Graag duidelijke afspraken voor werklozenbegeleiding
Eerste vraag: levert de VDAB goed werk? Antwoord: Zeker en vast. In vergelijking met de tegenhangers in Brussel en Wallonië weet de VDAB werklozen op een tamelijk efficiënte manier naar de arbeidsmarkt te begeleiden. Tweede vraag: kan het nog beter? Antwoord: ja, maar dan wel op voorwaarde dat er meer privé-actoren worden betrokken bij de begeleiding van werkzoekenden.
Dat is, eenvoudig gesteld, de conclusie van een recent rapport van het Hoger Instituut voor de Arbeid (Hiva) (zie blz. 29) Daarin wordt onomwonden gepleit om de publieke, vaak monolithische systemen voor arbeidsbemiddeling af te schaffen en over te schakelen naar een zogenaamd multi-actorsysteem. In dat geval zal de VDAB in concurrentie met bijvoorbeeld uitzendbedrijven moeten meedingen naar een aanbesteding.
De reacties in de privé-sector op het Hiva-rapport zijn gematigd positief. Uiteraard zijn ze vragende partij voor meer marktwerking, maar tegelijk formuleren ze ook een aantal bedenkingen. Dat de overheid kiest voor een aanbestedingsprocedure is op zich geen garantie dat de begeleiding op een kwaliteitsvolle manier zal verlopen. Meer privé-spelers op de begeleidingsmarkt betekent niet dat de werkgelegenheidsgraad zomaar zal verhogen. In het streven naar een efficiëntere begeleiding moet er immers nog een aantal hindernissen worden overwonnen.
Eerst en vooral is de VDAB niet echt gewonnen voor een tendering – een systeem van aanbesteding waarbij de dienst op gelijke voet zal moeten concurreren met privé-bedrijven als Vedior en Randstad en met non-profitorganisaties als Vitamine W.
Ten tweede: er bestaat vooralsnog grote onduidelijkheid over de trajectbegeleiding. Worden de werkzoekenden tijdens het volledige traject door de privé-spelers begeleid of alleen bij bepaalde onderdelen daarvan? De meeste privé-bedrijven geven de voorkeur aan de eerste formule.
Vergeten we ook niet dat dit pleidooi voor meer marktwerking er komt naar aanleiding van extra inspanningen die geleverd zullen worden om langdurig werklozen te begeleiden. Buitenlandse voorbeelden tonen aan dat er uitgerekend voor die categorie werkzoekenden in de privé-sector niet overal evenveel enthousiasme bestaat. Commerciële spelers zijn gespecialiseerd in korte opleidingen, terwijl bij langdurig werklozen een intensieve aanpak vereist is. Ze zullen alleen die groep van werklozen – vooral hooggeschoolden – willen begeleiden die tamelijk snel aan een nieuwe job kunnen geraken.
De overheid zou er dan ook goed aan doen om een systeem van verschillende types van plaatsingsvergoedingen in het leven te roepen, aangevuld met bonussen waarbij men van het principe vertrekt dat de vergoeding verhoogt bij moeilijker te plaatsen doelgroepen zoals langdurig werklozen of allochtonen. Alleen als de Vlaamse regering bereid is die stap te zetten, zal ze een voldoende aantal privé-spelers over de streep krijgen die willen inschrijven op de aanbesteding. Alain Mouton
Alain Mouton
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier