HET ACW ZIT NOG OVERAL

De relatie tussen de CD&V en het ACW is na de verkiezingen van 13 juni bekoeld en zijn invloed lijkt te tanen. Maar dat is slechts schijn. Via het sociaal overleg en dankzij de contacten met andere partijen kan de christelijke arbeidersbeweging haar invloedrijke positie bestendigen.

‘Overheid neemt beter administratie vakbonden en ziekenfondsen over’, titelde het christelijke opinieweekblad Tertio eind april 2009. In een kritisch artikel werden vragen gesteld bij de rol die de vakbonden en ziekenfondsen spelen in de uitbetaling van werkloosheidsuitkeringen of ziektekosten.

Volgens het blad kan een massa geld bespaard worden door moderne informaticatechnieken toe te passen bij de uitbetaling van die uitkeringen. Bovendien is het niet meer van deze tijd dat de tussenstations als vakbonden en mutualiteiten die taken op zich nemen, zo stelde Tertio.

De reactie liet niet op zich wachten. Het artikel was een aanval op het ACV en de christelijke mutualiteit, de twee belangrijkste deelorganisaties van het Algemeen Christelijk Werknemersverbond (ACW), de koepel van de christelijke werknemersorganisaties. Meteen zette ARCO, de financiële poot van het ACW (zie kader Het geld van het ACW), de betaling van steunabonnementen aan Tertio stop.

Officieel wilde niemand bevestigen dat er tussen het artikel en de beslissing van het ACW een verband bestond, maar het ACW maakt wel duidelijk dat het zwaar ontgoocheld was over het standpunt van Tertio.

Dat versterkt het beeld dat het ACW zijn invloed aanwendt telkens de belangen van de christelijke arbeidersbeweging worden geschaad. En die belangen situeren zich op twee niveaus.

Het eerste niveau is de machtspositie die vakbonden en mutualiteiten bezetten door het beheer van de sociale zekerheid. Een regionalisering van de sociale zekerheid sluit niet uit dat een Vlaamse politieke meerderheid beslist dat vakbonden niet langer stempelgeld betalen of mutualiteiten ziektekosten terugbetalen. Daar is een organisatie als het ACW als de dood voor, want de vakbond (nationaal 1,7 miljoen leden) en de mutualiteit (4,7 miljoen leden) vormen de ruggengraat van de beweging.

Het tweede niveau is de christelijk geïnspireerde sociaaldemocratische maatschappijvisie van het ACW. Als middenveldorganisatie verdedigt het ACW die principes in het openbaar. Aftredend voorzitter Jan Renders is er in interviews altijd openlijk voor uitgekomen dat hij als nummer één van Vlaanderens grootste sociale beweging ook aan de nodige beïnvloeding heeft gedaan bij de beleidsmakers. Hij wordt eind augustus vervangen door Patrick Develtere, nu nog hoofd van het aan het ACW gelieerde Hoger Instituut voor de Arbeid (HIVA).

Het is in de loop van de jaren inderdaad een klassieker geworden. Na elke verkiezing roept de voorzitter van het ACW de regeringspartijen op om een sociaal regeerakkoord af te sluiten. Of concreter: de ACW-voorzitter vraagt aan de CD&V, waarmee het ACW een ‘bevoorrechte relatie’ heeft, in eerste instantie een centrumlinkse regering te vormen.

Een regering van christendemocraten en socialisten dus, eventueel aangevuld met de groene partijen. De voorbije jaren heeft Renders niet nagelaten om zowel op federaal als Vlaams niveau urbi et orbi een coalitieadvies te geven.

Met de federale verkiezingen van 13 juni 2010 was het anders. Luc Cortebeeck, voorzitter van de vakbond ACV en dus een van de belangrijkste deelorganisaties van het ACW, riep nog voor de stembusgang op om niet voor de N-VA te stemmen.

Meer dan twee maanden later zijn ze er bij de bevoorrechte partner CD&V nog altijd niet goed van. Binnen de christendemocratische partij zien ze de oproep van Cortebeeck als een van de redenen voor de N-VA-verkiezingsoverwinning en de electorale pandoering die de CD&V moest incasseren. “Nog tijdens de campagne hebben we gewaarschuwd voor het averechtse effect van die oproep”, zegt een CD&V-kaderlid. “Eigenlijk wisten we toen al dat een nederlaag onafwendbaar was.”

CD&V is geen ACW+

Op 13 juni liep het Vlaamsgezinde en rechtse CD&V-electoraat over naar de N-VA. De Vlaamse christendemocraten lijken nu op het eerste gezicht meer dan ooit een ACW+. Betekent dit dat de CD&V in de toekomst nog meer dan vroeger de spreekbuis wordt van de christelijke arbeidersbeweging? Wellicht niet.

Politoloog Carl Devos (UGent) ziet de invloed van het ACW binnen CD&V niet toenemen. “Het is natuurlijk koffiedik kijken. Maar ik denk toch dat de CD&V er alles aan zal doen om aan te tonen dat de partij geen ACW+ is. De CD&V is een groot deel van haar rechterzijde verloren en probeert de komende jaren om dat electoraat terug te winnen. Dat betekent een meer Vlaamse en rechtsere koers. Dat Wouter Beke en zeker Kris Peeters tijdens de preformatieperiode aanschuiven bij Elio Di Rupo is voor mij veelzeggend. Ik vind het niet zo evident dat de Vlaamse minister-president met een Unizo-achtergrond tijdens die onderhandelingen op de voorgrond treedt. Het wijst toch op een verschuiving van de verhoudingen binnen die partij.”

De politoloog ziet de invloed van het ACW op de CD&V dus eerder verzwakken. “De vooruitzichten voor een hartelijke relatie zijn ook niet zo rooskleurig als we de standpunten van de CD&V over een aantal concrete thema’s bekijken. Mensen als Kris Peeters pleiten voor een verregaande staatshervorming en de CD&V zal in dossiers zoals brugpen-sioen en eindeloopbaan dichter aansluiten bij het centrumrechtse N-VA.”

Voor middenveldorganisatie ACW is de verkiezingsuitslag een dubbele tegenslag. De bevoorrechte partner weegt minder zwaar door op het beleid én schuift op naar rechts. Decennia kon het ACW haar verzuchtingen kwijt bij een belangrijke regeringspartij, eerst de CVP, later de CD&V. De paarse regeringsperiode uitgezonderd leverde topoverleg tussen de leiding van het ACW en de partij geregeld resultaten op.

Het ACW kan het beleid in een sociale richting duwen dankzij de contacten die het had met een aantal christendemocratische mandatarissen met een duidelijke ACW-stempel. De top van het ACW (Renders, Ann Demeulemeester en Luk Verschueren) heeft een rechtstreekse lijn met ACW’ers in de federale en Vlaamse regering. Het aantal CD&V-excellenties met een ACW-etiket oogt indrukwekkend: Yves Leterme, Steven Vanackere, Inge Vervotte en op Vlaams niveau Hilde Crevits, Joke Schauvlieghe en Jo Vandeurzen.

In het nieuw verkozen federale parlement hebben nog heel wat CD&V’ers met een ACW-achtergrond zitting, bijna de helft van de achttien federale CD&V-parlementsleden. Bovendien heeft er wel altijd een lid van het ACW-partijbestuur zitting in het partijbureau van de CD&V. En elke maand zijn er vergaderingen tussen CD&V-parlementsleden, de top van het ACW en de CD&V-ministers.

Die travaillistische connectie dreigt nu dus verloren te gaan, ook al omdat CD&V in de volgende regering sowieso minder ministers mag leveren, maximum twee. En daar zal dus één niet-ACW’er bij zitten. Moet het ACW zich nu zorgen maken? Zal ze nog op het beleid kunnen wegen? En dreigt de band met een rechtse CD&V niet te verdwijnen?

Volgens Carl Devos niet. “De bevoorrechte relatie tussen partij en beweging is altijd gespannen geweest. Van zodra de CD&V een economisch meer liberale koers wil varen, worden die banden wel openlijk in vraag gesteld.”

Dat is ook nu weer het geval. In een artikel op de website van dewereldmorgen.be stelde een aantal ACW’ers kort na 13 juni openlijk de relatie tussen ACW en CD&V in vraag. Dewereldmorgen.be wordt gesteund door middenveldorganisaties als de drie vakbonden, 11.11.11, Oxfam, Vredeseilanden en Attac.

Omer Mommaerts en Jef Mariën, lid van de Beweging CAB, een werkgroep van ‘kritische en progressieve militanten binnen de christelijke arbeidersbeweging’, pleiten er openlijk voor de band met CD&V door te knippen.

Lonken naar sp.a en Groen!

Devos ziet het zover niet komen, maar ACW’ers schurken op zo’n moment dichter aan bij sp.a en ook Groen! De pleidooien die Peeters en Beke aan de federale onderhandelingstafel houden voor een gecommunautariseerde gezondheidszorg gaat in tegen het ACW-standpunt. De arbeidersbeweging staat op de lijn van sp.a en Groen! die een federale gezondheidszorg willen behouden. Vooral tussen Groen! en ACW is er vaak sprake van ‘chemie’.

“Het is bekend dat Agalev vroeger heel wat figuren heeft binnengehaald uit het middenkader van de LBC, de bediendencentrale van het ACV”, zegt Devos. “Het ACW voert gesprekken met socialisten en groenen, het gebeurt wel eens dat congresteksten worden uitgewisseld of dat er gepraat wordt met parlementairen uit die partijen over de standpunten die moeten worden ingenomen in de kamercommissie Sociale Zaken. Maar als puntje bij paaltje komt, deinzen ze er toch voor terug om de band met de CD&V te verbreken.”

Volgens voormalig Agalev-topman Jos Geysels (zelf afkomstig uit de christelijke arbeidersbeweging) verkijkt de linkerzijde zich vaak op het ACW. “Zeker met het toenemende belang van het middenveld is het ACW weer meer een sociale beweging geworden. De linkerzijde droomt nog te veel van de progressieve frontvorming. Er zijn inderdaad meningsverschillen met de CD&V en als de spanningen oplopen, hoopt links een verbond aan te kunnen gaan met de christelijke arbeidersbeweging. De congresteksten zijn nochtans duidelijk. Het ACW blijft ingebed in de christendemocratie, maar met antennes naar andere partijen en bewegingen.”

“Trouwens, hoe zit dat met die verkiezingsuitslag? Volgens mij zijn er op 13 juni misschien zelfs ACW’ers teruggekeerd naar de partij. Er zijn spanningen geweest over het kartel CD&V/N-VA en nu over de staatshervorming. Maar Jan Renders is niet tegen een staatshervorming. Alleen mag er niet geraakt worden aan fiscaliteit of sociale zekerheid. Nu, het ACW gaat de relatie niet verbreken als de CD&V zich nu radicaler zal opstellen als Vlaamsgezinde partij.”

De ACW-cabinetards

De bevoorrechte band is te belangrijk, want het ACW wendt zijn invloed niet alleen rechtstreeks aan bij de top van de partij, maar ook via de ministeriële kabinetten. En daar zit het nog altijd snor.

Tal van cabinetards heeft een ACW-signatuur. En niet alleen bij de CD&V-ministers, al staat het gros wel op de payroll van de Vlaamse christendemocraten. Wim Coumans, de kabinetschef van aftredend minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven Inge Vervotte, is zo’n commis d’état wiens carrière gelanceerd werd via de studiedienst van het ACV. Andere kabinetsmedewerker met ACW-achtergrond is directeur overheidsbedrijven Michel Bovy (de voormalige ACV-man van de NMBS).

Een typische ACW-kabinetsmedewerker vinden we ook bij minister van Buitenlandse Zaken Steven Vanackere, met zijn directeur Eddy Peeters. Die op zijn beurt ex-kabinetschef is geweest van Jo Vandeurzen.

Andere belangrijke figuur uit de beweging is Mark Loix, ex-CM en nu specialist volksgezondheid bij Yves Leterme. Ook kabinetssecretaris en adviseur arbeidsmarktbeleid Caroline Van Gutschoven komt uit het ACW. Het zou echter verkeerd zijn te denken dat Yves Leterme – met ACW-etiket – zich alleen laat omringen door figuren uit de beweging. Een van zijn belangrijkste adviseurs is bijvoorbeeld Chris Botterman, een topman uit de Boerenbond.

Voor het ACW is het niet alleen belangrijk met welke ministers er een relatie bestaat. Al even cruciaal zijn de bevoegdheden die ministers met een ACW-etiket bekleden. Sociale departementen zijn bijvoorbeeld zeer belangrijk voor het ACW. Dat geldt zeker voor het ministerie van Werk. Als er de voorbije jaren een christendemocraat op het departement Werk zat, dan was dat steevast een ACW’er.

Bij de christelijke arbeidersbeweging waren ze dan ook not amused toen de ex-gedelegeerd bestuurder van Voka, Philippe Muyters (N-VA), vorig jaar Vlaams minister van Werk werd. Met Joëlle Milquet als aftredend federaal minister van Werk zat het ACW dan ook gebeiteld. Gilbert De Swert, voormalig hoofd van de ACV-studiedienst, is nog altijd adviseur van Milquet. Belangrijker is Peter Vansintjan, de kabinetschef Werk van de cdH-politica. Hij heeft een hele carrière binnen het ACW achter de rug. Hij was ook de sociale bemiddelaar tijdens het sociaal conflict bij Carrefour.

Cruciaal voor sociaal overleg

Meteen zitten we bij een ander kanaal waarlangs het ACW zijn invloed uitoefent. Minstens even belangrijk als de politiek is het sociaal overleg. En daar heeft de christelijke arbeidersbeweging een streepje voor op het ABVV.

“Sociale akkoorden worden in essentie altijd gesloten door het VBO en het ACV”, zegt een bron bij de Belgische werkgeversorganisatie. “Unizo, dat zich aan werkgeverskant vaak het hardst opstelt, sluit zich daar dan bij aan. Voor het ABVV is dat niet altijd het geval. Zij hebben noch het Globaal Plan, noch het Generatiepact goedgekeurd.” Het ACV is voor werkgevers de meest stabiele sociale partner en dat versterkt aan tafel het gewicht van de christelijke arbeidersbeweging.

“Eigenlijk zitten we met drie aan tafel: de werkgevers, het ACV en het ABVV”, klinkt het bij het ACV. Het ACV bleek ook tijdens de paars-groene en zeker tijdens de paarse regeringsperiodes incontournable in het sociaal overleg. De rol van ACV-voorzitter Luc Cortebeeck bij de totstandkoming van het Generatiepact in 2005 kan moeilijk worden onderschat.

Dat de CD&V toen niet in de regering zat, was geen probleem. Voor het ACW is die positie van de vakbond binnen de groep van Tien (het gremium van interprofessionele onderhandelaars) een geruststelling. Grote sociaaleconomische dossiers over arbeidsmarktbeleid, gezondheidszorg of vergrijzing komen altijd op de tafel van de sociale partners terecht. Het is een traditie in het Belgische overlegmodel dat ze daarbij worden betrokken. Vooral het ACV waakt erover dat een regering in die dossiers geen soloslim gaat spelen.

Een recent voorbeeld was de oproep van ACV-voorzitter Luc Cortebeeck aan de regeringsonderhandelaars om twee keer na te denken alvorens te besluiten de kinderbijslag te splitsen. Hij geeft toe dat het “aan de politici is om de zaken af te bakenen, maar ik hoop dat de sociale partners inspraak krijgen over de concrete invulling als de kinderbijslag zou geregionaliseerd worden”.

De christelijke vakbond speelt als sociale partner ook waakhond in het sociaal overleg omdat organisaties van het ACW als beheersorganen van de sociale zekerheid betrokken partij zijn bij de meeste beslissingen. “Neem de discussie over arbeiders-bedienden”, vertelt een hr-manager en sociaal onderhandelaar.

“Vakbonden staan daarbij niet alleen op de rem omdat ze vrezen dat de opzegtermijnen van bedienden in een eenheidsstatuut worden afgebouwd. Een belangrijk onderscheid tussen arbeiders en bedienden heeft te maken met het vakantiegeld. Bedienden krijgen dat direct uitbetaald van de werkgever. Arbeiders krijgen hun vakantiepremie via een sectoraal vakantiefonds dat mee door de vakbonden wordt beheerd. Als die vakantiekassen worden afgeschaft en iedereen door de werkgever wordt betaald, is dat voor de vakbonden een financiële aderlating. Daarom zie ik de sociale partners niet vlug een oplossing vinden voor het onderscheid tussen arbeiders en bedienden.”

Door ALAIN MOUTON, COVERfotografie PAT VERBRUGGEN

Sociale akkoorden worden in essentie altijd afgesloten door het VBO en het ACV.

De CD&V legt de schuld voor de verkiezingsnederlaag voor een belangrijk deel bij het ACW.”Ik denk dat de CD&V er alles aan doet om aan te tonen dat de partij geen ACW+ is” Professor Carl Devos

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content