Heeft de overheid haar lesje nu geleerd?

Eric Pompen Eric Pompen is redacteur van Moneytalk

Net twee jaar na de hevige overstromingen raasde vorig weekend een windhoos door Vlaanderen. Tijdens de zondvloed viel zo’n 30 liter water per vierkante meter uit de lucht, zowat de helft van het maandelijks gemiddelde. Overal in het land stonden straten blank en liepen kelders onder water. Vooral Deurne – een deelgemeente van Antwerpen – werd zwaar getroffen. Gesteund door het stadsbestuur schoten de buurtbewoners met giftige pijlen naar de Vlaamse overheid.

André Peeters is gedelegeerd bestuurder van de Libost-Groep, een onafhankelijk Vlaams studiebureau dat het Brussels Gewest adviseert bij de bouw van het waterzuiveringsstation in Brussel-Noord. “De jongste jaren valt er uitzonderlijk veel regen in Vlaanderen. Omdat ons gemengd rioleringsnetwerk en waterlopenstelsel deze zondvloed niet kunnen opvangen, krijgen we overstromingen. De oplossing ligt in de aanleg van grachten en sloten om het afval- en regenwater gescheiden te houden, het regenwater te laten infiltreren en de afvoer naar de rivieren te vertragen – zoals een Leuvense professor ons 25 jaar geleden al leerde,” zegt Peeters.

Trends. Heeft de overheid dan eindelijk haar lesje geleerd?

André Peeters (Libost-Groep). Gelukkig heeft de regering haar fouten uit het verleden ingezien en haar beleid aangepast. In haar strategische nota over het waterzuiveringsbeleid spoort minister van Milieu Vera Dua de gemeenten aan te investeren in een gescheiden rioleringssysteem. Daarnaast wil ze de vergoeding voor Aquafin koppelen aan een resultaatsverbintenis en de burger rechtstreeks laten betalen voor het regenwater dat via zijn huis in de riolering terechtkomt.

Op 14 april keurde het paars-groene kabinet de aanpassing van het riooldecreet goed. Nu kunnen gemeenten tot 75% subsidie krijgen om over te schakelen op een gescheiden stelsel. Waar mogelijk, wordt het regenwater bij voorkeur via een grachtenstelsel afgevoerd. In het programma 2001-2005 zijn 1399 projecten voorzien, samen goed voor een totaalbedrag van 29,2 miljard frank.

Ook de gewestelijke administratie doet haar duit in het zakje. De Administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer ( Aminal) meet sinds 1996 de waterlopen systematisch op. Ook laat ze de studiebureaus een modellering uitvoeren om het gedrag van de betrokken rivieren bij hevige regenval te simuleren. Desgewenst kunnen dan de nodige maatregelen – zoals een aanpassing van de bedding of de aanleg van bergingsbekkens – worden getroffen om overstromingen in de toekomst te vermijden. Jammer genoeg zijn deze uitvoeringsdossiers nog niet afgerond.

Ten slotte besteden de Vlaamse Landmaatschappij samen met de gemeenten steeds meer aandacht aan de waterhuishouding bij de toekenning van ruilverkavelingen.

Behalve de overheid is ook de bedrijfswereld gaan nadenken over efficiënter waterbeheer. Steeds meer bedrijven – zoals Swedish Match in Houthalen – doen aan landscaping. Bij het aanleggen van hun industrieterreinen bouwen ze een gescheiden rioolsysteem, laten het regenwater van hun goten in de grond insijpelen en leggen ze wachtreservoirs aan.

Overstromingen behoren dus tot het verleden?

Neen. De uitvoering van de maatregelen vergt natuurlijk tijd. Bovendien ontbreekt het sluitstuk: een integraal waterbeheersdecreet. Dat dossier zit nog in de pijplijn. Een bijkomende moeilijkheid is dat de bevoegdheden over de verschillende categorieën van waterlopen zijn verspreid over een tiental diensten en dat geen van hen aan invloed wil inboeten. Nochtans is de geplande coördinatie onontbeerlijk voor een degelijk waterhuishoudingsbeleid.

Hoe efficiënt werkt het huidige wettelijke kader?

Het bestaande bodemsaneringsdecreet werkt averechts. Als gevolg van de verregaande bepalingen in deze wet worden de natuurlijke waterlopen niet langer uitgebaggerd, waardoor de kans op overstromingen toeneemt. Het vrijgekomen slib mag immers niet meer op de oevers worden uitgespreid, maar moet in speciale stortplaatsen of ovens worden verwerkt. Dat vertienvoudigt de kostprijs van de operatie. Zo kom je aan bedragen van 600 miljoen frank voor het Schijn in Antwerpen, wat de overheid niet of nauwelijks kan betalen.

De Vlaamse overheid pleegt te weinig overleg met de andere overheidsinstanties om iets aan deze wantoestand te doen. Vroeger bestonden er geen econormen en nu zitten we met een van de strengste milieuwetgevingen van Europa, die in de praktijk echter niet altijd haalbaar is.

Ondanks een investering van bijna 100 miljard frank op tien jaar tijd, voldoet Vlaanderen nog altijd niet aan de Europese normen voor zuivering van het afvalwater. Faalt Aquafin?

In de eerste plaats heeft de huidige wateroverlast weinig of niets te maken met het gevoerde beleid van Aquafin. Ondanks herhaalde verzoeken heeft de Vlaamse waterzuiveringsmaatschappij van de wetgever nooit de bevoegdheid over rioleringen en regenwaterafvoer gekregen. Aquafin is alleen belast met de aansluiting van het gemeentelijke netwerk op de waterzuiveringsstations – de zogenaamde prioritaire riolen.

Dat Vlaanderen de Europese emissienormen niet haalt, komt vooral doordat de overheid veel te laat met een echt waterzuiveringsbeleid is begonnen. Op één decennium tijd kun je onze historische achterstand moeilijk inhalen.

Een andere reden waarom we de norm niet halen is dat de Brusselse waterzuiveringsstations nog altijd niet functioneren. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest loost tot nader order zijn afvalwater rechtstreeks in de Vlaamse waterlopen.

Ten slotte hinderen administratieve problemen het beleid van Aquafin. Niet minder dan twaalf van de 21 nog te bouwen waterzuiveringsstations voor agglomeraties met meer dan 10.000 inwoners worden geblokkeerd door Stedenbouw.

eric pompen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content