: 6/20

2) Mobilisering van een groter aantal arbeidskrachten: 14/20

3) Beheersing van de arbeidskosten: 6/20

4) Versterking van het ondernemerschap: 12/20

5) Infrastructuur en logistiek: 10/20

Gerealiseerd: 48/100

Hans Brockmans, Alain Mouton, Eric Pompen, Daan Killemaes

“De slagkracht van onze ondernemingen is opvallend toegenomen.” (Federale beleidsverklaring 2000)

“België kan zich onmogelijk langer veroorloven het beeld te laten bestaan dat van alle landen van Europa hier de hoogste belasting op ondernemingen wordt betaald.” (Federale beleidsverklaring 2001)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content