Groen is radicaal-rechts
Van biogenetica kent Jef Tavernier, groen federaal minister, hoogstwaarschijnlijk niets. Ministers zijn politici en politici kennen in ‘t beste geval politiek. Wat hem evenwel gunstig doet afsteken bij de confraters is zijn bijbelvastheid. Jef Tavernier weet dat het onheil over de wereld nederdaalde door de appel van Eva en dat de mens daardoor het paradijs verloor. Dat stichtelijke verhaal indachtig verjoeg Tavernier de appels van de KU Leuven uit de gaarden van Rillaar.
Theo Dilissen van Real Software heeft een drukke baan, een mooi gezin en een brede vriendenkring. De drie slorpen zijn dagen op. Toch sprokkelde hij uren voor het schrijven van zinnige bladzijden over de kenniseconomie in Vlaanderen (zie blz. 24 en 54). Zijn woorden waren nog niet gedrukt of Jef Tavernier vaardigde een fatwa uit die tien jaar research ontwaardt. Mark Davey krijgt geen toestemming voor een veldproef met een genetisch gewijzigde appelboom. In greenspeak luidt het niet ‘gewijzigde’ maar ‘gemanipuleerde’ appelboom; gemanipuleerd is viezer en schuldiger en alle trucs zijn oké in de propagandaslag tegen de biogenetica. Consequent zoals hij is, zal Jef Tavernier zijn besluit geschreven hebben met een ganzenveer.
Hoe kan de kennisontwikkeling hier overleven als groene angsthazen meeregeren en hun obsessies in reglementen omzetten? Hoe dom zijn de liberalen om deze lui te omhelzen. Het beste wat de kiezer kan doen om de kenniseconomie in dit land te redden, is Agalev en Ecolo electoraal mummificeren. Rechts staat voor behoudsgezindheid en schrik van materiële en intellectuele nieuwlichterij. Agalev en Ecolo zijn de partijen van de Belgische bange blanke mannen en vrouwen. Met Tavernier, Vogels, Dua, Durant, Deleuze in de negentiende eeuw aan het bewind, hobbelde u in 2003 per koets tussen Antwerpen en Brussel en vlogen postduiven uw brieven rond. Het voorzorgsbeginsel van de groene fundi’s en hun sektegenoten zou ervoor gezorgd hebben dat de auto niet zou bestaan en dat een telefoon of gsm onoorbare onderzoeksdomeinen zouden zijn. Een auto zaait verkeersdoden; een telefoon vereist koperdraad – van ‘schadelijke’ fabrieken; een gsm staat stijf van de stralingen, aldus de goeroes van de groenen.
Een groene minister en militant ziet nergens kansen; hij bemerkt overal onheil, gevaar en kommer. Azijn is zijn levenselixer. Groen is gelijk aan fatalisme, verzuring, problematisering en ongeloof in de voordelen van openheid, onderzoek en vooruitgang. De burgers van Irak moeten er nu erger aan toe zijn dan onder de islamofascistische Saddam Hoessein; Irakezen zijn te onnozel om tegen de Amerikaanse bevrijder op te kunnen, denkt een Agalev’er.
Groenen geloven dat de mens dom en machteloos is. Risico’s kan hij nooit intelligent weerstaan en dus moet een wal van voorzorgen bescherming bieden. Een groene draagt een broeksband én bretellen en reist genesteld op de achterbank van een Volvo in een kinderzitje met vijf ankerpunten. Groenen ademen met teugen de cultuur van de vrees. Groenen wortelen historisch in rechts denken. Groenen en hun zogenaamde progressieve credo zijn een hergeboorte van de Duitse jeugdbewegingen van de jaren twintig en dertig met hun kampvuren en trektochten en rookverbod en bomenaanbidding en machinehaat en vrijhandelsvrees. Stuur Tavernier, Vogels, Dua, Durant en Deleuze met een kaarsenpan, een bezadelde muilezel en een zak turf naar Bokrijk. Frans Crols
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier