HET MALLE MUSEUM
Het nieuwe provinciaal Suske en Wiske-Kindermuseum in Kalmthout kostte de provincie Antwerpen 50 miljoen frank. Ondanks het succes, weerklinkt kritiek bij de oppositie.
Suske en Wiske waren de aanleiding van een pittig debat in de Antwerpse provincieraad einde februari 1997. Agalev-raadslid Paul Mahieu laakte het feit dat enkele maanden na de constructie van het Kindermuseum Suske en Wiske in Kalmthout – kostprijs: 50 miljoen frank – nogmaals 2,2 miljoen frank voor het complex moest worden uitgetrokken. Mahieu verwees naar de verantwoordelijke architect De Bondt, die een honorarium van 2,6 miljoen frank opstreek, als De Poenschepper.
Het museum was een wens van de Antwerpse “kinderprovincieraad” van twee jaar geleden en speelt in op een idee van Paul Geerts, tekenaar van Studio Vandersteen. Die wilde in de voormalige Kalmthoutse villa van Willy Vandersteen een stripmuseum onderbrengen.
Het gecombineerde resultaat is een kindermuseum in de villa van de geestelijke vader van Suske en Wiske. Het hele project – aankoop en verbouwing van de villa, “Barabastoren” inbegrepen – kostte de Antwerpse provincie 50 miljoen frank. Voor de werkingskosten kan het museum jaarlijks rekenen op een som van 10 miljoen frank.
“Ons geld hoeft niet altijd naar infrastructuurwerken te gaan,” stelt bestendig afgevaardigde Vic Van Eetveld (CVP). “Dergelijke projecten zijn immers educatief van belang. Het succes van het museum spreekt voor zich. Tot juli 1998 is het volgeboekt met 3200 bezoekers.”
Van Eetveld betreurt de extra kosten. “Architect De Bondt ging ervan uit dat het project na vijf jaar moest worden herbekeken,” zegt hij, “zodat sommige materialen niet echt duurzaam waren. Bovendien was het museum ijskoud wanneer het vroor.”
Museumbeheerder Mati Mommaerts stelde voor de bezoekers een drie uur durend programma samen. De kinderen bekijken eerst op video hoe een strip wordt gemaakt. Dan duiken ze twee uur lang het atelier in, waar ze een eigen strip ontwerpen. Het hele technische productieproces volgen ze daarbij op de voet.
Voorlopig kunnen alleen schoolklassen en jeugdverenigingen voor kinderen van acht tot twaalf jaar het museum met een bezoekje vereren. “Het is de bedoeling dat later ook families langs kunnen komen,” aldus Mommaerts. “Daarvoor ontbreekt het ons voorlopig nog aan personeel. Ook op educatief vlak zoeken we nog versterking omdat we een meerwaarde willen scheppen door dingen te doen die in de klas niet kunnen. De leerkrachten zijn alvast zeer tevreden en boeken meteen een volgend bezoek. Ook de kinderen vertrekken met stralende oogjes.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier