Gendervooroordelen in de bedrijfswereld: ‘Iemand die een privilege heeft, herkent dat zelf niet’

© iStock
Benny Debruyne
Benny Debruyne Redacteur van Trends

De helft van de mannen ziet niet echt een genderprobleem in onze bedrijven. Dat blijkt uit een enquête in opdracht van Women On Board, een vzw die ijvert voor meer vrouwen in raden van bestuur en het topmanagement.

Zowat de helft (49 procent) van de mannen vindt dat vrouwen even makkelijk de carrièreladder kunnen beklimmen als mannen. Liefst 43 procent van de mannen denkt bovendien dat raden van bestuur met enkel mannen even goed werken als raden van bestuur met zowel mannen als vrouwen. “Iemand die een privilege heeft, herkent dat zelf niet”, zegt Françoise Roels, bestuurder en directeur bij Cofinimmo en medeoprichter van Women On Board.

‘Iemand die een privilege heeft, herkent dat zelf niet’ – Françoise Roels, Women on Board

Vrouwen kijken daar anders tegenaan. 82 procent zegt overtuigd te zijn dat vrouwen zich meer moeten bewijzen om de top te bereiken en 62 procent gelooft dat een gemengde raad van bestuur beter werkt dan een met enkel mannelijke bestuurders. De helft van de mannen ziet met andere woorden het glazen plafond niet dat vrouwen wel degelijk zeggen te ervaren. Mag het verbazen dat mannen ook minder te vinden zijn voor quota om het aantal vrouwen in de raad van bestuur op te trekken?

Het marktonderzoeksbureau Profacts voerde in opdracht van Women on Board een enquête uit bij een representatief staal van 1000 Belgen, van bedienden over middenkaderleden tot toplui, én 104 topvrouwen die lid zijn van Women On Board. Hoewel er volgens veel mannen geen probleem is, toont de enquête aan dat mannen onbewust wel vooroordelen over vrouwelijke leiders hebben. Mannen, en zeker hoge kaderleden, associëren de functie van CEO met mannen en de rol van administratief bediende met vrouwen. Vrouwen doen dat niet.

Vrouwelijke chef

Tot zover het slechte nieuws. De enquête laat ook zien dat wel degelijk iets aan dat glazen plafond te doen is. Zo zijn er dankzij quota in de politiek al voldoende vrouwelijke ministers of toppolitici die als rolmodel fungeren. Daar zien we dat de vooroordelen van mannen al verdwenen zijn als het over topfuncties gaat.

Profacts maakte voor zijn enquête daarom een onderscheid tussen mannen die een vrouwelijke chef hebben gehad, en mannen die altijd leiding kregen van mannen. Bij de mannen met vrouwelijke baas bleek het onbewuste vooroordeel verdwenen te zijn. Zij ervaren dat vrouwen even goede leiders zijn. “Hoe hoger de leidinggevende positie van de vrouw is, hoe beter de ervaring van de mannen is”, zegt Sonja Rottiers, medeoprichter van Women On Board en bestuurder bij ING. Enkel bij mannen die nooit door een vrouw werden geleid, blijft het vooroordeel tegenover vrouwen bestaan.

CEO

Om dat onbewuste vooroordeel bij mannen de wereld uit te helpen, zijn meer vrouwelijke leiders nodig. Daar rijst een probleem. Het natuurlijke proces dat moet leiden tot meer vrouwen aan de top, verloopt te traag. Om die vicieuze cirkel te doorbreken, zijn quota nodig, zegt onder meer Hilde Laga, die het advocatenkantoor Laga oprichtte en in meerdere raden van bestuur zit (zie kader ‘Zonder quota duurt het veel te lang’).

Het sterkste argument voor quota is volgens Laga simpelweg dat bewezen is dat ze werken. Ze wuift de kritiek van mannen op quota weg, maar ook van veel vrouwen die geen excuustruus willen zijn maar promotie willen maken op basis van hun competenties. Altijd als vrouwen in topfuncties komen, worden volgens Hilde Laga plots hun competenties ter discussie gesteld, terwijl quota en competente vrouwen benoemen perfect kunnen samengaan.

De vzw wil met haar Women On Board Index voortaan elk jaar meten hoe snel het aantal vrouwelijke bestuurders toeneemt en niet alleen beursgenoteerde ondernemingen maar ook kmo’s die meer vrouwelijke managers willen, helpen met rolmodellen, netwerken en advies. Beursgenoteerde bedrijven moeten er tegen 2017 of 2019 (afhankelijk van de grootte) voor zorgen dat een derde van hun raad van bestuur uit vrouwen bestaat.

Doen ze dat niet, dan worden de bestuursleden niet langer vergoed en worden niet-reglementaire nieuwe benoemingen geschorst. “De beursgenoteerde bedrijven die in 2017 in orde moesten zijn, zijn klaar en ik twijfel er niet aan dat iedereen tegen 2019 in orde zal zijn”, meent Roels.

‘Zonder quota duurt het veel te lang’

Hilde Laga richtte het advocatenkantoor Laga op en bouwde het als managing director uit tot een kantoor met 120 advocaten. In 2014 gaf ze haar operationele rol op. Nu is ze voorzitter van de raad van bestuur van Gimv en bestuurder bij Greenyard, Barco en Agfa Gevaert. Ze geeft haar visie op de resultaten van de enquête.

“Het verwondert me niet dat de perceptie van het glazen plafond anders is bij mannen dan bij vrouwen. De resultaten bevestigen dat mannen denken dat vrouwen de top kunnen halen als ze het voldoende willen en dat er dus geen enkel probleem is. Net daarom ben ik voor quota in raden van bestuur. Er is bewezen dat ze werken. Ik ben eigenlijk ook voor quota op directieniveau, al is dat misschien een provocatief idee.

Zonder quota duurt het veel te lang. Het is zelfs niet zeker dat het lukt, want in landen zonder quota zien we dat het aantal vrouwen in directiefuncties blijft slabakken. Uit de enquête blijkt dat de beste manier om vooroordelen weg te werken, het contact met een vrouwelijke CEO is. Ik denk niet dat er bij Proximus nog veel mensen zijn die vraagtekens plaatsen bij het feit dat het bedrijf met Dominique Leroy een vrouwelijke CEO heeft.”

“We mogen ook niet uit het oog verliezen dat dit probleem al generaties lang bestaat. Het probleem ligt ook niet alleen bij het vooroordeel van de mannen, maar ook bij de manier waarop onze maatschappij is georganiseerd. Die waardeert de zorg voor kinderen niet voldoende.

We moeten ook ophouden het woord ‘carrièrevrouw’ te gebruiken. Het is negatief en wordt begrepen als een vrouw die haar carrière belangrijker vindt dan haar gezin. Dat is bij mij zeker nooit het geval geweest. Je kunt perfect carrière maken en dat combineren met een goede moeder zijn. Genderdiversiteit staat veel te weinig op de agenda van CEO’s. Het is te veel de verantwoordelijkheid van hr of van een externe consultant, terwijl het de CEO is, die die boodschap moet uitdragen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content