Het kruispunt van de wereld

Na het uiteenvallen van de Sovjetunie zag Oezbekistan de kans schoon om in allerijl zijn indrukwekkend cultureel patrimonium op te kalfateren. Sinds enkele jaren opent de parel van de Zijderoute zich schoorvoetend voor het toerisme. Een boeiende kennismaking met een Perzische architectuur in een ex-Sovjetland dat zijn weg zoekt als seculiere staat.

Reizen naar Oezbekistan is zich onderdompelen in een hoofdstuk van de geschiedenis dat voor ons zo goed als onbekend gebleven is. Marco Polo en Dzjengis Khan kennen we wel. Maar Timoer Lenk of Ulugh Bek zijn namen die niet tot ons collectief geheugen behoren. Nochtans waren zij in hun tijd machtige wereldheersers. Die macht hadden ze vooral te danken aan de gunstige ligging van hun land, ongeveer halfweg tussen het Verre Oosten en Europa, op het kruispunt van de grote handelsroutes tussen oost en west. Het mytische Samarkand is het bewijs van de pracht en praal die het rijk der Oezbeken ooit uitstraalde.

Wie naar Oezbekistan reist, bezoekt op zijn minst vier steden. Dat zijn de hoofdstad Tashkent, in 1966 verwoest door een aardbeving en in typische Sovjet-stijl weer opgebouwd; het heiligdom Buchara dat enkele pareltjes van Timoeridische architectuur herbergt; het authentieke Khiva, aan de rand van de woestijn; én Samarkand met zijn grandioze gebouwen, die zowel getuigen van rijkdom als van artistieke smaak en architecturale visie.

In al die steden zal men vaststellen dat de monumenten er stralend bij staan. De meeste bouwwerken werden in ijl tempo gerestaureerd sinds het land in 1991 onafhankelijk werd. Dit kon gebeuren met steun van de Unesco en bevriende landen als Saoudi-Arabië. De snelle restauratie heeft overigens veel kritiek uitgelokt. Volgens specialisten heeft men onder druk van de tijd de regels van de kunst niet altijd geëerbiedigd. Overblijfselen van oude mozaïeken en fresco’s zijn vaak gewoon vervangen door nieuwe kunstwerken. Maar ondanks de overrestauratie, die soms echt storend is, zal het geheel aan gebouwen met zijn unieke vormencombinaties en kleurenpracht, de bezoeker in vervoering brengen. Hier liggen inderdaad schatten die lang verborgen bleven voor de mensheid. Summum van dit alles is Samarkand. Laten we in de voetsporen treden van James Elroy Flecker:

“For lust of knowing what should not be known

We make the golden journey to Samarkand.”

Wat de naam Samarkand precies betekent, heeft men niet kunnen achterhalen. Eén van de voor de hand liggende verklaringen is vruchtbare nederzetting. Wij houden het bij de meer poëtische oorsprong zoete perzikjes of sweet peaches zoals onze Armeense gids Maya het zo mooi op de lippen had. Samarkand vraagt om poëtische bewoordingen. Gedeeltelijk toch. Want naast de rijke monumenten is Samarkand ook en vooral een gewone (ex-)Sovjetstad: met gebouwen in grijs beton die ooit nog eens het predikaat ‘cultureel monument met historische waarde’ zullen krijgen; met zijn gemengde bevolking (118 nationaliteiten), van Slavisch tot Koreaans en alles wat daartussen ligt; met zijn ouderwetse, grijze pakken, zwarte leren jassen en typische beremutsen; met zijn ritselaars die op straat vier keer meer geven voor zwarte dollars dan de officiële koers; met zijn hoertjes die zich in de bars voordoen als gynecologie-studenten; met zijn pooiers en bodyguards en geheime agenten die alles en iedereen en elkaar controleren; met zijn politiemannen die voor alles en nog wat boter bij de vis willen; met zijn wódka, hét toverwoord om gesprekken op gang te brengen en relaties te ontdooien, het levenselixir van deze staat. De Sovjetunie mag dan wel opgehouden hebben te bestaan, het systeem zit er zo diep ingebakken dat het zichzelf overleeft. En dat wordt nu – merkwaardig genoeg – op zich een toeristische attractie.

Oezbekistan grenst aan Afghanistan, Turkmenistan, Kazachstan, Kirgizstan en Tadzjikistan. Landen die herhaaldelijk en vaak op negatieve manier in het nieuws komen. Oezbekistan (vijftien keer België – 23 miljoen inwoners) ligt werkelijk in het midden van Centraal-Azië en is het enige land dat aan alle andere Centraal-Aziatische staten grenst. Reden te meer dus om zijn grenzen goed te bewaken. Vooral omdat de Oezbeken kozen om als seculiere staat door het leven te gaan en als de dood zijn voor godsdienstig fundamentalisme. Sinds zijn onafhankelijkheid wordt het land met ijzeren hand geleid door president Karimov die de steun geniet van grote broer Rusland. De Russen hebben er immers alle belang bij vlakbij Afghanistan een bruggenhoofd te behouden. Vandaar allicht dat men in Oezbekistan nog een grote Russische gemeenschap aantreft, naast de gebruikelijke Kazachen, Tadzjieken, Tartaren, Oekraïeners, Karakalpakken, Kirgiezen, Turkmenen, Seltsjoeken, Mescheten, Armeniërs, joden, zigeuners en zovele andere Oezbeken. Dit kruispunt op de Zijderoute is van oudsher een multicultureel broeinest, waar ook de kunsten en de wetenschappen hoge toppen hebben geschoren. Tot Europa aan China het geheim van de zijde wist te ontfutselen en de Silk Road langzaam maar zeker door de tand des tijds en door het zand werd uitgevaagd.

Het schitterende hoogtepunt van de Oezbeekse architectuur is het Registan plein in Samarkand. De schoonheid van de gebouwen, het architecturale concept, het virtuele spel van de trompe l’oeil, het vangen van het zonlicht in de blauwe glazuurtegels, het verheffen van de koepel en de minaret tot universele symbolen… Dat alles evenaart (overtreft?) de mooiste architectuur van het Perzische Rijk, zoals die gesublimeerd wordt in Ispahan.

Om het historisch belang van Samarkand te begrijpen, moeten we toch eventjes de geschiedenis induiken. Tienduizend jaar geleden waren er al nederzettingen in deze vruchtbare vallei. In de 6de eeuw voor Christus ontstond hier de versterkte stad Afrasiab die in 329 voor Christus door Alexander de Grote werd ingenomen. Alexander was wild van Afrasiab, roemde haar schoonheid en de schoonheid van haar vrouwen. Hij trouwde met prinses Roxana die een mytische schoonheid werd toegedicht en zette zijn theorieën over rassenvermenging in praktijk om. Eros en Thanatos lagen echter bij de Grieken dicht bij elkaar. Alexander doodde hier tijdens een dronkemansfeest, een bacchanale zeg maar, zijn beste vriend, Cleitius. Samarkand was toen reeds bekend voor zijn uitstekende wijnen, met alle gevolgen vandien. Na Alexanders doortocht werd Samarkand een steeds belangrijkere karavanserai of karavaanstad. De reizende handelaars brachten ook hun geloofsovertuigingen met zich. Het zoroastrisme, het nestorianisme, het manicheïsme kwamen tot bloei en in de 8ste eeuw bereikte de Islam het handelsnest. In 122O verwoestte Dzjenghis Khan het grootste gedeelte van de stad en roeide driekwart van de bevolking uit. Maar nauwelijks een eeuw later bereikte Samarkand zijn absolute hoogtepunt, tijdens de regering van de Mongoolse veroveraar, Timoer Lenk.

Deze Timoer Lenk (1336-1405) is de sleutelfiguur in de Oezbeekse geschiedenis. Hij verpersoonlijkte de verturkste en tot de Islam bekeerde Mongolen die zich in Centraal-Azië gevestigd hadden. Hij ondernam veroveringstochten in Perzië, Egypte, Syrië, Egypte, Turkije, Indië en China. Zijn rijk strekte zich in 1400 uit van Dehli tot Smyrna (het huidige Izmir), van het Aralmeer tot de Arabische Zee. Timoer was niet alleen een krijger, maar ook een groot kunstliefhebber, dus een verstandig man. “Als u aan onze macht twijfelt, kijk dan naar onze bouwwerken”, liet hij in de gevel van zijn paleis graveren. François Mitterrand had het niet beter kunnen bedenken. Uit Bagdad, Dehli, Damascus, Ispahan, Xian en andere steden liet hij de beste kunstenaars, ambachtslieden en architecten overkomen om van Samarkand de mooiste stad ter wereld te maken. Registan is het beste bewijs van de zuivere smaak van Timoer. De moskee Bibi Khanum het beste voorbeeld van zijn geile machtshonger. De moskee moest groter worden dan alle gebouwen die hij op zijn veroveringen had gezien. De architect raakte echter verliefd op de beeldschone prinses Bibi Khanum en kuste haar zo vurig in de hals dat Timoer bij zijn terugkeer de sporen van de ontucht ontdekte. De architect klom naar de hoogste minaret en kon al vliegend (op een tapijt?) ontsnappen. De prinses werd door de woedende vorst levend in de muren van de moskee ingemetseld. Legende of niet? Bij een zwoele stad als Samarkand horen grote mythen en legenden, en vooral verhalen van Duizend en één Nacht. De architect deed er overigens best aan weg te vliegen, want hij was zo overhaast tewerk gegaan bij de bouw van de moskee, dat ze na tien jaar al begon in te storten en gesloten werd voor het publiek. De Russen zijn vele jaren geleden begonnen met de restauratie, tot de kranen die ze ervoor gebruikten zelf tot het industrieel erfgoed gingen behoren. De Oezbeken doen het nu met de grote middelen. Ze zijn koortsachtig op zoek naar een Oezbeekse identiteit om de overlevingskansen van de jonge staat in het ruige en explosieve Centraal-Azië te garanderen. Hopelijk begaan ze bij de overhaaste restauratie niet dezelfde fout als de architect van Timoer Lenk.

Een andere leider wiens naam de Oezbeekse geschiedenis heeft getrotseerd, is Ulugh Bek, kleinzoon van Timoer. Hij wordt niet zozeer om zijn staatsmanskunst geëerd, maar eerder als wetenschapper. In plaats van verre landen te gaan veroveren, gaf Ulugh Bek les aan de madrasah van Samarkand, destijds één van de beste scholen ter wereld. Hij hield zich fanatiek met sterrenkunde bezig. Wellicht was hij een ietwat wereldvreemde leider. Hij kon niet beletten dat het rijk dat hem in de schoot was gevallen, afbrokkelde. Hij werd dan ook logischerwijze – zo ging dat toen – door zijn eigen zoon naar de hemel gestuurd. Vandaag geldt Ulugh Bek nog steeds als één der allergrootste sterrenkundigen aller tijden. Zijn opmetingen van de sterren vormen nog steeds de standaard. In zijn observatorium stond een 63 meter lange sextant die in het begin van de eeuw als bij toeval werd teruggevonden. Met zijn instrumenten berekende hij de astronomische lengte van het jaar, tot op 58 seconden juist. Maar zijn wetenschappelijke bevindingen stonden symbool voor (al te) progressieve denkwijzen die hem ook fataal werden. Een boekenwurm is blijkbaar geen goed staatsman.

Anno 2000 is Oezbekistan een land in de kering. Op zoek naar een eigen identiteit. Op zoek naar een eigen plaats in de internationale handel- en wandel. Het land is rijk aan grondstoffen (aardolie en aardgas, steenkool, uranium, zwavel, fluoriet, koper…), heeft heel wat zware industrie in huis (ijzer en staal, petrochemie) en groeit in productiesectoren als de auto- en vliegtuigbouw. Oezbekistan is ook een grote katoenproducent en kent logischerwijze een bloeiende textielnijverheid.

Er zijn dus toekomstmogelijkheden. Maar ook problemen: landbouw en industrie hebben voor een catastrofale vervuiling gezorgd in het onbezorgde Sovjet-tijdperk. Ander probleem: de politiek volgt niet op het ritme van de vernieuwing. Na het wegvallen van vadertje Sovjet heeft de Communistische Partij van Oezbekistan (CPU) de touwtjes stevig in handen genomen en elke vorm van oppositie het leven zuur gemaakt. De strategische ligging van het land maakt het er niet eenvoudiger op.

De bevolking probeert wel met de vooruitgang mee te gaan. Oezbeken houden van plezier maken en frequenteren de bruisende Shark Club of Bar Piano bij de bloedmooie Victoria. Maar terwijl de Oezbeken schijnbaar onbekommerd uit de bol gaan, staat op elke hoek van de dansvloer een kleerkast van een vent elke beweging achterdochtig gade te slaan. Herinner u: de kus van de architect werd zelfs de mooiste prinses fataal.

henk van nieuwenhove

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content