Het Amerikaanse leger moet een voorbeeld aan ons nemen

Hans Brockmans
Hans Brockmans redacteur bij Trends

Het Belgische leger bespaart op zijn investeringen. En dat is géén probleem, zeggen minister van Defensie André Flahaut en de militaire topman August Van Daele in koor. Wij zijn immers veel efficiënter dan de Amerikanen. Maar de bestellingen van Flahaut doen in eigen land veel stof opwaaien.

We treffen een gelukkig duo aan op het kabinet van Landsverdediging. Generaal August Van Daele en minister van Defensie André Flahaut ( PS) komen net terug van James L. Jones, de militaire bevelhebber van de Navo in Europa. “Hij feliciteerde ons omdat België op een efficiënte en intelligente manier de strategie van de Navo volgt,” aldus Van Daele. “Het verwijt als zou ons leger te weinig investeren in materiaal en hopeloos achterlopen op de militaire trends, is dus ongegrond.”

“Integendeel,” voegt zijn politieke chef Flahaut eraan toe. “Jones waarschuwde zelfs dat we beter niet overhaast materiaal bestellen en definitieve keuzes maken. Binnen de Navo moeten we immers nog overleggen over de verdeling van de kerntaken.”

Beiden trekken van leer tegen persberichten zoals die van The Wall Street Journal, die het Belgische leger ronduit belachelijk maken. Van Daele: “Onze F-16‘s zijn state of the art. Onze luchtmacht is perfect in staat deel te nemen aan een oorlog zoals in Irak. Onze landtroepen nog niet. Die maken we tegen 2015 klaar voor oorlogsvoering op dat niveau. Hun inzetbaarheid – het rendement op het terrein – verhoogt van 40 naar 68 %.”

Nieuwe hervormingen

Flahaut is ook om andere redenen in zijn sas. We interviewden hem enkele dagen voor de ministerraad van vorige week vrijdag, die het groene licht gaf voor 2,4 miljard euro aan legerbestellingen tijdens deze regeringsperiode. Dit investeringsprogramma werkt het zogenaamde Stuurplan van december 2003 uit. Het Stuurplan hervormt de eerdere scenario’s (van 2000 en 2003) voor de investeringen in defensie. Naast een afslanking van 40.000 naar 35.000 militairen voorziet het plan in 3,6 miljard euro aan investeringen tussen nu en 2015.

La défence est difficile à défendre,” zegt Flahaut. “Landsverdediging is geen prioriteit voor Verhofstadt II. Er is geen enthousiaste meerderheid en evenmin een enthousiaste oppositie voor extra investeringen. Als een nieuwe situatie – wereldwijd of in de Europese Unie – een aanpassing van het budget vereist, zal dat gebeuren. Maar voorlopig kunnen we met de beschikbare middelen het leger tegen 2015 klaarstomen tot een modern apparaat.”

Volgens het Stuurplan bereikt ons leger in dat jaar het Europese gemiddelde van investeringen per militair. Generaal Van Daele: “Nuance: volgens het plan willen we dat gemiddelde benaderen, niet halen. In 2015 evolueren we naar 15.100 euro per militair.” Nu spendeert ons land jaarlijks per soldaat 5700 euro aan nieuw materiaal.

België bengelt onderaan het lijstje van militaire investeringen per burger (zie tabel: Hoeveel geven we uit aan het leger?). Dit jaar en in 2005 zal het leger nochtans ongeveer 30 % van het budget spenderen aan nieuwe investeringen ter waarde van 1,6 miljard. Dat is veel, maar met de rest van de totale portefeuille van 3,6 miljard uit het Stuurplan geeft het leger van 2005 tot 2015 jaarlijks 200 miljoen euro of nog geen 10 % van zijn budget uit aan nieuw materiaal. Daarmee hinkt het Belgische leger ver achterop tegenover het Navo-gemiddelde (25 %), dat fiks wordt omhooggetrokken door de Amerikaanse inspanningen.

Flahaut: “Klopt. Amerika geeft veel geld uit aan defensie. Maar wij geven het geld beter uit. De Amerikanen zijn geen goede investeerders. De Air Force koopt zijn vliegtuigen, de Navy de hare. En ook de landmacht spendeert middelen aan vliegtuigen. Bovendien worden de kosten van het Amerikaanse leger vermenigvuldigd door het behoud van ettelijke generale staven met talrijke officieren, die technologisch performant zijn maar te weinig aandacht hebben voor het welzijn van de soldaten.”

Oorlog in het leger

Vóór 2002 beschikte ook ons leger over een aparte land-, lucht- en zeemacht, die permanent met elkaar op voet van oorlog leefden. Flahaut: “Ooit wilde luitenant-generaal Guido Van Hecke van de luchtmacht mij niet vergezellen naar de grondtroepen in Kosovo. Bij een bezoek aan de luchtoperaties in Mendola (Italië) met stafchef Guy Bastien (landmacht), voelde ik me ongemakkelijk in zijn plaats. De luchtmachtmilitairen keken op hem neer als iemand met de verkeerde kleur, die er toch niks van begreep.”

Flahaut maakte mee dat de ene eenheid kranen vroeg, die een andere al had. Enkele weken later volgde een gelijkaardige bestelling door de medische dienst. “Aparte bestellingen voor hetzelfde materiaal jagen de kost omhoog,” aldus de minister.

Ingenieur Van Daele is de stuwende kracht achter de hervorming van het militaire aankoopbeleid. Bij de start op de logistieke dienst van de luchtmacht ergerde hij zich al aan de versnippering op het vlak van bestellingen. Van Daele voerde de praktijk in om een groot order van de hele luchtmacht over enkele jaren te spreiden. “De lezer van Trends zal dat wel logisch vinden,” zegt hij. “Het centraliseren van aankopen is een standaardpraktijk in goed management. Binnen de strijdkrachten was het echter een revolutie.” Bij de luchtmacht centraliseerde Van Daele alle steunoperaties. Als hoofd material resources onder zijn voorganger, Willy Herteleer, gebruikte hij zijn expertise als aankoper voor het hele leger.

Kleine monsters

Ook inhoudelijk lanceerde Van Daele een grondige hervorming. Hij veranderde de vroegere praktijk waarbij de ingenieurs van de wapenschool producten uittekenden, die dan op maat werden gemaakt door de industrie. “Het leger creëerde kleine monsters, wapensystemen die nergens ter wereld bestonden en waarvoor de industrie handenvol geld aan onderzoek en ontwikkeling moest besteden,” getuigt hij. “Het is gedaan met die peperdure praktijk. We kiezen voortaan off the shelf-producten in de militaire of de burgerlijke industrie. Het leger gaat de markt op, net als elk normaal bedrijf.”

In december 2003 keurde de ministerraad programma’s goed – zoals de bestelling van 779 vrachtwagens – voor heel het leger. Volgens Van Daele staat dit dossier symbool voor de goede werking van het systeem. “Er waren nergens problemen, en ook geen lekken die vroeger werden gelanceerd om bepaalde programma’s te torpederen,” klinkt het. “De uitgaven bleven binnen de raming. Dat was vroeger zelden het geval.”

Volgens de generaal staat België in de Navo model als denkoefening voor de eigen herstructureringen. Hij schat dat hij zo’n 30 tot 40 % kan besparen met de nieuwe aankoopfilosofie.

Van Daele: “Vroeger bleef materiaal ter waarde van miljarden ongebruikt in de magazijnen staan. Ik ben ervan overtuigd dat we met de nieuwe aanpak een flink deel van de besparingen kunnen opvangen, zeker voor de investeringen van het landleger.”

Flahaut: “Het gaat dus niet op om aan de hand van lijstjes te bewijzen dat wij niet investeren…”

Van Daele: “… omdat die geen rekening houden met de hoge efficiëntie van het beheer van dit bedrijf.”

Flahaut: “Voilà.”

Waals favoritisme?

In december 2003 was er heel wat commotie rond de modernisering van houwitsers en commandopantsers. Het Waalse bedrijf EMI voert deze opdracht van 5,56 miljoen euro uit. Volgens de oppositie was dit indirecte staatshulp van Flahaut aan een doodziek bedrijf, omdat een modern leger dit soort wapens niet meer nodig heeft. De generaal schiet zijn minister te hulp. “We moeten de mensen van de artillerie een toekomst geven. Dus gaat het niet op dat we hun verouderde wapens van de ene op de andere dag schrappen zonder een alternatief. Ook in een overgangsperiode hebben ze wapens nodig. De modernisering van de houwitsers heeft dus een militaire logica.”

Dezelfde redenering geldt voor de midlife update van de F-16’s (bij Sabca), die nu stilaan afloopt. Een verdere modernisering is nodig om de vliegtuigen operationeel te houden. Maar was het noodzakelijk geld uit te geven aan het onderhoud en de modernisering van achttien van de negentig F-16’s (in Waalse ateliers), terwijl de regering besliste deze tuigen te schrappen? Flahaut: “We hebben een overschot aan vliegtuigen, waarvan de verkoop niets opbrengt als ze niet modern zijn uitgerust. Onlangs waren we ze bijna kwijt aan Tsjechië, maar de Zweedse producent scoorde net iets beter met de JAS-39 Gripens.”

Dit herinnert ons vaag aan de modernisering van de Mirages in de jaren tachtig, die het leger bijna 3 miljard euro kostte en die later voor 40 miljoen werden verkocht aan Chili. “Het aanbod aan niet-gebruikte gevechtsvliegtuigen is enorm,” verdedigt Van Daele. “Je moet die afgeschreven vliegtuigen op punt houden, anders raak je ze aan niemand kwijt. Weet u dat op een Amerikaanse luchtmachtbasis in Arizona honderden F-16’s in de woestijn worden gestockeerd?”

Vlaamse defensiekringen reageren kregelig op het feit dat heel wat van Flahauts beslissingen perfect inspelen op de Waalse industrie. Zo kregen Waalse bedrijven ook 80 % van de 1,3 miljard euro aan (zogenaamd “afgeschafte”) compensaties voor de aankoop van de militaire Airbussen.

Flahaut annuleerde in 2000 ook de bestelling van nieuwe kustmijnenvegers bij de Antwerpse scheepsbouwer SKB, een contract van 294,4 miljoen euro. “Ik heb hierover een hoop kwakkels in de pers gelezen,” aldus een geïrriteerde Flahaut. “Mij interesseert alleen wie de beste diensten levert, niet waar het bedrijf toevallig is gevestigd. Ik zag dat ons leger als enige in de wereld fregatten bestelde waarvan alle specialisten het nut betwijfelen. Dan grijp ik in. Ik betaal liever een schadevergoeding dan nutteloze tuigen over onze Noordzee te laten dobberen.”

Heeft iemand bij Defensie dan een zware fout gemaakt?

Flahaut: “Inderdaad, dat geef ik grif toe. Er was binnen Defensie wanbeheer, omdat bepaalde machten alleen aan hun eigen belangen en niet aan die van Landsverdediging dachten.”

Was admiraal Willy Herteleer dan verantwoordelijk voor dit wanbeheer?

Flahaut: “Ja. Binnen de zeemacht had je kliekjes, zoals de fregattiers en de mijnenjagers. En elk wil zijn bestelling plaatsen. Maar die logica bestaat niet meer.”

Liever Frans?

Ook de planning rond het navire de transport de base logistique ( NTBL) liep in het honderd. De geraamde kostprijs voor dit logistieke schip steeg in de loop der jaren van 75 naar 246 miljoen euro. Volgens insiders hoopte Flahaut dat het NTBL zou worden gebouwd door de Franse Direction Générale des Constructions Navales, dat al garanties zou hebben gegeven voor bestellingen bij de Waalse industrie.

Uiteindelijk selecteerde het leger echter de Nederlandse scheepsbouwer De Schelde. En toen werd het contract plots geschrapt. Flahaut wil dit niet bevestigen. “Ik word het beu dat vanuit Defensie lekken worden georganiseerd. De prijs van het schip steeg tot zulke proporties, dat de financiering onhaalbaar werd. Dat is de enige reden van het uitstel. Wel vernamen we bij de Navo-bevelhebber dat er binnen de organisatie een tekort is aan moderne maritieme transportmodi. Misschien werken we in de toekomst met Europese ( nvdr – Franse?) partners wel aan zo’n project.”

Flahaut blies ook de bestelling af van 121 gepantserde verkenningsvoertuigen op wielen bij het Britse Alvis, een order van 160,3 miljoen euro. Ging zijn voorkeur naar de Franse kandidaat, Groupement Industriel d’Armement Terrestre? Flahaut: “Neen. Dat bedrijf voldeed trouwens niet aan de voorwaarden. Op een bepaald moment veranderde plots de rangschikking van de kandidaten voor de levering. Dat gebeurde na een interventie van een officier op basis van een technisch document, dat een aantal nieuwe criteria toevoegde. Dat is tegen de regels. In het Agusta-dossier gebeurde iets gelijkaardigs, weet u, met de bekende gevolgen. Ik weiger zo’n spel mee te spelen.” Vorige week besliste Flahaut dat het leger de volgende jaren de huidige verkenningsvoertuigen moderniseert.

Volgens het weekblad Knack hangt boven Defensie zo’n 100 miljoen euro aan schadeclaims als gevolg van het gerommel met aanbestedingsprocedures (Alvis, SKB, De Schelde). “Totaal uit de lucht gegrepen,” noemt Flahaut dat bedrag. De suggestie als zou de bestelling van twee fregatten bij de Nederlandse marine (en het onderhoud door De Schelde) en de modernisering van de bestaande schepen (bij SKB) als pasmunt kunnen dienen om de geschillen te beslechten, wordt van de hand gewezen. “Zo werkt dat niet,” ontkent hij.

De minister kiekt de fotograaf

Defensiechef Van Daele pleit voor een aanpassing van de rigide aankoopprocedures, die uitgaan van een bepaald type materiaal waaraan in de loop van de aanbesteding niet kan worden getornd. “Liever zou ik over zo’n aankoop willen onderhandelen met potentiële leveranciers en tijdens de procedure bepaalde elementen aanpassen als dat de prijs kan drukken. Die procedure bestaat, maar wordt weinig toegepast. Mijn persoonlijke mening is dat we de aankoopprocedures moeten versoepelen.” Waarop Van Daele zekerheidshalve de minister toefluistert: “Ça va?”

Jawel, Flahaut gaat akkoord. “De huidige wetgeving over de militaire bestellingen maakt het bijna onmogelijk eerdere beslissingen bij te sturen, zelfs als de omstandigheden volledig veranderd zijn.”

Blijft de vraag waarom ons leger zoveel taken zelf in handen neemt. Kan het leger niet beter vaker een beroep doen op het bedrijfsleven en zich beperken tot de kernactiviteit: vechten? Van Daele: “Britse en Franse strijdkrachten doen dat steeds meer. Ze werken perfect in synergie met de industrie. Bij ons lukt dat minder. Als een bedrijf me kan garanderen dat het me op een bepaald soort activiteiten 10 of 15 % kan laten besparen, ga ik er onmiddellijk mee aan tafel zitten.”

Terwijl de generaal zeer ernstig aan een uitleg wil beginnen, toont de minister meer interesse voor het materiaal van onze fotograaf dan voor het interview. Plots loopt hij, terwijl de Chief of Defence zijn woorden wikt, naar de andere kant van de tafel, neemt het fototoestel, gaat terug op zijn stoel zitten en begint eraan te prutsen. “Waar moet ik duwen? Het werkt niet.” Onze fotograaf gebaart hoe het moet. En de minister neemt een foto van hem.

Van Daele wordt er nerveus van. Hij besluit: “Ik wil pragmatisch zijn. Een sale-and-leaseback van onze lesvliegtuigen, gekoppeld aan een onderhoudscontract, is in theorie mogelijk. Ik ben in België echter nog geen enkele ondernemer tegengekomen die me kan garanderen dat hij onze activiteiten kan overnemen tegen een lagere prijs. Anders zou ik het al lang hebben gedaan.”

Hans Brockmans

“De vorige bevelhebber, Willy Herteleer, was verantwoordelijk voor wanbeheer, omdat bepaalde legerafdelingen alleen aan hun eigen belangen en niet aan die van Landsverdediging dachten.”

“Vroeger bleef materiaal ter waarde van miljarden ongebruikt in de magazijnen staan.”

Minister Flahaut neemt plots het fototoestel van de fotograaf en

begint eraan te prutsen. “Waar moet ik duwen? Het werkt niet.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content