Gratis parkeren!

Of toch de eerste vijftien minuten. Deinze is opmerkelijk autovriendelijk. Maar niet ten koste van de homo shoppens.

Er komt heel wat volk afgezakt naar de Leiestreek in het algemeen en Deinze in het bijzonder. Toeristen komen naar het 16de-eeuwse kasteel van Ooidonk van Graaf t’Kint de Roodenbeke, het Museum van Deinze en de Leiestreek of het Raveelmuseum. En langs de Leie lonken talloze wandel- en fietsroutes. In Deinze zelf komen elk jaar duizenden wandelaars af op de plaatselijk zeer bekende Brielmeersen met visvijvers en een dierenpark.

Maar er wordt in Deinze ook stevig geshopt. De laatste jaren verkiezen veel inwoners van Sint-Martens-Latem, Deurle, De Pinte en Sint-Denijs-Westrem de winkels van Deinze boven die van Gent. Volgens eerste schepen en waarnemend burgemeester Willy Tack (CVP) heeft die verschuiving veel met het Gentse “immobiliteitsplan” te maken. “Als je in Gent boodschappen wil doen, moet je de files en parkeerproblemen voor lief nemen. Wie Deinze voor het eerst bezoekt, is daarentegen aangenaam verrast. Veel straten zijn verbreed of opnieuw aangelegd.”

Er is in Deinze bovendien volop parkeergelegenheid. Op loopafstand van het stadscentrum kunnen 500 auto’s zelfs gratis parkeren. “En we zijn wellicht een van de weinige steden waar je in de betaalparkeerzones een kwartier lang gratis je auto kan stallen,” zegt de eerste schepen. Wie even bij de bakker of de post binnenspringt, loopt dus niet het risico een boete in de bus te krijgen.

‘t Kon beter.

Het stadsbestuur investeerde de voorbije jaren vele tientallen miljoenen in de heraanleg van enkele wegen rond en door het stadscentrum. Het had nog beter gekund, maar het Vlaamse Gewest gooide roet in het eten. Tack: “Wel twintig jaar lang stond een omleidingsweg op het gewestplan om het stadscentrum van al te veel verkeer te vrijwaren. Die weg is nu met één bureaucratische pennenstreek geschrapt: te duur. Dat is een zware ontgoocheling voor de lokale beleidsmakers en de inwoners.”

Daar stopt het niet mee. De overheid zet de blokrijders die van de kust terugkeren aan om via de afrit Aalter koers te zetten naar de oprit van de E17 in Deinze. Dat verklaart meteen de lange karavanen auto’s die in de zomer de rust verstoren in kleine dorpjes als Vinkt, Zeveren en Lotenhulle. Maar de stad geeft het niet op: burgemeester Roger Boerjan (CVP) en zijn schepenen trachten in samenwerking met de provincie een nieuwe omleidingsweg in het Vlaamse en het provinciale structuurplan te doen opnemen.

Tack verwijst – niet zonder trots – naar een recent onderzoek naar de sterkste zakelijke steden in België. Die studie, georganiseerd door Trends en Dun & Bradstreet (zie Trends, 30 maart), rangschikt Deinze, als eerste Oost-Vlaamse stad, op de twintigste plaats. Gent komt niet in de top-100 voor.

De ligging van Deinze is natuurlijk gunstig, dat helpt. De stad verbindt Oost- met West-Vlaanderen en de E40 met de E17. Dat is vele bedrijven niet ontgaan op hun zoektocht naar een vaste stek op een industrieterrein. Er zijn vier industriezones in de omgeving: aan de Kortrijksesteenweg, aan de E17, in Bachte-Maria-Leerne en bij het Schipdonckkanaal. Het industrieterrein aan de E17 breidde onlangs met 42 hectare uit. Een goede zaak voor het aanpalende Nazareth, dat nu ook over terreinen met alle nutsvoorzieningen beschikt. En ook voor Deinze lang niet slecht, want zo kon de stad OCMW-grond op een rendabele manier van de hand doen en tegelijk nieuwe bedrijven aantrekken.

Van de twintig bedrijven met meer dan vijftig werknemers komen de directies eenmaal per jaar samen met de bestuurders van Deinze. In alle openheid bespreken ze dan de zakelijke mogelijkheden en beperkingen.

Struisvogels.

Vroeger stond Deinze bekend voor de productie en verkoop van kinderartikelen zoals speelgoed en buggy’s. Torck en Pericles waren toen de bekendste fabrieken ter plaatse. Het aanbod is iets gevarieerder tegenwoordig. Er is textiel, metaalconstructie, natuursteen, veevoeders, struisvogels. Buiten de stedelijke kern is er vooral nog traditionele landbouw met gemengde veebedrijven. En jaren geleden tierde zelfs het vlas er nog welig. Aan die tijd herinneren nog de plaatselijke vlasfeesten. Maar dat is allemaal herleid tot folkore. Zoals het een zakelijke stad betaamt, kijkt Deinze naar de toekomst.

d.d.m.