Gerichte lastenverlagingen 50-plussers blijven cruciaal

Vlaams minister van Werk Frank Vandenbroucke (sp.a) heeft overschot van gelijk met zijn kritiek op de federale regering die gerichte loonkostenverlagingen voor 50-plussers wil afbouwen. In deze economisch moeilijke tijden zal dit bedrijven ertoe aanzetten om zich eerst van hun oudere medewerkers te ontdoen.

Aangezien Vandenbroucke, zeer tegen zijn gewoonte, op een virulente manier reageerde op de plannen van de regering-Leterme, liet de repliek vanuit de Wetstraat niet op zich wachten: Vandenbroucke speelde een communautair spelletje, de algemene lastenverlaging compenseert ruimschoots de afbouw van het doelgroepenbeleid en een regionalisering van delen van het werkgelegenheidsbeleid zal straks toch tegemoetkomen aan de eisen van de Vlaamse minister van Werk.

Al deze argumenten houden geen steek. Wie beweert dat de Vlaamse minister van Werk vooral op de 50-plussers focust omdat de werkloosheidsgraad in die groep enkel in Vlaanderen zo hoog ligt, vergist zich. De inactiviteit bij oudere werknemers is een Belgisch probleem. De werkgelegenheidsgraad in de categorie tussen 55 en 64 jaar bedraagt in Vlaanderen inderdaad amper 34,2 procent, ver onder het EU15-gemiddelde van 47 procent. Maar Wallonië scoort met 33,6 procent nog slechter. Enkel Brussel doet het met 38,3 procent werkende 55- tot 64-jarigen lichtjes beter. Een doelgroepenbeleid om ouderen aan het werk te houden blijft dus cruciaal, zelfs wanneer een algemene lastenverlaging wordt doorgevoerd. Want een van de grote problemen waarmee de Belgische bedrijven kampen, is de loonkloof tussen jongere en oudere werknemers. Het brutoloon van een 55-plusser is gemiddeld 45 procent hoger dan dat van een 25-jarige. In Zweden bedraagt die kloof amper 15 procent. Oudere werknemers zijn bij ons veel te duur en bedrijven laten ze daarom sneller vertrekken. Bovendien voeren onze ondernemingen nog altijd geen echt hr-beleid gericht op oudere werknemers. Ze zijn bijvoorbeeld terughoudend om ze een opleiding te geven. Gerichte lastenverlagingen blijven dus cruciaal om 50-plussers aan de slag te houden.

Het derde argument dat federaal premier Yves Leterme (CD&V) hanteert tegen Vandenbrouckes kritiek is het zwakste: de Vlaamse minister moet niet zaniken, want de huidige omstandigheden zijn ideaal om een regionalisering van delen van het arbeidsmarktbeleid door te voeren. Zo zouden de gewesten bevoegd kunnen worden om een doelgroepenbeleid te voeren. Klinkt allemaal mooi, maar van een consensus hierover aan beide kanten van de taalgrens is in de verste verte geen sprake. Vandenbroucke en zijn Waalse collega Jean-Claude Marcourt (PS) mogen dan wel akkoord gaan om de gewesten meer bevoegdheden te geven, de meeste Waalse politici zien het gros van het arbeidsmarktbeleid nog altijd als een federale materie. Daar hebben ze hun redenen voor. Een geregionaliseerd doelgroepenbeleid zou bijvoorbeeld betekenen dat bepaalde categorieën van werknemers in Wallonië duurder worden dan in Vlaanderen. Zal de Waalse regering zoiets aanvaarden? In het verleden was die zeer gevoelig voor maatregelen om de regio’s inzake arbeidsmarktbeleid te veel eigen accenten te laten leggen. Dat is ondertussen amper veranderd. (T)

Door Alain Mouton

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content