Het malgoverno, vroeger en nu

Alain Mouton
Alain Mouton Journalist

Het is de hoogste tijd om de geschillen, van welke aard ook, aan de kant te schuiven en voorrang te geven aan de overleving. Dat is wat wij zouden doen, mochten wij in oorlog zijn. Welnu, dit is oorlog. Oorlog voor het behoud van onze economie, voor het welzijn van allen.”

Een citaat van premier Herman Van Rompuy die voor de impact van de economische crisis waarschuwt? Neen, dit is een passage uit een toespraak die koning Boudewijn op 1 maart 1981 hield voor de politieke elite en de sociale partners. Die waarschuwing kwam er in een periode van zware politieke en economische crisis: inflatie, olieschok, communautaire pro- blemen, enzovoort. De vorst zag met lede ogen aan hoe regeringen elkaar in snel tempo opvolgden. Tussen 1977 en 1981 telde België zeven regeringen. Het is in die vier jaar dat de openbare financiën zwaar ontspoorden. Het was de periode van malgoverno, of ‘slecht bestuur’ in het Italiaans. Het was zowaar Herman Van Rompuy die deze term in 1985 introduceerde in zijn boek Hopen na 1984. Dat malgoverno van het einde van de jaren zeventig wordt diepgaand geanalyseerd in Regeringen die niet regeren van de politologen Wim Heylen en Steven Van Hecke. Bovendien maken ze een vergelijking met het malgoverno sinds juni 2007.

Het eerste malgoverno brak aan toen de christen-democraten, socialisten, VU en FDF het Egmontpact afsloten dat een einde moest maken aan de communautaire spanningen. Maar het pact sneuvelde, de premier, Leo Tindemans, nam ontslag en de ene regering volgde de andere op zonder echt een oplossing te vinden voor die spanningen. Ondertussen sloeg de economische crisis toe en kwamen een aantal sectoren in de problemen. Pas aan het einde van 1981 met het aantreden van de rooms-rode regering Martens V werd het roer gedraaid. De frank devalueerde en het herstelbeleid werd ingezet. Dat was het einde van het malgoverno.

Volgens Heylen en Van Hecke zijn er wel degelijk parallellen tussen 1977-1981 en de huidige situatie. Communautaire problemen veroorzaakten de voorbije twee jaar tal van blokkages. Maar de auteurs zien ook grote verschillen. Begin de jaren tachtig deden de vakbondsleiders, Georges Debunne (ABVV) en Jef Houthuys (ACV), openlijk aan politiek. De angst voor de syndicale macht zat er zo diep in dat de VBO-topman, Raymond Pulinckx, formateur Mark Eyskens in 1981 smeekte om een regering met de socialisten te vormen. Anders vreesden de werkgevers voor een stakingsgolf. Vandaag is de macht van de vakbonden veel zwakker.

Een ander groot verschil is dat het eerste malgoverno de volledige Belgische politiek verlamde, want er waren nog geen deelstaten, tenzij in embryonale vorm. De voorbije twee jaar was alleen het federale niveau aangeschoten wild. De regionale regeringen bleven functioneren. Het machtsvacuüm van de voorbije maanden was dan ook relatief. (T)

WIM HEYLEN EN STEVEN VAN HECKE, REGERINGEN DIE NIET REGEREN. HET MALGOVERNO VAN DE BELGISCHE POLITIEK, LANNOOCAMPUS, 2008, 271 BLZ, 24,95 EURO

Alain Mouton

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content