Grote bedrijven leren innoveren als start-ups

Van een specialist in zakenmodellen verbreedde Board of Innovation tot een consultancybedrijf dat grote bedrijven leert even creatief te innoveren als een start-up.

Disruptie mag dan een modewoord zijn, toch bezorgt het heel wat grote bedrijven kopzorgen. Elke nieuwe start-up creëert nieuwe zakenmodellen waar gevestigde bedrijven mee moeten concurreren. Daarom is het voor grote bedrijven een goed idee zelf die ontwrichtende zakenmodellen op te sporen. Daar kan Board of Innovation mee helpen.

Het Antwerpse bedrijf vervulde opdrachten voor multinationals in alle uithoeken van de wereld. Een van zijn klanten was Sappi, een Zuid-Afrikaanse wereldspeler in de papier-, verpakkings- en pulpindustrie. “Doordat papier minder goed verkoopt, zijn wij al sterk met innovatie bezig, maar we wilden graag een nieuwe dynamiek in het bedrijf brengen en meer vanuit de markt denken. Daarom hebben we Board of Innovation aan boord gehaald”, zegt Ivo Maassen van Sappi.

Drie jaar geleden startte het papierbedrijf de eerste interne accelerator op via Board of Innovation. “Die eerste keer zijn we heel breed gegaan om af te tasten wat de markt wil”, vertelt Maassen. “We hebben geen grenzen gesteld en iedereen de kans gegeven om met nieuwe ideeën te komen.” Dat leidde tot een internetplatform voor slimme toestelletjes voor de gezondheid. Het platform bestaat nog altijd, maar Sappi vond het te ver van zijn kernactiviteiten liggen. “We voelden toch meer voor iets dat met papier te maken heeft”, zegt Maassen.

Sappi werkte daarom een jaar later opnieuw samen met Board of Innovation. Het bedrijf richtte een nieuwe accelerator op, maar liet die nu veel meer vertrekken vanuit de onderzoeks- en ontwikkelingskennis van Sappi. “We zijn sterk bezig met technisch onderzoek”, legt Maassen uit. “Maar vaak gebeurt er niet veel met die resultaten. We wilden die projecten via Board of Innovation op een hoger niveau tillen. Daar zijn dan twee nieuwe spin-offs uitgekomen. Een houdt zich bezig met een techniek om papier beter te beschermen tegen vet. De andere, Symbio, doet onderzoek naar een composietmateriaal dat de sterke elementen van houtvezel en plastic combineert.”

Versnellen

Board of Innovation werd in 2009 opgericht als adviseur over businessmodellen (zie kader Spin in het start-upweb), maar breidde dat aanbod uit met een hele reeks andere workshops en tools. De rode draad is dat kennis uit de start-upwereld wordt vertaald naar grote bedrijven, die van hun werknemers intrapreneurs willen maken. “Board of Innovation is een consultancybedrijf dat vooral de innovatiecapaciteit bij grote, internationale bedrijven wil versnellen”, vertelt zaakvoerder Nick De Mey. “We doen dat op twee manieren. Ofwel met een accelerator, waarbij we samen met het bedrijf naar nieuwe groeimarkten zoeken. Ofwel met een reeks opleidingen om de ondernemingsspirit bij het personeel te vergroten en hen zelf nieuwe kansen te doen ontdekken.”

Bij zo’n accelerator werkt het bedrijf in vier fasen. “Eerst selecteren en rekruteren we mensen die graag meewerken aan een innovatieproject in het bedrijf. Die doorlopen een traject van enkele maanden met bootcamps en programma’s om het intrapeneurship, waarbij werknemers leren denken als een ondernemer, meer naar voren te brengen. In die fase wordt er ook echt gewerkt op ideeën spuien en kansen zoeken, die eventueel zeer ver van de huidige business liggen. Later zijn er andere soorten sessies waarbij mensen in kleine groepjes worden begeleid tot iets veel concreters en waar aandacht wordt geschonken aan het inkomstenmodel erachter. Aan het einde van zo’n traject stellen de teams hun idee voor op een soort van innovatieraad en, als alles goed gaat, krijgen een paar van die projecten een investering.”

Nadien gaan die projecten verder en meestal blijft er nog iemand van ons in het team om de ondernemende spirit erin te houden”, zegt De Mey. “Als we dat niet doen, zien we vaak dat het wat begint aan te modderen omdat iedereen zich weer met andere dingen bezighoudt, waardoor het project op de tweede plaats komt en er uiteindelijk niet veel meer van komt.”

Ruben Van Lent