Het etiket maakt het merk
De textielsector kreunt onder delokalisatie, zwartwerk en te scherpe marges. Belgische confectioneurs vallen als vliegen. Tijd dus voor de wereldwijde marktleider in textieletiketten, het Amerikaanse Paxar, om een… Belgisch filiaal te starten.
Om vier uur ‘s namiddags krijgt een Belgisch confectioneur een bestelling van C&A. De volgende ochtend moet hij 5000 stuks kledij in 21 varianten (maat, kleur) leveren. De wereldwijde marktleider in machines voor textieletiketten Paxar helpt de confectioneur een aardig handje. De order wordt uitbesteed aan Marokkaanse ateliers, ‘s nachts worden de diverse etiketten aangebracht en de vracht naar België gevlogen.
Bart Delaleeuw, algemeen directeur van Paxar Benelux (zie kader Belgische markt), toont met een concreet voorbeeld hoe bedrijven zich wapenen tegen de moordende concurrentie in de textielsector. Elektronische machines, die pas twee jaar wereldwijd op de markt zijn, hebben de productietermijn voor etiketten drastisch doen dalen. Bij traditionele apparatuur moet de drukpers minimum een half uur worden stilgelegd bij het maken van een nieuw cliché of het spannen van de plaat voor een nieuw etiket. De elektronische machines daarentegen worden aangesloten op een pc. Via het softwareprogramma worden de ontwerpen voor de etiketten ingevoerd. “De elektronische machine kan tien versies van etiketten na mekaar maken, zonder dat de machine moet worden stilgelegd. De confectioneur bedrukt op een uiterst flexibele manier zelf zijn etiketten met gepersonaliseerde logo’s, barcodes, voorraadreferenties enzovoort. Etiketten krijgen steeds meer toegevoegde waarde. Ze worden een beheers- en informatie-instrument. Een etiket moest er jaren mooi uitzien, niets meer. Maar vandaag steekt in de personalisering en informatisering de groeimarkt.”
DELOKALISATIE.
Maar de wereldleider biedt niet alleen de machines. Maar ook de grondstof (druk- en textiellinten, karton- of zelfklevende materialen), het ontwerp van de etiketten en de etiketten zelf (geweven, karton, textiel, speciale materialen). “Geen enkele concurrent biedt zo’n volledig gamma. Veel klanten hebben liever bij één klant een totaal pakket, onder meer om logistieke overwegingen,” zegt Bart Delaleeuw.
“De textielmarkt is zeer hard, met enorm veel delokalisatie. Maar door onze wereldwijde structuur is die delokalisatie voor ons minder erg. Levi Strauss staat erop dat haar etikettenproducent wereldwijd is georganiseerd. Het just-in-time-principe wil dat we zo dicht mogelijk bij de producent zitten. De 501 wordt zowel gemaakt in Azië, Europa als de Verenigde Staten. Wij hebben daar filialen.”
De hoofdzetel is gevestigd in New York. Paxar heeft wereldwijd 27 vestigingen, van Groot-Brittannië, over Duitsland en Polen tot Hongkong en Taiwan. In vijftien ervan wordt geproduceerd, wereldwijd zijn er 2400 werknemers. Paxar is beursgenoteerd op de NYSE. Het hoofdpakket van de aandelen blijft echter in handen van Arthur Hershaft, zoon van de stichter Leon en huidig CEO.
In 1996 wordt een geconsolideerde omzet van 7,5 miljard frank geboekt. Paxar heeft met 60 % eigen vermogen een uitermate gezonde financiële structuur. De drukmachines leveren 65 %, de etiketten 35 % van de omzet.
Levi’s is slechts één belangrijke klant. In België zijn er onder meer Santens, Andres of Lee. Paxar levert etiketten voor dames, heren en kinderen. Voor vrijetijdskledij, breiwol, aan distributiehuizen (C&A, P&C, Kreymborg) of postorderbedrijven ( 3 Suisses, La Redoute). Ook schoenen, lingerie en huishoudtextiel (dekbedden, handdoeken, lakens) hebben etiketten.
Een etiket is een zeer klein product, maar het vertegenwoordigt een gigantische markt. Een gemiddeld geklede persoon draagt 23 etiketten. Per jaar koopt één persoon drie tot vier complete ensembles. “Per kledingstuk bedraagt de gemiddelde prijs aan etiketten vijf frank. Terwijl het kledingstuk soms slechts 100 frank kost. Een etiket vertegenwoordigt dus een belangrijke kostprijs, maar waar de producent, gelukkig voor ons, niet buiten kan. We leven in een merkenmaatschappij. Op het verkooppunt wordt dat geuit in het etiket. Alles staat en valt met het etiket.”
ANTINAMAAK.
Paxar nestelt zich sinds enkele jaren consequent in de Fortune-top van de 500 snelst groeiende bedrijven ter wereld. Arthur Hershaft verklaarde in 1994 dat hij de omzet tegen 2000 wou verdubbeld zien : naar 12 miljard. Om dat objectief te bereiken, breidt Paxar volop uit. Evenredig via overnames en zelf opgerichte bedrijven. De acquisities zorgen bovendien voor een steeds verder uitdeinen van het gamma.
Begin november werd de grootste lintenfabrikant in het Verre Oosten opgekocht : Golden State (700 miljoen frank omzet in ’96). In december 1995 kocht Paxar 49 % van de aandelen van Monarch, de wereldleider van etiketteerpistolen. Monarch bezit naar eigen zeggen 50 % van de markt, de omzet in 1996 bedraagt 8,3 miljard. Arthur Hershaft wil eind 1998 Monarch voor de volle 100 % in handen hebben.
In 1994 werd een joint venture gesloten met Sensormatic, de wereldleider voor de beveiliging van kledij in winkels. Sensormatic maakt strips op kledij en de elektronische sluizen bij de ingang. “We ontwikkelen gezamenlijke producten. Steeds met de bedoeling toegevoegde waarde aan de etiketten te geven. Sinds april 1995 hebben we een chip voor de beveiliging op de markt, die in het etiket is verborgen.”
Nog zo’n hoogtechnologisch product is de antinamaakdraad. De speciale draad voor geweven etiketten is sinds begin 1996 op de markt. Paxar nam er een wereldwijd patent op. Het is een onzichtbare draad die in het etiket is geweven van merken, die worden geplaagd door namaak. De namen mag Delaleeuw niet bekend maken, dat is contractueel zo bepaald. “Het is een elektronisch beveiligde draad. Wie namaak op het spoor is, maar twijfelt, bekijkt het etiket met infraroodbestraling. Indien de draad erin zit, is het geen namaak. Daar kan de producent zeker van zijn, want wij hebben het wereldwijd patent op de draad.” De producent moet voor een order minimum één miljoen stuks laten bedrukken. De prijs van het etiket is wel dubbel zo duur dan een niet-beveiligd etiket. “Maar twee frank voor een broek van 3500 frank blijft een peulschil.”
WOLFGANG RIEPL
BART DELALEEUW (PAXAR) Een etiket moest er jaren mooi uitzien, niets meer. In de personalisering en de informatisering steekt de groeimarkt.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier