HANDEN TE KORT
Een contradictio in terminis? Een flauwe grap? Een zoveelste dooddoener van het patronaat? Of de bikkelharde waarheid? Een waarheid die onze groeikracht, het groeipotentieel van onze economie in de toekomst in de wortel zal aantasten?
Iedereen kent de verhalen van de werkloze die komt solliciteren en niet wenst te werken. Meer en meer is dit fenomeen geëvolueerd tot dagelijkse realiteit. Bovendien komt nu dikwijls die bewuste werkloze zelfs niet meer opdagen. Deze wetmatigheid creëert meer en meer problemen en is voor tal van bedrijven een zelfs grotere handicap aan het worden dan de loonkosten.
Eén miljoen.
Wij weten allemaal dat er in België meer dan 1 miljoen werklozen zijn en dat de officiële cijfers van de uitkeringsgerechtigde volledig werklozen (UVW’s) niet het volledige verhaal vertellen. Kijken wij naar de werkzoekenden (niet-werkenden en werkenden), dan zijn er in Vlaanderen circa 300.000 mensen. Wanneer we geen rekening houden met de geschorsten en de bruggepensioneerden komt het aantal UVW’s op 173.500.
In Limburg waren er in juni 41.500 mensen werkloos, waarvan 27.900 UVW’s ofwel slechts twee derden. Van deze cijfers zijn er 30% mannen en 70% vrouwen. Dit wat het aanbod aan arbeidskrachten betreft.
OPVULLEN.
Daarnaast kennen wij allemaal de problemen die het bedrijfsleven momenteel kent om zijn vacatures op te vullen. Tot mei van dit jaar was het aantal ontvangen werkaanbiedingen bij de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB) gestegen met bijna 27% tot 61.400, terwijl men er slechts 36.700 kon opvullen, of 13% meer. Begin juni stonden in het Vlaamse land nog 26.000 jobs open bij de VDAB. Wij kunnen ervan uitgaan dat de reële cijfers nog hoger zijn, daar de VDAB niet steeds op de hoogte is van alle vacatures. In Limburg vinden wij een analoge situatie met 2400 open vacatures.
OBER.
Natuurlijk zeggen cijfers niet alles. Daarom enkele praktijkvoorbeelden: een gerenommeerd sterrenrestaurant uit Midden-Limburg heeft dit jaar al voor 270.000 frank personeelsadvertenties geplaatst voor obers, maar zonder resultaat. De patron heeft drie maanden geleden een gespecialiseerd selectiebureau onder de arm genomen dat hem 80.000 frank factureert. Tot op heden zonder resultaat. Nochtans is hij bereid ongeschoolden aan te werven (waarvan er toch ruimschoots voldoende zijn in Limburg) die hij wil trainen en goed betalen. Niet getreurd echter, één vacature is inmiddels opgevuld door een persoon uit… Curaçao, die de advertentie met zeer veel vertraging in een Nederlands blad had gelezen.
Ook een Zuid-Limburgse traiteurszaak met internationale contracten vindt geen personeel, of toch niemand die volledig “in orde” wenst te zijn. Hier spreken wij toch ook niet over hooggeschoolden? Enzovoort.
SLACHTOFFER.
Het is duidelijk dat vraag en aanbod op de arbeidsmarkt niet meer op elkaar aansluiten. Dit kan verschillende redenen hebben: een verkeerde opleiding, onwillig om te werken, te weinig verschil tussen het loon als werkende en de uitkering als werkloze, een algemene instelling waar men ervan uitgaat dat werken niet meer hoeft, zwartwerk, plaatselijk gebrek aan arbeidskrachten, gebrekkige mobiliteit enzovoort. Deze artificiële schaarste verergert onze loonhandicap, aangezien ze de lonen opdrijft en bovendien bedrijven ertoe aanzet elders de beste mensen weg te kapen. Van dit laatste zijn vooral onze kmo’s het slachtoffer. Die kunnen immers de aanbiedingen van de grote ondernemingen niet langer volgen.
OPLOSSING.
Betekent dit dat er geen oplossing is? Neen, er is immers voldoende aanbod op de markt. Het dient alleen aangepast aan de vraag. Het is de taak van de overheid en de sociale partners om hierop in te spelen.
Een eerste maatregel, die vooral op langere termijn effecten zal hebben, is het afstemmen van het onderwijs op de noden van het bedrijfsleven. Het kan toch niet dat wij bijna de helft van de Vlaamse begroting besteden aan onderwijs, en nog steeds studenten en leerlingen afleveren in richtingen zonder toekomst.
Een andere belangrijke maatregel zou kunnen zijn dat de bedrijven fiscaal worden aangemoedigd om hun nieuwe werknemers zelf op te leiden en te zorgen dat het aanbod- en vraagprofiel op elkaar zijn afgestemd. Een belastingkrediet per opgeleide nieuwe werknemer zou de job kunnen doen.
Voorts zou men de moeilijk inzetbare arbeidskrachten, de probleemwerklozen, actief kunnen begeleiden naar een nieuwe job – in het reguliere circuit wel te verstaan. Een goed voorbeeld hiervan zijn de activiteiten van de Vlaamse Interim Brug. De provinciale coördinatoren zijn allemaal ondergebracht bij de Kamers voor Handel en Nijverheid in Vlaanderen, dus ingebed in ondernemend Vlaanderen, en hebben al honderden kansarmen en probleemwerklozen aan een vaste job geholpen via interimarbeid. Eerder dan parallelle structuren op te zetten, met hoge kostprijzen, moet dus de inschakeling in het reguliere circuit de finaliteit zijn. Het reguliere circuit betaalt immers tot op heden nog steeds de rest.
Andere maatregelen kunnen zijn: de activering van de werkloosheidsvergoedingen, een beperking in de tijd van deze vergoedingen, de verplichting een training te volgen, de verplichting een job te aanvaarden, een verstrenging van de controle op zwartwerk enzovoort.
HANGMAT.
De werkloosheidsverzekering is één van de meest humane vindingen binnen de sociale zekerheid, en staat zeker niet ter discussie. Het kan echter niet dat deze verzekering is verworden tot een hangmat, een soort inactiviteitloon dat blijft doorlopen en het goed functioneren van de arbeidsmarkt verstoort.
Johann Leten is algemeen directeur van de Kamer voor Handel en Nijverheid Limburg.
JOHANN LETEN
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier