‘Hernieuwbare energie lost niet alles op’
Redelijkheid. Als een volbloed ingenieur bepleit Philippe Van Troeye rationaliteit en transparantie in de discussies met overheid en regulatoren.
Nee, witte rook is er nog niet in de onderhandelingen met de regering over de verlenging van de levensduur van de kerncentrales Doel 1 en Doel 2. Ook voor de stilliggende reactoren Doel 3 en Tihange 2 is het nog afwachten, al verkiest Philippe Van Troeye het woord ‘waterstofinclusies’ boven ‘scheurtjes’. En het onderzoek naar de sabotage in Doel 4 is evenmin afgerond. Maar beweren dat Electrabel de energieschaarste zou creëren, zoals de groenen beweren, is onzin. “We verliezen juist geld aan elke centrale die stilligt.” Van Troeye wil geen polemiek, maar vooral de positie van zijn bedrijf verduidelijken.
De Henegouwse ingenieur klom gestaag op in de hiërarchie van GDF Suez. Na zeven jaar als productieverantwoordelijke voor België en Luxemburg werd hij in 2012 bevoegd voor alle productie-eenheden van GDF Suez in Europa. Die job cumuleert hij, na het opstappen van Sophie Dutordoir begin 2014, met die van CEO van Electrabel België.
Niet alleen Electrabel, maar de hele energiesector heeft het moeilijk.
PHILIPPE VAN TROEYE. “Dat klopt. Tegelijk is er een discrepantie: in het Westen denken we dat de elektriciteit vanzelf uit de muur komt, maar wereldwijd hebben nog meer dan een miljard mensen geen toegang tot elektriciteit. Dat verbeteren is een van de grootste uitdagingen. Energie is een vector voor groei en de sociale vooruitgang. Globaal zitten we dus in een groeisector.
“Wat iedereen soms uit het oog verliest, is dat kolen wereldwijd nog altijd onze belangrijkste energiebron zijn. Gas staat op een verre tweede plaats. Hoe maken we dat compatibel met andere uitdagingen, zoals het klimaat? Het aandeel hernieuwbare energie stijgt, maar is goed voor amper 4 procent van onze bevoorrading. Er is dus nog veel te doen.”
Europa speelt daarin een voortrekkersrol.
VAN TROEYE. “In Europa spelen verschillende uitdagingen. De liberalisering was een grote structurele verandering. Daarbovenop kwamen de innovaties en de zware subsidies voor hernieuwbare energie, en nu de drastische daling van de kolenprijs. Dat maakt het systeem complexer: de rol van de verschillende actoren in de waardeketen — netwerkbeheerders, producenten, leveranciers,… — is almaar moeilijker uit te leggen. Dat leidt tot onbegrip bij de regering. Ik wil de dialoog versterken, proberen het onbegrip weg te nemen door transparant te zijn.”
Ga uw gang.
VAN TROEYE. “Er zijn drie paradoxen. Ten eerste: de marktprijs van elektriciteit lag al lang niet meer zo laag: 40 procent lager dan in 2007. Maar voor de klant is de prijs wellicht de hoogste sinds vele jaren: meer dan 40 procent hoger, door netwerkkosten, subsidies voor groene energie, enzovoort. En dan mogen we nog blij zijn dat de leveranciers hun prijzen hebben verlaagd en dat de btw naar 6 procent is gegaan.
“De tweede paradox is die van de bevoorradingszekerheid. De dreiging van een brown-out blijft zeer aanwezig. Door de lage marktprijs blijft de toestand penibel. Tegen 2020 zou nog eens 110 gigawatt aan productiecapaciteit in Europa sluiten om economische redenen.
“Ten slotte zijn er de ambitieuze doelstellingen voor hernieuwbare energie. Europa heeft gekozen voor minder CO2-uitstoot. Alleen hebben kolen, dankzij het sluiten van de kerncentrales, 5 procent marktaandeel gewonnen. Duitsland is de groene kampioen, maar haalt 7 procent van zijn energie uit zon, 9 procent uit wind, 10 procent uit biomassa, en 45 procent uit steen- en bruinkool. En de uitstoot stijgt er. We moeten niet denken dat alles kan worden opgelost door hernieuwbare energie alleen, of door de kerncentrales te sluiten. We moeten de complementariteit zoeken.”
Duitsland heeft wel een visie.
VAN TROEYE. “Dat klopt. En ze laten de consumenten en de kmo’s daar de volle prijs voor betalen, niet de industrie. In Europa moet veel meer naar coherentie worden gezocht, om te vermijden dat de Belgische industrie naar het Duitse hoofdkwartier wordt gedreven. Daarom wil Febeliec zo graag die energienorm, om de prijs in de buurt van die van de buurlanden te houden.
“Er wordt snel gezegd dat we naar één energiemarkt moeten, maar België heeft niet het potentieel voor groene energie van Spanje of Italië. Denken dat je overal hetzelfde moet doen, is verkeerd. Met de huidige prijzen kan een gascentrale in België niet concurreren met een kolencentrale in Duitsland.”
Moeten we naar een capaciteitsvergoeding?
VAN TROEYE. “De Belgische gascentrales leverden in 2013 een verlies op van 100 miljoen euro. Door personeelsverminderingen en lagere onderhoudskosten was dat in 2014 iets minder, maar ik zie niets structureel veranderen. Dus moeten we centrales sluiten.
“Als wij Max Green (omgebouwde kolencentrale in Gent, nvdr) sluiten, zal het aandeel biomassa in België zwaar dalen. De vaste kosten worden structureel niet gedekt door de marge. De beslissing moet nog worden genomen, maar onze partner in Max Green (Ackermans & van Haaren, nvdr) heeft al aangekondigd dat de sluiting nakend is.”
Zou u liever van uw centrales af zijn?
VAN TROEYE. “Ons productiepark staat onder druk. Wij zijn historisch verankerd in België. Het blijft onze ambitie om hier te kunnen investeren. Electrabel heeft hier meer dan negentig productiesites. 64 procent van ons productiepark stoot geen CO2 uit. Vorig jaar hebben we ongeveer 400 miljoen euro geïnvesteerd in het flexibeler maken van onze gascentrales, onderhoud, veiligheid. We geven 5000 mensen werk, en als je alle werknemers van GDF Suez telt, kom je aan 18.000.
“De uitdaging is aan de mensen uit te leggen hoe de markt werkt, en hoe wij daarin functioneren. De import van elektriciteit is vorig jaar met 80 procent gestegen ten opzichte van 2013, en stijgt al jaren. Dat betekent werkgelegenheid die elders wordt gecreëerd.
“Wij worden soms vereenzelvigd met de kerncentrales, maar ik ben geen nucleair ingenieur. De politici beslissen over de energiemix. Ik stel daar geen vragen bij. Wij maken het beleid niet, wij schrijven ons daarop in.”
Professor Ronnie Belmans van EnergyVille ziet twee markten ontstaan: een decentrale markt en een markt voor de grootindustrie.
VAN TROEYE. “Mijn overtuiging is dat we naar een structurele verandering gaan. Andere manieren om energie te gebruiken, met klanten die produceren. Onze ambitie moet zijn om onze klanten te begeleiden in die transitie.”
Minister Marie-Christine Marghem wil met een energiepact zowel het investeringsklimaat verbeteren als betaalbare prijzen garanderen.
VAN TROEYE. “Ik begrijp dat de regering iets moet doen. Maar met een energy-only-market is er geen signaal om honderden miljoenen te investeren. België heeft dan nog een vrij onstabiel kader, en een zeer complex systeem met vier energieministers die niet noodzakelijk hetzelfde beleid voeren.”
T-Power heeft geïnvesteerd in een nieuwe gascentrale, u en EDF Luminus hebben oudere centrales gerenoveerd.
VAN TROEYE. “En met wat we nu weten zouden we dat geen van allen hebben gedaan. Electrabel heeft voor meer dan 800 miljoen euro afboekingen gedaan in 2013. Ook de kolencentrales in Rotterdam en Willemshaven hebben we afgeschreven.
“De uitdagingen zijn zeer groot in veel landen. Er moet een andere markt worden gecreëerd. Het Verenigd Koninkrijk was de eerste met de liberalisering, nu zijn ze de eerste om nagenoeg volledige garanties te geven aan de investeerders. De facto hebben ze ongeveer een capaciteitsmarkt.”
De liberalisering wordt dus teruggedraaid.
VAN TROEYE. “Waarborgen kosten geld. Als je een lagere prijs wil, krijgt de investeerder een lagere opbrengst. Dan zal hij in ruil meer zekerheid willen. Investeringsbeslissingen zijn rationeel. Het is mijn ambitie de relatie met onze stakeholders zo rationeel mogelijk te maken. Dus werken we aan meer transparantie. Ik wil worden beschouwd als een normale industrie.”
U zit wel nog met de nucleaire rente.
VAN TROEYE. “De nucleaire bijdrage. Ik ben een ingenieur, de termen moeten correct zijn (lacht). Die bijdrage lag vorig jaar iets lager, gezien de evolutie van de prijs, de kosten en de onbeschikbaarheid van drie centrales. Maar uit onze boekhouding blijkt dat de nucleaire bijdrage hoger ligt dan onze operationele resultaten. Dat is niet houdbaar.”
Wat vindt u een aanvaardbare bijdrage? Gérard Mestrallet (CEO GDF Suez) vindt 500 miljoen te veel, en verwijst naar de 250 miljoen die met de regering-Van Rompuy werd afgesproken.
VAN TROEYE. “De federale regulator CREG is bezig met haar berekeningen. Laten we daarop wachten.”
Bij sommige regeringspartijen wordt stilletjes gedroomd van een nieuwe kerncentrale.
VAN TROEYE. “Er was een politieke wens dat andere privé-investeerders in Doel 1 en 2 zouden stappen. Het is niet mijn taak die te zoeken, ik stel alleen vast dat niemand kandidaat is.
“Investeren in België is niet aantrekkelijk. Wij doen het omdat we onze verantwoordelijkheid willen nemen, maar voor 700 miljoen euro zijn er elders in de wereld projecten die meer rendement én een lager risico opleveren.”
Een nucleaire centrale van 1000 MW levert ongeveer 20 miljoen euro cashflow per maand op. Aangezien de Belgische reactoren zijn afgeschreven, is dat pure winst. Hoe kan Electrabel dan nog verlies maken?
VAN TROEYE. “Ik denk niet dat die 20 miljoen nog klopt. De prijzen zijn sterk gedaald tussen 2011 en 2014. En als een centrale stilligt, moeten we energie kopen tegen een hogere prijs. Bovendien blijven de kosten van personeel en onderhoud dezelfde. Die impact is hoger dan 20 miljoen per maand.”
De top van GDF Suez is sterk vervrouwelijkt. Bij Electrabel lukt dat minder.
VAN TROEYE. “Ik ben voor een diversificatie van profielen. Mestrallet wou tegen eind 2015 30 procent vrouwen in leidinggevende functies, dat haalden we vorig jaar al. We doen het dus niet slecht. Maar in de productie is het niet makkelijk om voldoende vrouwen te vinden.”
Luc Huysmans
“Er wordt gezegd dat we naar één energiemarkt moeten, maar België heeft niet het potentieel voor groene energie van Spanje of Italië”
“Ik beslis niet over het energiebeleid, ik schrijf me in op dat beleid”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier