‘Het milieu is geen niche meer’
Fondsen die beleggen in ecologische thema’s doen het goed. Maar de prestatieverschillen tussen die afzonderlijke fondsen lopen wel opvallend hoog op.
Met een gemiddeld rendement van bijna 10 procent sinds begin dit jaar doen de fondsen die beleggen in ecologische thema’s het uitstekend, ondanks de beslissing van de Amerikaanse president Donald Trump om uit het klimaatakkoord van Parijs te stappen. De gemiddelde koersstijging van de negen fondsen die meer dan vijf jaar op de markt zijn, bedraagt zelfs 12,6 procent per jaar.
De verschillen tussen die fondsen lopen opvallend hoog op. Zo heeft het beste product het bijna dubbel zo goed gedaan als de hekkensluiter, met over vijf jaar een gemiddeld jaarrendement van 16,4 procent voor Nordea 1 – Global Climate and Environment en 8,5 procent voor Deutsche Invest New Resources. Dat neemt niet weg dat al die producten minstens over drie Morningstar-sterren beschikken, wat betekent dat ze in vergelijking met andere wereldwijde fondsen een goede, volgens het risico gecorrigeerde prestatie hebben neergezet.
De volatiliteit van het Nordea-fonds behoort wel tot de hoogste in deze productgroep. De portefeuille is vrij geconcentreerd, met 40 à 60 lijnen. De selectie is gebaseerd op de ervaring van een team dat al acht jaar samenwerkt. “We beleggen niet in segmenten waarin de bedrijven voor hun overleving afhangen van overheidssteun”, zegt Henning Padberg, een van de beheerders. “De kwetsbaarheid van dat model is in het verleden al meermaals gebleken. Onze portefeuille is gericht op drie grote strategische thema’s: het optimale gebruik van hulpbronnen (70% van de beheerde activa), de bescherming van het milieu (25%) en in mindere mate alternatieve energie (5%).” Dat laatste segment is doorgaans het meest afhankelijk van overheidsfinanciering.
Op een omslagpunt
“Als de ecologische uitdagingen en de economische fundamenten van een bedrijf hand in hand gaan, kun je de beste beleggingskansen vinden”, stelt Padberg. “Wij denken dat heel wat milieu-issues een omslagpunt hebben bereikt. Dat zal de economische dynamiek van veel van die ondernemingen versterken. Wij proberen zo vroeg mogelijk een positie in te nemen, om optimaal te profiteren van het potentieel van die opkomende thema’s. De markt heeft het vaak moeilijk om de toekomstige kasstromen van de bedrijven in die sectoren correct in te schatten.” Een voorbeeld van een onderneming waarin het fonds belegt, is Rational. Die groep levert industriële ovens aan professionele keukens, waarmee de gebruiker tot 70 procent kan besparen op zijn elektriciteitsfactuur.
Een ander voorbeeld is Ansys, dat software aanbiedt om de verspilling van hulpbronnen terug te schroeven en de efficiëntie in heel diverse sectoren – van de luchtvaart tot medische instrumenten – te verhogen. “We staan ook positief tegenover Waste Management, dat elke week 20 tot 25 ton aluminiumoxide recupereert bij een mijn van Alcoa. Op die manier haal je winst uit industrieel afval”, vertelt Padberg.
Evenwichtig verdeeld
“Door te beleggen in een groep zoals Infineon Technologies (2,5% van de activa) kunnen we ook inspelen op het thema van de uitstootbeperking in de auto-industrie, zonder dat we ons geld hoeven in te zetten op de constructeur die als winnaar uit die strijd komt”, weet Padberg. De grootste posities hebben een gewicht van 3 à 4 procent van de activa. Daartoe behoren Ecolab, Johnson & Johnson Controls en Red Electrica.
“Onze portefeuille is geconcentreerd, maar ook evenwichtig verdeeld. Zo vermijden we dat we worden afgestraft als een bedrijf zwaar ondermaats presteert. Het gewicht van een positie hangt gedeeltelijk af van haar aandeel in het totale risico. Wij hebben ook een liquiditeitsfilter, die een onderneming uitsluit als we de positie niet binnen een tiental dagen kunnen verkopen.”
In de portefeuille zitten heel wat kleine en middelgrote industriële en technologische ondernemingen, met een sterke voorkeur voor de ontwikkelde markten (meer dan 75 % van de activa). “Het lage gewicht van Azië is te wijten aan de minder goede prestatie van die bedrijven in corporate governance en de beperkte innovatiekracht tegenover concurrenten in de ontwikkelde landen.”
Padberg wijst erop dat het beleggingsuniversum van het fonds bestaat uit meer dan 1100 bedrijven met een beurskapitalisatie van meer dan 5 miljard dollar. “De milieusector is geen niche meer”, besluit hij.
Werklozen activeren
Op de tweede plaats in de rangschikking van de beste ecologische fondsen staat Quest Cleantech Fund, dat wordt beheerd door Yves Vaneerdewegh bij Capricorn Venture Partners. Over drie jaar bekeken staat het product zelfs op de eerste plaats. Het product heeft vooral sinds begin dit jaar een kloof geslagen op zijn concurrenten, met een stijging van 19 procent. Dat is bijna het dubbele van het gemiddelde van alle fondsen in die categorie. Die klim dankt het fonds in grote mate aan de sterke prestatie van het Duitse Nabaltec, een producent van gespecialiseerde materialen (+92% sinds begin 2017), en het Nederlandse veevoederbedrijf ForFarmers (+68%).
Het fonds wordt in België aangeboden door de filantropische distributeur Funds for Good, die een deel van de beheerscommissies doorstort naar een stichting die werklozen steunt om opnieuw aan te slag te gaan. Het Quest Cleantech Fund is toegankelijk voor retailbeleggers via de tak 23-verzekeringsproducten van Generali.
Net zoals zijn Scandinavische concurrent belegt dit fonds in bedrijven die verantwoordelijk gebruikmaken van natuurlijke rijkdommen zoals energie, water of lucht. Het fonds is sterk geconcentreerd met 25 lijnen. Het belegt ook in een aantal Belgische bedrijven, zoals Umicore (herlaadbare batterijen) en Jensen Group (energiezuinige industriële wasmachines). Beide bedrijven hebben een gewicht van ongeveer 5 procent in de portefeuille. Het fonds is sterk blootgesteld aan Europa (91%), de rest is belegd in Amerikaanse aandelen.
Frédéric Dineur
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier