HET KOLENSPOOR

Kan een treinspoor de ruggenraat zijn voor de reconversie van de Limburgse mijnstreek ?

“Reconversie van de Limburgse mijnstreek moet meer zijn dan het Fenix-project.”

Dat is de mening van Heusdenaar Paul Boutsen (33 j.) van het Streekplatform Mijnstreek, een samenwerking tussen zeven Limburgse mijngemeenten, de Limburgse Regionale Ontwikkelingsmaatschappij ( LRM) en de Limburgse Gom. Boutsen propageert het kolenspoor, een idee die eerder al door de Beringse professor Louis Albrechts ( Instituut voor Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening, KU Leuven) werd ontwikkeld. Terwijl Albrechts het kolenspoor de deels nog bestaande treinspoorverbinding tussen alle Limburgse mijnzetels vooral ziet als een antwoord op het mobiliteitsprobleem, beschouwt Boutsen het als hét middel voor reconversie van de mijnstreek. Met het kolenspoor als kapstok wil Boutsen de mijnstreek niet alleen een eigen gezicht, maar vooral een nieuwe economie bezorgen. Het kolenspoor moet de draad vormen tussen het demonstratiecentrum voor duurzaam bouwen in Zolder, het mijnmuseum in Beringen, het Sportpark Vlaanderen in Eisden en de cultuurcluster in Winterslag én moet investeringen aantrekken. Daarvoor dient echter te worden gewacht op de masterplannen die de nv Mijnen voor alle mijnterreinen opmaakt. Het kolenspoor kan ook een toeristische attractie vormen het gemeentebestuur van As laat daarover momenteel een haalbaarheidsonderzoek doen én de schakel worden tussen verschillende, lokale toeristische attracties. Deze denkpiste wordt trouwens in opdracht van nv Mijnen onderzocht door het Leuvense Instituut voor Sociale en Economische Geografie.

Boutsen ontkent geenszins dat hij voor zijn kolenspoor de mosterd haalde bij de ontwikkelingen in het Duitse Ruhrgebied. Daar vormt niet een treinspoor, maar wel de rivier de Emscher de rode draad doorheen het 80 kilometer lange gebied waar, tussen 1961 en 1988, meer dan 320.000 mijnwerkers en staalarbeiders hun job verloren. In 1989 werd er, mee door de overheid, het project Iba Emscher Park, opgestart. Het teloorgegane industrielandschap zou veranderen in een aaneengesloten park waar het voor de 2 miljoen inwoners goed is om te wonen, te werken en zich te ontspannen. Momenteel zijn er 40 projecten goed voor 50 miljard frank investeringen. De toeristische attracties trekken jaarlijks 800.000 bezoekers. Een van dé successen is het kunstencentrum in de Gasometer in Oberhausen, waar de Ruhrversie van Fenix, CentrO, gelokaliseerd is. Dat erfgoedtoerisme succesvol kan zijn, bewijst ook de Emscher Park Eisenbahn, een mijnwerkerstreintje dat toeristen van de ene mijnsite naar de andere brengt in het Ruhrgebied. Of het Limburgse spoor eenzelfde dynamiek zal teweegbrengen als de Duitse rivier, blijft nog af te wachten.

PAUL BOUTSEN (STREEKPLATFORM MIJNSTREEK) Het kolenspoor kan de Limburgse reconversie op gang trekken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content