GEMEENTE BIJT IN HET ZAND
Ondanks een compromis tussen de gemeente Lommel en Union Minière, raakt de cadmiumvervuiling in Noord-Limburg niet opgelost. Inwoners hebben tot 40% meer kans op beenbreuken, zo blijkt uit onderzoek.
De Lommelse SP-burgemeester Louis Van Velthoven ergert zich aan de laksheid van het Vlaams Gewest en recent milieuonderzoek. Eind maart kwam KUL-onderzoeker Jan Staessens tot de alarmerende vaststelling dat de inwoners van Lommel en vier andere gemeenten uit de Limburgse Noorderkempen 30 tot 40% meer kans hebben op botbreuken. Oorzaak is de historische bodemvervuiling met cadmium. “Sommige wetenschappers zeggen mij dat de onderzoeksgroep van 800 personen te klein is om representatieve resultaten op te leveren”, aldus Vanvelthoven, die de onderzoekers ervan verdenkt het onderzoek te misbruiken om extra fondsen te werven.
Al jaren probeert Lommel maatregelen te treffen. Zo besliste de gemeenteraad in 1990 een belasting te heffen op officieel erkende stortplaatsen. Vanvelthoven: “Per ton geproduceerd zink is er bijna 400 ton afval. Wij wilden Union Minière ( UM) er met een hoge belasting toe aanzetten om zijn productieproces te herzien.”
Een juridische calvarietocht was het gevolg. Pingpong waarbij nu eens de ene dan weer de andere gelijk kreeg. In september 1998 vonden beide partijen een compromis. Lommel mocht de betwiste som – in acht jaar tijd opgelopen tot bijna 110 miljoen frank – houden. In ruil kreeg Union Minière een belastingvrijstelling voor de komende vijf jaar. Voorwaarde is wel dat de zinkproducent 30 miljoen frank investeert in onderzoek naar minder schadelijke productieprocessen.
Over dit compromis toont Vanvelthoven zich uitermate tevreden. De structurele maatregelen om de Noord-Limburgse zandgrond te saneren, lopen tot zijn ergernis vast. Het gemeentebestuur probeert op basis van de gewestplanherziening van juli 1995 de terreinen op de site van de voormalige zinkfabriek een andere bestemming te geven. “Wij wilden de firma Sibelco het terrein van 180 hectare volledig laten afgraven en de verontreinigde grond in een sarcofaag van 13 hectare groot opslaan. Het Vlaams Gewest kan ons maar geen zekerheid geven dat het bedrijf hierop dan geen milieuheffingen zal moeten betalen. Moet de sanerende firma de heffingen van de vervuiler betalen?”
Vanvelthoven maakt zich momenteel ook erg druk over de 70 hectare rond de vroegere site van Union Minière. “Vandaag verbouwen Nederlandse landbouwbedrijven er maïs op. Zo komen de zware metalen toch in de voedselketen en bovendien gebruiken ze het land om drijfmest kwijt te raken. Er ontstaat een nieuw vervuilingsprobleem, maar de Vlaamse overheid laat betijen.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier