Heeft Etienne Davignon zijn beste tijd gehad?
Wat hebben Suez, SNBA, Francorchamps, het Paleis voor Schone Kunsten, Real Software en Recticel gemeenschappelijk? Etienne Davignon. De man met de pijp is al 74 en blijft alom-tegenwoordig op de Belgische scène. Al lijkt hij steeds meer op de zenuwen te werken.
Etienne Davignon belt ‘s maandags voor Suez, op dinsdag voor SNBA, op woensdag voor het Paleis voor Schone Kunsten, op donderdag voor Francorchamps en op vrijdag voor nog een ander dossier. Op de duur wordt dat vervelend!” Het is een opmerking die steeds vaker te horen is in de politieke wandelgangen.
Davignons alomtegenwoordigheid in de politiek-economische dossiers van ons land lijkt steeds meer op de zenuwen te werken. In Vlaanderen wordt soms meer dan gepikeerd ge- reageerd. Een zakenman die bij het Suezdossier betrokken is, noemt Davignon “hypocriet”, “iemand die volledig afgaat op zijn old boys network”, “een vaandeldrager van de belangen van Suez”. Hij is het meer gewoon dat Davignon zich de rol van staatsman aanmeet, die de belangen van het land verdedigt, zoals bij de oprichting van SN Brussels Airlines.
“Hij oefent druk uit, die niet altijd van het beste allooi is”, voegt een politicus eraan toe. Ook hij is geïrriteerd, maar wil geen details kwijt over de aard van die druk. Heel wat zakenlui stellen zich vragen over Davignons nut en over het feit dat “hij zich vastklampt aan zijn mandaten om actief te blijven en aanwezig te zijn op het mediatoneel.”
In het dossier Suez-GdF prijkt Etienne Davignon op alle foto’s – met Europees Commissaris Neelie Kroes, Sueztoplui Gérard Mestrallet en Jean-Pierre Hansen, premier Guy Verhofstadt. “Niemand is onmisbaar, maar zolang ik nuttig ben, blijf ik doorgaan”, zegt de onstuimige zeventiger. En Suez mag Steve Davignon dankbaar zijn omdat hij zeer doeltreffend heeft gelobbyd bij de Belgische autoriteiten. De krant ‘De Tijd’ vatte het goed samen toen ze schreef dat Suez en Gaz de France “weinig te vrezen hadden van de Belgische regering dankzij het intensieve lobbywerk van bestuurder Etienne Davignon”. De ‘verbintenissen’ waarover Suez en de Belgische regering overeenkwamen, hebben weinig om het lijf, want slechts 4 % van de elektriciteitsproductie verwisselt daadwerkelijk van eigenaar. De andere engagementen liggen op de langere termijn of zijn zeer vaag.
Davignon zou onmisbaar zijn. Hijzelf en anderen voeden de mythe dat hij de doorslaggevende tussenkomsten doet. In werkelijkheid geeft hij het laatste duwtje. Dat verklaart waarom de man zo irriteert. “Hij is een grote ideeënrover”, zegt een vriend van lange datum. Het verhaal wil dat Davignon, na verschillende weigeringen, het voorzitterschap van de Bozar pas heeft aanvaard omdat de regering de renovatie van de grote zaal enkel wou betalen onder zijn voorzitterschap van de raad van bestuur. Fout, zeggen verschillende mensen die met het dossier vertrouwd zijn. Het was Jean-Pierre De Bandt, de bekende zakenadvocaat, die hem is gaan opzoeken. “Hij droomde van die functie”, geeft een bevoorrechte getuige aan.
Een Waalse minister in functie noemt de Davignonmythe hardnekkig: “Hij is vaak de illustratie van een wederopstanding. Maar dat imago is vals, het dossier-SN Brussels Airlines niet te na gesproken.” De generatie minvijftigers “vindt zich steeds minder terug in de man die een rol van overleg en verzoening speelt, maar zelden creatief uit de hoek komt”, zoals een veertiger uit de wereld van de financiën vertelt.
“Hij is een geboren manipulator, een slechte manager, maar wel een diplomaat”, zegt iemand die hem goed kent. “Hij begrijpt snel de kern van het probleem, stelt de juiste vragen en levert een advies af dat indruk maakt.” Er wordt verteld dat tijdens de vergaderingen van de raad van bestuur van Fortis de Nederlandse bestuurders de adviezen van Etienne Davignon, toen die bestuurder was, altijd kritiekloos aanvaardden. Ze begrepen misschien niet altijd zijn gedachtegang, maar durfden toch geen kritiek te spuien tegen “het orakel”. “Hij straalt een aanzienlijk, natuurlijk gezag uit”, bevestigt een bestuurder die regelmatig met hem in contact komt.
Etienne Davignon wordt beschouwd als een te duchten onderhandelaar. Hij argumenteert: “Het resultaat van onderhandelingen moet in het belang zijn van de twee partijen.” Hij weerlegt dat hij voor Suez lobbiet. Wat niet belet dat hij vragende partij is. Davignon: “Ik zoek naar een billijke regeling, want als u de zaken forceert, kan u misschien wel een mooie slag slaan, maar daarna bent u aangebrand.” De man is overigens niet te beroerd om een complimentje terug te sturen: “Ik zal nooit de ogenblikken vergeten dat ik blij was hulp te krijgen.”
Davignon bevordert contacten, geeft waardevolle informatie door, stelt bestuurders voor – die hij uit zijn indrukwekkende adresboekje haalt – en nodigt uit op prestigieuze conferenties zoals de Bilderberg of Davos. Ook al wekt zijn betrokkenheid bij heel wat dossiers wrevel op, toch kunnen weinig andere zakenlui er prat op gaan dat ze zich zozeer inzetten voor de “publieke zaak”.
“Hij is inderdaad op vele fronten tegelijk aanwezig, maar noem mij zakenlui die bereid zijn zich in te zetten om sociaaleconomische knopen te ontwarren?” merkt een hoge Europese ambtenaar op.
Zelf zegt Davignon: “Ik kan begrijpen dat ik op de zenuwen werk en dat mijn jarenlange engagement op de duur begint te vervelen. Ik let daar op en ik zorg ervoor dat ik in bepaalde dossiers niet helemaal op de voorgrond treed”.
Dat neemt niet weg dat de lijst van dossiers lang is waarin hij een rol speelde en nooit ver weg bleef van de schijnwerpers van de media.
Morele steun voor Francorchamps
“Ik kon het Waalse gewest niet afwijzen, want het had, op mijn vraag, aanvaard om te investeren in SN Brussels Airlines. Wallonië had nog iets te goed van mij.” Op vraag van de CDH, de Franstalige christendemocraten, aanvaardde hij daarom bestuurder te worden van de promotiemaatschappij van het circuit (SPCSF). Het voorzitterschap volgde van de Spa Grand Prix.
Er zijn verschillende elementen die de keuze van de CDH kunnen verklaren. “Hij beschikt over een uitstekend adresboekje en hij is erg nuttig zijn om de commerciële organisatie op poten te zetten”, legt iemand uit die nauw betrokken is bij het dossier. “Zijn aanwezigheid komt neer op een steunbetuiging van de zakenwereld voor de Grand Prix.” Davignon kent onder meer François Cornelis goed, de vicevoorzitter van brandstofleverancier Total en voorzitter van de Koninklijke Automobielclub van België. Cornelis als geknipte sponsor, met wie Davignon beslist contact zal opnemen, zoals met heel wat anderen trouwens.
“Davignons persoonlijkheid steekt bovendien af tegen die van Jean-Marie Happart, de vorige vicevoorzitter van de SPCSF. Dat laat toe om het imago van het dossier wat op te krikken.” De aanwezigheid van Etienne Davignon deed overigens de kritieken luwen die op de voorpagina’s van de kranten verschenen. Verklaart dat het tandengeknars in de liberale familie? “Door dat CDH-etiket aan te nemen, bewijst Davignon, die er altijd over gewaakt heeft boven het gewoel te staan, zichzelf een slechte dienst”, merken sommigen op. Ze vinden dat Francorchamps niet iets is voor zijn niveau.
Nog vóór zijn benoeming kwamen Waalse onderhandelaars al raad vragen om vastgelopen situaties te deblokkeren. “Ik heb hem vaak zeer ingewikkelde problemen uiteengezet over de telefoon”, vertelt een van die onderhandelaars. “Aan het einde van het gesprek of enkele dagen daarna had Etienne Davignon het probleem afgebakend en kwam hij met een oplossing voor de dag, die we vervolgens aannamen.”
Doeltreffende lobbyist voor Suez
De actie die hij onderneemt om de belangen van Suez te verdedigen en “op die manier een Europese groep te versterken”, wordt erg op prijs gesteld binnen de Franse energiegroep. “Hij brengt een reële meerwaarde aan”, klinkt het bij Suez. De tandem met Gérard Mestrallet, net als die met Jean-Pierre Hansen, werkt goed. Deze laatste aarzelt trouwens niet om, vooraleer hij met de politieke wereld onderhandelt, overleg te plegen met Davignon om de strategie aan te scherpen en de beste manier te bepalen om bepaalde sleutelfiguren te benaderen.
Nadat de toenadering tussen Suez en GdF was bekendgemaakt, toonde hij zich erg nuttig op zowel het Belgische als het Europese front. “De aankondiging van het fusieproject door Frans premier Dominique de Villepin, met in de marge een flinke dosis economisch patriottisme, heeft heel wat sarcastische reacties uitgelokt en werd bijzonder slecht onthaald”, zegt iemand die nauw bij het dossier betrokken was. “Davignon is toen tussenbeide gekomen bij zijn Italiaanse, Belgische en Europese vrienden om hen de economische basis van een dergelijke alliantie uit te leggen en er de nadruk op te leggen dat het project al verschillende maanden gerijpt had. Hij heeft duidelijk zijn netwerk laten spelen.”
“Zijn officieuze contacten met de Belgische gesprekspartners waren vaak veel nuttiger dan de officiële stappen die werden ondernomen. De familiaire, stoutmoedige en vranke manier waarop hij omgaat met de Belgische politici doet zijn Franse collega’s regelmatig versteld staan. Ze zouden alvast niet op die manier met Dominique de Villepin durven praten”, zo wordt nog vastgesteld.
De man wordt ook geraadpleegd in Europese onderhandelingen, wat er Neelie Kroes echter niet van weerhield om meer toegevingen te eisen van Suez. “Mijn ervaring met de grote mededingingsdossiers stelt me in staat om de punten die belangrijk zijn naarvoor te schuiven en zo energie te besparen op aspecten van tweede rang”, legt de gewezen Europese commissaris uit. “Dat maakt dat ik kon tegemoetkomen aan de bekommernissen van de Europese Commissie en dat ik de juiste omstandigheden kon creëren om de fusie niet te doen mislukken.” Tijdens een hevige woordenwisseling tussen Neelie Kroes en Guy Verhofstadt merkte een aantal Europese ambtenaren op dat Etienne Davignon jammer genoeg niet aanwezig was om de scherpe kantjes er af te halen.
Onderlegde redder van SNBA
De ‘brandweerman-pyromaan’, zoals een van zijn vrienden hem omschrijft, is op zijn best in ingewikkelde dossiers. De oprichting van een nieuwe luchtvaartmaatschappij, SNBA, na het faillissement van Sabena, was misschien wel het ingewikkeldste. “Etienne Davignon heeft een fundamentele rol gespeeld in de succesvolle totstandkoming van SNBA”, schat iemand die bekend is met het dossier. Er waren niet alleen de typisch Belgische verwikkelingen. De Europese Commissie moest haar zegen geven voor de openbare fondsen die naar SNBA gingen. Er kon geen sprake zijn van verdoken overheidssteun. Om dat uit te klaren, beschikte Davignon over een grote troef: wijlen François Lamoureux, de directeur-generaal Transport onder Eurocommissaris Loyola de Palacio, die hij al heel lang kende.
“Ik had het voordeel dat ik precies wist welke voorwaarden vervuld moesten worden om het dossier erdoor te krijgen”, legt Davignon uit. “Ik wist welke vragen er zouden komen en ik kende de antwoorden die we moesten aandragen. De Commissie was bijvoorbeeld erg gevoelig voor het indienen van een geloofwaardig businessplan. Ik wist dat er geen sprake van kon zijn om het plan van de vroegere CEO Christophe Müller voor te leggen. De lening die de overheid toestond, moest aan bepaalde criteria voldoen, onder meer wat de hoogte van de interestvoeten ten opzichte van het aangegane risico betrof. Het was dan ook de moedermaatschappij SN Air Holding die de lening onderschreef, eerder dan de luchtvaartmaatschappij zelf, om zo het risicoprofiel te verbeteren.”
“Hij heeft alles samen met Lamoureux gestuurd en deed alsof hij de vragen van de commissaris voor het eerst hoorde, terwijl de antwoorden al helemaal voorbereid waren”, herinnert zich iemand die bij het dossier betrokken was. “Zijn grootste talent bestaat erin om een overeenkomst te vinden die gunstig is voor beide partijen en uit te bouwen wat mogelijk is zonder de onderhandelaar die tegenover hem zit de arm om te draaien. Hij weet al heel snel hoe ver zijn gesprekspartner kan gaan”, weet een investeerder te waarderen.
Davignon heeft ook het ex-BIAC – waarin hij de private aandeelhouders vertegenwoordigde en tegelijk uitstekende betrekkingen onderhield met de openbare investeerders – kunnen overtuigen om mee te gaan in het project, net als Tractebel en Solvay, waar hij toen bestuurder was. Hij vergat niet om al diegenen die hard gewerkt hadden op het project te bedanken met een bestuurderspostje: Georges Jacobs (de voorzitter van UCB), Emmanuel van Innis (belast met de human resources bij Suez, die dag en nacht op het dossier gewerkt heeft) en Michel Mey-froidt (die heel wat administratieve rompslomp wist te regelen en nu deel uitmaakt van de directie van SNBA).
Als voorzitter van de raad van bestuur houdt Davignon zich enorm bezig met het beheer van de vennootschap. Iets te veel volgens sommigen. “Hij speelt een fundamentele rol bij de totstandkoming van de strategie”, bevestigt iemand die dicht bij de maatschappij staat. Davignon was van meet af aan overtuigd van het nut van de toenadering tot Virgin. Hij was daar al van bij het ontstaan van SNBA mee bezig, maar “de omstandigheden waren niet gunstig”, geeft hij zelf toe. De situatie was helemaal anders in 2004. SNBA was er nog altijd en klom uit de rode cijfers. Davignons onderhandelingspositie was dus een heel pak steviger. “Hij wist op een heel subtiele manier te weten te komen wanneer het ogenblik gunstig was om een akkoord te sluiten”, zo gaat de dossierkenner voort. “Hij behield daarbij wel de basisprincipes, maar paste zijn houding aan. Hij toonde zich meer flexibel en verzoenend en liet de druk wat van de ketel.” De overeenkomst maakte het mogelijk om SNBA enigszins te stabiliseren, ook al blijven er nog aanzienlijke moeilijkheden bestaan.
Al is niet iedereen opgetogen over de wijze waarop Davignon de raad leidt, toch erkennen verschillende bestuurders het belang van zijn aanwezigheid als voorzitter. “Hij kan zich geen mislukking veroorloven. Hij zal dus al zijn talenten uit de kast halen om te slagen”, zegt een bestuurder. “Er is een sterke voorzitter nodig om de aandeelhouders te overtuigen in de vennootschap te blijven. Sommigen hadden immers gehoopt zich na drie of vier jaar te kunnen terugtrekken. Een sterke voorzitter was ook nodig om de vroegere CEO, met wie hij strategisch van mening verschilde, de laan uit te sturen.” Zijn goede contacten met de vakbonden maken hem ook nuttig om bepaalde eisen te temperen, ook al reikt zijn invloed daar zo ver niet.
Davignon speelde ook brandweerman bij de verkoop van Sabena Technics aan TAT Industrie in juli 2005. “De president van TAT begon zich zenuwachtig te maken over het trage tempo van de onderhandelingen”, herinnert een waarnemer zich. “En de regering leek niet thuis te geven. Etienne Davignon heeft toen aan Jean Gandois gevraagd om de voorzitter van TAT gerust te stellen en hem de complexiteit van het Belgische model duidelijk te maken. Van zijn kant heeft Davignon een aantal sleutelpersonen in de regering gecontacteerd om het beslissingsproces te versnellen. Twee weken later was de zaak in kannen en kruiken”, aldus de dossierkenner.
Eeuwige Europese commissaris
De gewezen Commissaris draagt nog altijd een Europese aura met zich. Heel wat van zijn oude medewerkers hebben intussen hun post verlaten, maar hij blijft het contact met hen onderhouden. Als er een nieuwe Commissie aantreedt, wil hij elke commissaris ontmoeten en wordt hij ook altijd ontvangen. “Voor ik een bepaald dossier aanvat, vraag ik soms zijn mening over de beste manier om eraan te beginnen of vraag ik hem contact op te nemen met de ene of de andere verantwoordelijke”, geeft een hoge Europese ambtenaar toe.
Davignon werd uitgekozen als Europees coördinator voor de ontwikkeling van trans-Europese netwerken – naast een aantal andere personaliteiten, onder wie de Belgen Karel Vinck en Karel Van Miert. Commissaris Jacques Barrot, die belast is met het transportbeleid, apprecieert zijn aanbreng. Davignon maakt deel uit van de studie- en onderzoeksgroep Notre Europe, die voormalig voorzitter van de Europese Commissie Jacques Delors oprichtte. Hij is tevens actief in een hele reeks Europese denktanks zoals ‘Friends of Europe’. “Hij is overal aanwezig en vooral goed geïntroduceerd bij de commissarissen”, zegt een bevoorrechte waarnemer. “Ook al werkt de man op de zenuwen, er wordt toch naar hem geluisterd,” stelt een hoge ambtenaar vast. Zijn goede contacten, meer bepaald met Eurocommissarissen Louis Michel, Jacques Barrot en Günter Verheugen bieden hem de gelegenheid zijn invloed te doen gelden. Zijn regelmatige contacten met EU-commissievoorzitter José Manuel Barroso verlopen eveneens constructief.
Geëngageerde bemiddelaar voor de Bozar
Op het ogenblik dat Etienne Davignon het voorzitterschap van het Paleis voor Schone Kunsten (Bozar) aanvaardde, was de instelling volop in herstructurering. De veelheid aan bestuursorganen maakten goed management onmogelijk. Jean-Pierre De Bandt zorgde onbetwistbaar voor vereenvoudiging, maar het was Etienne Davignon die zich bezighield met de laatste sprint en bij politici zoals Jean-Luc Dehaene en Herman Van Rompuy actie voerde om de nodige wettelijke wijzigingen er nog in 2002 door te krijgen. Dit dossier bracht hem ook veelvuldig in contact met Jannie Haek en John Crombez, die toen net uit het kabinet van Johan Vande Lanotte kwamen en die hij later opnieuw zou ontmoeten in het BIAC-dossier (zie verder).
Paul Dujardin heeft intussen een goede manier van werken gevonden met zijn zeer actieve voorzitter: “Ik zie hem een keer per week en leg hem dan twee of drie zaken voor. Dat kunnen projecten, bestaande blokkeringen of vragen zijn die voor de instelling van belang zijn. Hij onthoudt die zaken en brengt ze tijdens zijn verschillende contacten of activiteiten ter sprake”. Dat is dan een ruggensteuntje dat wel eens het verschil kan maken, “want de concurrentie is scherp en de aanvragen voor mecenaat die bij de ondernemingen binnenkomen, zijn talrijk”, zegt Dujardin. Suez heeft intussen aanvaard om mecenas te worden en via zijn dochtermaatschappijen het Magrittemuseum te renoveren. “Een mooi gebaar”, weet Jean-Pierre De Bandt te waarderen.
De Bozar heeft ook een project lopen met Portugal. Toen José Manuel Barroso Davignon als spreker uitnodigde, liet die niet na hem over dat project te spreken en hem te wijzen op de punten waarop het leek vast te lopen. De voorzitter van de Europese Commissie telefoneerde ‘s anderendaags naar zijn eerste minister om de boodschap door te geven.
Geïnteresseerde visionair voor BIAC
Als vertegenwoordiger van de privé-investeerders – nog vóór de verkoop van de exploitatiemaatschappij van de luchthaven van Zaventem aan de Australische groep Macquarie eind december 2004 – heeft Davignon een aantal wijzigingen aan de structuren in de hand gewerkt die nodig waren voor een goed beheer. Hij ging Pierre Klees opzoeken met de vraag directeur te worden. De goede contacten die hij gelegd heeft met de publieke aandeelhouder hebben er onder meer toe geleid dat deze laatste, die toch 70 % van het kapitaal in handen heeft, het management van de luchthaven in handen van de privé-partners heeft gegeven. Hij heeft ook goede contacten gesmeed met de huidige Waalse minister van Economie, Jean-Claude Marcourt (PS) – toen bestuurder bij BIAC – en met Jannie Haek en John Crombez, die allebei voor toenmalig vicepremier Johan Vande Lanotte nauw betrokken waren bij het dossier. “Hij heeft het privatiseringsproces samenhang bezorgd”, zegt een politicus, niet zonder waardering. Het was ook de man met de pijp die de grote lijnen uitwerkte van de selectiecriteria voor de kandidaat-overnemers van BIAC. Hij heeft aan de zijde van Jannie Haek en John Crombez ook de vereisten die in het lastenkohier vervat zaten, beïnvloed.
Dankzij Etienne Davignon was BIAC een van de eerste om een gok te wagen op SNBA. “Dat beantwoordde aan een economische evidentie”, vindt Etienne Davignon, die zijn zeg had in beide dossiers. “Door het faillissement van Sabena verloor BIAC bijna 50 % van de trafiek op de luchthaven van Brussel. Die inkomensderving moest worden gecompenseerd en de alternatieven waren bijzonder schaars. De waarde van BIAC leed eronder. BIAC heeft overigens de weddenschap gewonnen, gezien de staat en de privé-investeerders zich op een bevredigende manier konden terugtrekken.” Ter illustratie: GBL realiseerde een fraaie netto meerwaarde van 40,9 miljoen euro bij de verkoop van zijn 4,7 % van het kapitaal.
Umicore, Recticel, Real Software…
Etienne Davignon was geruime tijd bestuurder van Umicore en staat nog altijd dicht bij de onderneming, ook al heeft hij geen zitting meer in de raad van bestuur. Dat doet hij wel bij Cumerio, die de koperactiviteiten van Umicore groepeert en op de beurs genoteerd staat. Davignon steunde, samen met Karel Vinck, de intrede van Jean-Luc Dehaene – een wederdienst volgens sommige waarnemers – in de raad van bestuur van Umicore. Hij heeft Rob Van Hoof, die hij nog kende van de raad van bestuur van Philips, naarvoor geschoven als onafhankelijke bestuurder. En hij steunde actief de kandidatuur van de baas van Umicore, Thomas Leysen, voor de prestigieuze European Round Table for Industrialists.
Zijn betrokkenheid bij Recticel dateert eveneens vanuit de tijd van de Generale Maatschappij, waar hij op actieve wijze en met veel overtuiging de management buy-out van Recticel steunde. Als voorzitter van de raad van bestuur heeft hij bovendien al zijn invloed aangewend om de kandidatuur van Luc Vansteenkiste te steunen voor het voorzitterschap van het VBO. Ook bij Real Software wordt zijn aanwezigheid op prijs gesteld. Samen met de twee onafhankelijke bestuurders (onder wie Jean-Pierre Depaemelaere, bestuurder bij Electrabel, Distrigaz en Fluxys) ziet hij erop toe dat de Amerikaanse investeerder zijn verplichtingen nakomt, met de duidelijke bedoeling ervoor te zorgen dat de financiële basis van het technologiebedrijf verzekerd blijft. Bij Anglo-American heeft hij met succes de benoeming van Karel Van Miert in de raad van bestuur aanbevolen.
De vakbonden en de werkgevers aarzelen niet om de ‘facilitator’ te raadplegen. Na het vertrek van Guy Dollé bij Arcelor meldde hij een aantal andere nuttige contacten aan de vakbondsvertegenwoordigers zodat het overleg tussen de twee partijen makkelijker werd. Hij heeft ten slotte de in heel de wereld erkende neurochirurg Jacques Brotchi, tevens senator voor de Franstalige liberalen, geholpen bij de financiering van diens onderzoek naar de ziekte van Alzheimer.
Maar wanneer slaapt die man dan, kan men zich afvragen. “Zelfs niet tijdens vergaderingen”, zouden zijn collega’s in de raad van bestuur van Fortis kunnen antwoorden na de grap die voorzitter Lippens buiten zijn medeweten met hem uithaalde. Toen hij merkte dat zijn bestuurder de ogen gesloten had, vroeg Lippens iedereen discreet om stil te zijn rond de blijkbaar slapende man. Maar die liet een klinkend ’emmerdeur’ horen als bewijs dat hij nog altijd meer dan alert was. Een bijkomend iets om de legende te voeden.
Natalie Van Ypersele
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier