Globaal Plan in het kwadraat nodig
Belgische industriëlen trekken aan de alarmbel. De recessie is van over de grenzen binnengewaaid, maar ze dreigt wel een spoor van definitieve vernieling te trekken door de Belgische economie.
We staan voor een golf van structurele ingrepen. De kans is groot dat bedrijven met een leeg orderboek en met weinig perspectief op betere tijden hun bestaande capaciteit hier definitief zullen schrappen”, zegt Frank Vandermarliere, hoofdeconoom van werkgeversorganisatie Agoria.
Ook Rudi Thomaes, gedelegeerd bestuurder van het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO), waarschuwt ervoor dat de zware conjuncturele inzinking structurele schade kan veroorzaken: “Wat in België dichtgaat, blijft dicht. Heel wat bedrijven kampen met een gevaarlijke mix van een krimpend orderboek, te hoge voorraden en te veel slechte betalers. Daarom is de uitweg van tijdelijke werkloosheid zo belangrijk om het hoofd zo lang mogelijk boven water te houden.”
Het is op dit ogenblik dus pompen of verzuipen voor de bedrijfswereld. “De oplopende werkloosheid geeft het ook aan: hoe langer deze recessie duurt, hoe groter de structurele schade zal zijn. Op de arbeidsmark hebben we nog maar het topje van de ijsberg gezien. Reken maar op aanhoudend banenverlies tot in 2010. De loonhandicap die we al jaren meeslepen, maakt de tewerkstelling extra kwetsbaar als multinationals moeten kiezen waar ze vestigingen moeten sluiten”, zegt Bart Van Craeynest, conjunctuuranalist van KBC.
De Belgische bedrijven zaten tot vorig jaar nochtans goed in het vlees. Ze hadden van de voorbije relatief vette jaren gebruikgemaakt om de winstmarges en solvabiliteit op te krikken. “Maar als de bestellingen met 10 tot 20 procent per kwartaal dalen, zoals in de industrie, dan raken die reserves snel uitgeput. Zo’n instorting van de vraag kan je onmogelijk onder de mat vegen. We weten ook totaal niet wanneer we beterschap mogen verwachten, en dat is misschien nog het ergste. Dit is geen gewone recessie waarvan je weet dat ze weer tijdig overwaait”, zegt Frank Vandermarliere.
Welkom in de Grote Recessie
Het is opvallend hoe vooral de landen die leven van de export (zoals Japan of Duitsland) het nog harder te verduren krijgen dan de landen die met een huizen- en schuldenbubbel aan de basis lagen van de financiële crisis (zoals de VS en het Verenigd Koninkrijk). Dat komt omdat de financiële crisis vooral de internationale han-del en de industriële productie getorpe-deerd heeft. De Duitse industriële orders krompen in het vierde kwartaal van vorig jaar tegen een tempo van 50 procent (!) op jaarbasis. “Ja, ik vrees dat die cijfers correct zijn”, zegt Bart Van Craeynest.
Een open economie als de Belgische ontsnapt onmogelijk aan deze macabere dans. Bart Van Craeynest: “Historisch verloopt de activiteit in de Belgische industrie nagenoeg perfect in lijn met de Duitse grote broer. De jongste ontwikkelingen in Duitsland impliceren dan ook dat het ergste voor de Belgische industrie nog moet komen. De capaciteitsbezetting viel de voorbije maanden in recordtempo terug tot niveaus die overeenkomen met die van de vroege jaren tachtig.”
Het besef van de klap moet nog doordringen. Econoom Geert Noels vreest dit jaar voor een krimp van het Belgische bbp met 4 procent. “Op basis van wat ons al is overkomen de voorbije 6 maand”, zegt Geert Noels.
Het Nederlandse planbureau, niet meteen een stel idioten, voorspelt dat de Nederlandse economie dit jaar met 3,5 procent zal krimpen. Dat doet de economen hier nadenken, want de Belgische groei wijkt nooit veel af van de Nederlandse. “-2 procent is nog ons basisscenario, maar -3 procent is best mogelijk. Veel is afhankelijk van de groeiprestaties tijdens de eerste maanden van dit jaar”, zegt Bart Van Craeynest. “Ons lot ligt daarbij in buitenlandse handen. Zodra de export en internationale conjunctuur opnieuw aantrekken, zal de Belgische economie ook relatief snel herstellen.”
Professor Jef Vuchelen (VUB) denkt daarom liever in scenario’s. “Stabiliseert de economie zich over enkele maanden, dan blijft het bij -2 procent. Diept de recessie zich verder uit, dan behoort -4 tot -5 procent tot de mogelijkheden. Maar als ik even mag dagdromen: we mogen een onverwachte opleving ook niet uitsluiten. Het is de financiële crisis die de echte economie onderuit heeft geschopt. Dus als de overheden erin slagen om de volgende maanden de kredietmarkten te stabiliseren, dan is herstel mogelijk.”
Maar dat wordt nog een hele klus. Het Europese banksysteem is er mogelijk nog erger aan toe dan het Amerikaanse (zie het kaderstuk).
De crisis deint uit
Intussen bijt de recessie steeds harder. “Er zijn meer bedrijven en sectoren die te maken krijgen met de crisis, dan bedrijven die eerste signalen van herstel tonen”, zegt Frank Vandermarliere. Ook Rudi Thomaes ziet de domino’s verder vallen: “Steeds meer bedrijven die zes maanden geleden nog relatief optimistisch waren, delen nu in de malaise. Een voorbeeld: de afwerking in de bouw doet het nog relatief goed, maar het aantal nieuwe werven is bedroevend laag.”
Drie elementen verscherpen de neergang. De bedrijven investeren minder, ze bouwen hun voorraden af, en een aantal van hen gebruikt de crisis als alibi om schoon schip te maken. “De investeringscyclus is helemaal omgeslagen. Vorig jaar trokken de investeringen in onze sectoren nog aan, dit jaar kijken we tegen een krimp van 17 procent aan”, zegt Frank Vandermarliere.
Daarnaast hebben de bedrijven de instorting van de vraag onderschat, waardoor de voorraden zich opstapelden in de magazijnen.Vandermarliere: “De afbouw is nu bezig, en daarom kan in de tweede helft van het jaar de productie weer op gang komen. Deze voorraadcyclus kan dan voor een technisch herstel zorgen, maar een duurzamer herstel is maar vanaf 2010 mogelijk.”
Nieuw Globaal Plan nodig
Het Belgische economische huis is nog van steen, maar de grote boze crisiswolf blaast steeds meer pannen van het dak. Een grondige onderhoudsbeurt is wenselijk, voor er instortingsgevaar dreigt. De Nationale Bank waarschuwt in haar jaarverslag bijvoorbeeld voor de erosie van de exportfundamenten, toch de sokkel van onze welvaart. Het aantal Belgische bedrijven dat afhaakt op de exportmarkten overtreft al jaren het aantal nieuwe Belgische exporteurs (zie grafiek).
Ander zorgenkind zijn de overheidsfinanciën. De Nationale Bank berekent het structurele begrotingstekort (hetzelfde tekort als de economie het goed zou doen) op 1,7 % van het bpp, terwijl een overschot van 1 % wenselijk wordt om de vergrijzing voor te bereiden. Er staat de regering dus een beleidsinspanning van ongeveer 10 miljard euro te wachten. Geert Noels: “Er is een ‘Globaal Plan in het kwadraat’ nodig. De recessie is geen excuus om te wachten. Als iemand hoge koorts heeft, moet je toch ingrijpen? We stellen altijd uit. Als het goed gaat, willen we niet saneren, en als het slecht gaat, durven we het niet. De huidige struisvogelpolitiek leidt naar een nieuwe ontsporing van de overheidsfinanciën zoals in de jaren zeventig.”
Bart Van Craeynest sluit zich daarbij aan: “We kunnen alleen maar hopen dat de diepte van de crisis lijdt tot structurele maatregelen zoals in het begin van de jaren tachtig of de jaren negentig.” (T)
Door Daan Killemaes
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier