HET GLIBBERIGE PAD VAN DE NIEUWE REGULARISATIE
De nieuwe fiscale regularisatie is operationeel. De uitvoerings-besluiten staan in het Belgisch Staatsblad van 15 maart.
Fiscale spijtoptanten kunnen vanaf nu hun toestand regulariseren door de ontdoken belasting alsnog te betalen. Zonder boeten, belastingverhogingen of nalatigheidsinterest. Althans niet als het gaat om de regularisatie van beroepsinkomsten. Voor de overige inkomsten (zoals roerende en onroerende inkomsten) geldt wel een boete. Maar die wordt alleen aangerekend als de regularisatie plaatsvindt vanaf 1 juli van dit jaar. De boete bedraagt dan vijf procentpunten (bovenop het tarief van de gewone belasting). Gebeurt de regularisatie vanaf 1 januari 2007, dan bedraagt ze tien procentpunten.
Permanent. Wie zijn geweten voelt knagen en boetedoening overweegt, moet weten dat de nieuwe regularisatie weliswaar permanent is, maar tegelijk eenmalig. Ze is permanent in de zin dat er geen termijn staat op de mogelijkheid om volgens de nieuwe regeling een fiscale regularisatie door te voeren. De maatregel is van onbepaalde duur. Daarin verschilt hij ten gronde van de eenmalige bevrijdende aangifte (EBA), die fiscale zondaars twee jaar geleden toeliet hun situatie (tegen betaling van een bescheiden bijdrage van soms 6 %, soms 9 %) recht te zetten. Die mogelijkheid was strikt beperkt tot kalenderjaar 2004.
Eenmalig. Tegelijk is de nieuwe mogelijkheid eenmalig. Wie van de nieuwe regeling gebruik wil maken, krijgt slechts één kans. Een spijtoptant die zijn fiscale toestand slechts gedeeltelijk regulariseert, kan nadien de nieuwe regeling niet gebruiken om de rest te regulariseren. De regularisatie blijft in de nieuwe regeling ‘zonder uitwerking’ als u er al eerder gebruik van hebt gemaakt.
Let wel, de uitsluiting geldt alleen voor wie tweemaal probeert te regulariseren volgens de nieuwe regeling. Ze geldt niet voor wie bijvoorbeeld in het verleden al een andere regularisatie heeft doorgevoerd. Neem bijvoorbeeld iemand die in 2004 meegedaan heeft met de EBA, en die vaststelt dat hij toen niet al zijn zonden heeft opgebiecht. Die kan wel gebruikmaken van de nieuwe regeling. Idem voor wie in de voorbije jaren een spontane regularisatie heeft doorgevoerd. De uitsluiting geldt alleen voor wie al eerder het nieuwe systeem heeft gebruikt. Wie overweegt een regularisatie in het kader van de nieuwe regeling door te voeren, moet dus twee keer nadenken. Hij krijgt geen nieuwe kans.
Maar dat mag gerust met een korrel zout worden genomen. Niemand kan ooit het recht worden ontzegd zijn fiscale toestand spontaan te corrigeren. Ook niet als hij eerder al de nieuwe regularisatiemogelijkheid heeft aangegrepen. Het enige gevolg zal zijn dat u bij zo’n latere spontane regularisatie niet meer de voordelen en waarborgen kunt genieten waarin de nieuwe regeling voorziet. U bent dan volledig afhankelijk van de goodwill van de belastingadministratie. En van enige strafrechtelijke bescherming zal er ook geen sprake meer zijn.
Loper. Tegelijk kijkt niemand nog op als de fiscale wetgever het (zo dikwijls misbruikte) woord ‘eenmalig’ gebruikt. De EBA was ook een eenmalige amnestiemaatregel. Fiscale zondaars die er niet aan meededen, werd hel en verdommenis in het vooruitzicht gesteld. Amper een jaar later wordt de rode loper uitgerold en wordt de evangelische parabel van de verloren zoon opnieuw tot werkelijkheid gebracht. De minister van Financiën lijkt – ondanks zijn liberale roots – katholieker dan de paus.
Wat er ook van zij, het wettelijk dreigement dat de nieuwe regularisatie echt de allerlaatste kans is, is begrijpelijk. Zonder stok achter de deur, geen succesrijke campagne.
Tegelijk zou je dan mogen verwachten dat de nieuwe regularisatie in alle opzichten duidelijk is. Als de wetgever de burger een laatste reddingsboei toewerpt, moet het ook duidelijk zijn wat de consequenties zijn voor wie de reddingsboei grijpt. Nu is dat niet het geval. De wet geeft geen uitsluitsel of bijvoorbeeld ook de successierechten geregulariseerd kunnen worden. De minister zegt van wel. Maar hoe graag hij dat ook zou willen, hij is tot nader order de wetgever niet.
Termijn. In de wet wordt ook geen enkele indicatie gegeven over de termijn waarop de regularisatie moet slaan: drie, vijf, tien, dertig jaar? Hoever moet men teruggaan in de tijd? Niemand die daar vandaag een exact antwoord op weet. Volgens de minister van Financiën moet de spijtoptant dat zelf maar uitzoeken. De rode loper wordt daardoor een glibberig pad.
Een spijtoptant die niet zelf met zijn dossier naar de fiscus gaat, mag zich niet door eender wie laten vertegenwoordigen. Hij moet een beroep doen op een van de personen die volgens de antiwitwaswetgeving verplicht zijn om verdachte transacties te melden aan de witwascel (boekhouders, accountants, advocaten…). Deze verplichting legt een ander heikel punt van de nieuwe regularisatie bloot. Zij geldt niet – zoals ook in het kader van de EBA het geval was – voor tegoeden die afkomstig zijn van een witwasmisdrijf of een onderliggend misdrijf. Misbruik van vennootschapsgoederen behoort daar bijvoorbeeld toe. De rode loper wordt daardoor een nog veel glibberiger pad.
De auteur is advocaat en hoofdredacteur van Fiscoloog.
Jan Van Dyck
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier