Generaties van grondheren

Met graaf-, sloop- en afbraakwerken bouwde Jan Stallaert een familiebedrijf op met 150 medewerkers en een omzet van 600 miljoen frank in 1997. Tijd voor de tweede generatie om de leiding over te nemen.

Eén jaar had Jan Stallaert de tijd om zijn bedrijfje voor te bereiden op één van de grootste werven in de geschiedenis van Brussel. Met één bulldozer en als piepjong bedrijf was hij één van de grondwerkers voor de bouwwerf voor het Atomium tijdens de wereldtentoonstelling van 1958.

“Dankzij die eerste werf één jaar na de oprichting van ons bedrijf, raakte mijn man bekend bij andere bouwbedrijven en konden we onze activiteiten, voornamelijk in Brussel, uitbouwen,” vertelt Dora Stallaert, echtgenote van de (inmiddels overleden) oprichter en drijvende kracht achter nv Jan Stallaert (zie ook Trends, 6 februari 1995).

Aanvankelijk werkte het bedrijf vanuit Vilvoorde, maar na enkele jaren vestigden de Stallaerts zich in de omgeving van Brussel, in Merchtem, waar de onderneming – ondanks pogingen van de buurtbewoners en Agalev – ook vandaag nog altijd actief is. Na de tentoonstelling kreeg Jan Stallaert steeds meer opdrachten zoals de graafwerken voor de Brusselse metro en het slopen van het afgebrande Innovation-gebouw in de Nieuwstraat in 1967. Maar ook het opblazen van de brug boven de snelweg van Eynatten en de sloop van het Volkshuis van Brussel, zijn getekend Jan Stallaert. Ook al doet de onderneming in Brussegem niet veel meer dan gehoor geven aan de vraag van zijn klanten, toch is men er niet al te trots op. En als het ware om zich te verontschuldigen voor het feit dat het had meegewerkt aan de verwoesting van het culturele erfgoed, zou het bedrijf zich later opwerpen als sponsor van een tentoonstelling van de werken van Victor Horta.

OVERDRACHT VAN DE MACHT.

Aan het roer stond tot voor kort, Dora Stallaert, die er sedert het overlijden van haar echtgenoot, tien jaar geleden, voor zorgde dat de onderneming bleef reilen en zeilen zoals het hoort. De veertigste verjaardag van het bedrijf was voor haar het uitgelezen moment om de leiding over te dragen aan haar kinderen: Marc en Anne Stallaert. Beiden zijn afgevaardigd bestuurder. Marc buigt zich over het commerciële gedeelte, terwijl Anne de leiding over alle administratieve zaken op zich heeft genomen. Ook al treedt zij niet langer op de voorgrond, toch heeft Dora Stallaert in het bedrijf nog steeds een eigen bureau.

In 1997 was Jan Stallaert goed voor een omzet van 600 miljoen, momenteel werken er 150 mensen. De klantenkring bestaat voor het leeuwendeel uit algemene ondernemers en de overheid.

“Behalve sloop- en grondwerk vormt het bedrijf een belangrijke schakel in de keten van bouwpuin en ongevaarlijk, niet-toxisch sloop- en industrieel afval,” stelt algemeen directeur Jean Putmans (levensgezel van Anne Stallaert). “Wij beschikken over zo’n 500 containers.” Jan Stallaert verhuurt zijn engineeringmaterieel en is tevens actief in de industriële reiniging. Tot slot is één van de minst bekende facetten van de onderneming wel haar capaciteit om zich 24 op 24 uur beschikbaar te stellen om eerstehulpdiensten ter plekke bij te staan bij schadegevallen zoals brand of explosie.

STEEDS MEER NORMEN.

Jean Putmans, die sinds een half jaar zijn nieuwe functie bekleedt, komt uit de afvalsector ( nvdr – containerbedrijf Demets, dat nu behoort tot de Watco-groep) waarin hij ruim twintig jaar lang actief is geweest. “Het beheer van afval wordt een vak op zich,” aldus Jean Putmans. “Twintig jaar geleden bestond er nauwelijks enige wetgeving over dit onderwerp. Momenteel is eerder het tegenovergestelde waar. Het aantal normen vermeningvuldigt zich, zeker in België, waar er verschillen zijn naargelang de regio. Milieu is dan ook een domein waarin het bedrijf beschikt over hoe langer hoe meer personeel.”

Jan Stallaert houdt ook de technische ontwikkeling nauwlettend in het oog. Enerzijds om de dienstverlening op een constant peil te houden. Anderzijds helpt het ook bij de voorbereiding op nieuwe kwaliteitsniveaus. Want ook voor sloop- en grondwerken neemt het aantal normen en eisen toe.

“Wij moeten onze werken tijdens specifieke periodes uitvoeren,” bevestigt Anne Stallaert. “Bovendien werken wij met een tijdschema dat 20 tot 30 jaar achterop loopt. Wij slopen gebouwen die enkele tientallen jaren oud zijn en worden nu geconfronteerd met bijzonder hoge gebouwen die een andere aanpak vergen. Maar op dit gebied zien we een tendens om de basisstructuur te behouden en het gebouw geheel en al te renoveren.” Een gat in de markt dat aan Jan Stallaert zeker niet ongemerkt is voorbijgegaan.

GVDN

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content