GISsen zonder gokken

Geografische informatiesystemen hoeven niet duur en speciaal te zijn. Het voorbeeld Aquafin.

Ze zijn een geval apart, de Geografische Informatie Systemen (GIS). Zij worden geleverd door een klein aantal gespecialiseerde bedrijven, bevatten niet-gestandaardiseerde knowhow, vergen doorgaans nieuwe hardware en een speciale opleiding. Gegevens punten, lijnen, veelhoeken worden via grafische werkstations of pc’s op elektronische kaarten aangebracht en later eventueel aan databanken gekoppeld. Het resultaat is dat bedrijven met GIS-systemen gewoonlijk een GIS-ploeg hebben naast hun klassieke informaticaploeg. En dat het GIS-systeem niet altijd aansluit op de overige managementsystemen van het bedrijf.

Sommige utiliteitsbedrijven weten precies waar hun leidingen liggen in een straat. Dat is wat de veldwerkers nodig hebben. Maar aan die GIS-databank hangt geen informatie over de gebruikers. Die laatste info zit in klassieke informaticasystemen, die door andere diensten worden gebruikt.

“Dat hebben we zeer bewust willen vermijden,” zegt Luc Temmerman, hoofd informatica en GIS-projectleider van Aquafin. De Vlaamse waterzuiveraar, in meerderheid door het Vlaamse Gewest gecontroleerd via de Vlaamse Milieuholding, beheerde eind augustus ’95 ruim 18,7 miljard aan ingezette middelen. In vijf jaar heeft Aquafin 1005 projecten opgezet, waarvan 88 rioolwaterzuiveringsinstallaties en 917 leidingwerken. Het bedrijf beheert momenteel 125 waterzuiveringsinstallaties, 400 pompstations en 2000 kilometer leidingen.

“De klemtoon lag bij ons van in het begin op de beheersbaarheid van de informatie,” beklemtoont Luc Temmerman. Dat uitgangspunt bracht het bedrijf tot enkele keuzes die de projectleider in vier kernwoorden samenvat : informatie, infrastructuur, integratie en intern. (“Bij ons ligt het accent in GIS op de I.”)

Concreet opteerde Aquafin voor :

Alle gegevens in één centrale database. Dat maakt een consistente validatie van de gegevens mogelijk en vermijdt vragen als : wie heeft de meest recente versie van kaart X ? Vragen die niet ongewoon zijn als de informatie over verschillende databases wordt verspreid.

Geografische data integreren met de administratieve. Temmerman : “Als je twee systemen naast elkaar beheert, ontstaan er vroeg of laat discrepanties.”

Bestaande infrastructuur gebruiken. Een besparende maatregel. De courante systemen worden maximaal gebruikt, er moeten minder nieuwe softwaretools worden gekocht en ingestudeerd.

Zelf (geleidelijk) ontwikkelen. Geen duur pakket inkopen om het daarna aan specifieke noden aan te passen, maar zelf een systeem samenstellen en schrijven. Dat de informatici van Aquafin al veel presteerden, zal aan die optie niet vreemd zijn. Het financieel pakket AAA/400 van Reymen Data Center is ingekocht, maar het grootste deel van de informatisering rond de projecten is van eigen hand : de opvolging van aanbestedingen, gunningen, loten, engineering, opleveringsschema’s, enzovoort. Aquafin schreef die toepassingen op zijn centraal IBM AS/400-systeem met behulp van de Synon-ontwikkelingsomgeving en relationele database.

DUIDELIJKE LIJN.

Afgezien van de centrale AS/400, heeft de waterzuiveraar een 400-tal pc’s verspreid over een 20-tal netwerken. Luc Temmerman : “We streven ernaar om elke gebruiker dezelfde faciliteiten te geven : E-mail, AS/400-toegang, een standaard bureautica-omgeving.” De AS/400 fungeert als database server, alle bureautica draait op pc’s.

Dat concept voert Aquafin mutatis mutandis door in zijn geografisch informatiesysteem. Dat schema zit zo in elkaar. De elementen die Aquafin administratief opvolgt en begeleidt, zijn geografisch lokaliseerbaar. Ze worden in de database beschreven en samen met hun x-, y- en z-coördinaten (voor diepte) opgeslagen. ‘s Nachts maakt de AS/400 een selectie uit deze database en stuurt ze naar het GIS-systeem, dat op de lokale pc-servers draait. Daar zitten ook de extern aangekochte (of gekregen) kaarten, waarop de Aquafin-data worden geprojecteerd. Een zelf geschreven “generatorsoftware” Aquagen onder Windows zet de coördinaatgegevens met behulp van een grafische editor om in punten of lijnen op de kaart, die als achtergrond fungeert.

Een aantrekkelijk concept, omdat het zo’n duidelijke scheiding maakt tussen gegevens en kaarten. Daardoor wordt het GIS-systeem onafhankelijk van de versie, het type of de schaal van de kaart, terwijl de data eenvoudig naar andere systemen kunnen worden overgedragen. Aquafin maakt zich met andere woorden niet afhankelijk van de eerste de beste kaartleverancier en volgt uiteraard met grote interesse de vorderingen van het Vlaamse overheidsinitiatief GIS-Vlaanderen, waarvan het recent opgerichte Ondersteunend Centrum de GIS-basisbestanden (onder meer kaarten) zal centraliseren en beheren.

“Ons project staat nog in de startblokken. Het illustreert alleen de mogelijkheid om op een grafische manier gegevens te plaatsen. Als het werkelijk in gebruik komt, zal de vraag naar bijkomende functies snel stijgen,” zegt Luc Temmerman, terwijl hij ons zonder crashes door een demo loodst. Inklikken op lijnen en punten op de kaart geeft toegang tot data over leidingen, bochten, knopen, “innemingen” en wat al meer. Dezelfde gegevens als op de AS/400, maar dan via een Windows-interface. Omgekeerd kan je via een zoekprocedure in de database op een straatnaam bijvoorbeeld de grafische weergave oproepen. Via linkgegevens zullen ook foto’s opgehaald kunnen worden.

Aquafin beschikt momenteel op de AS/400 over zo’n 16 miljard tekens (GB) schijfruimte, die voor 80 percent is volzet. Als na de zomervakantie de nieuwe AS/400 (met RISC-processor) in gebruik zal worden genomen, zal dat tot 60-70 GB kunnen worden opgevoerd.

De performantie van de pc-servers wordt een heikel punt eens het systeem operationeel gaat, maar vooral het bedrijfsnetwerk moet naar Fast Ethernet-niveau (100 megabit/seconde, een vertienvoudiging). De planning is bezig.

“De cruciale vraag is : wat is de toegevoegde waarde van een GIS-systeem in functie van zijn kostprijs,” stelt Luc Temmerman, verwijzend naar voorbeelden van uit de hand gelopen GIS-projecten. Meestal gaat het om te groots opgezette initiatieven. De uiteindelijke kostprijs kan dan in de honderden miljoenen lopen, waarna het biezonder moeilijk wordt om nog enig rendement te halen.”

In die kosten-batenanalyse wil de GIS-projectgroep van de Vlaamse waterzuiveraar het maximum van de punten halen. Tot nog toe werd niets uitgegeven aan het inkopen van extra soft- en hardware voor het GIS-project. De interne Aquagen-ontwikkeling kostte 4 tot 5 manmaanden werk, de AS/400-software voor het project een 3-tal manmaanden. Verbluffend weinig is dat. Maar er is nog veel te doen. De input en/of conversiemodule, die de gegevens uit diverse bronnen naar de hoofdcomputer binnenhaalt via manuele input, dataloggers, vanaf diskettes… moet worden uitgebreid. De validatiemodule, die de input op juistheid en volledigheid controleert, moet worden versterkt. De functionaliteit van de grafische generator Aquagen moet worden opgevoerd… “Er valt nog veel op te meten,” zegt Luc Temmerman.

LUC TEMMERMAN (AQUAFIN) Een GIS-systeem op bestaande infrastructuur. Verbazend lage investeringen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content