Geloofwaardigheid, daar gaat het om
Minister van Buitenlandse Zaken Louis Michel ( MR) ziet België weer op de wereldkaart staan. Bedoelt hij in krantenkoppen of in bestuurskamers van potentiële investeerders? Want wat is het resultaat van zijn megafoondiplomatie? Een verbod op doorvoer van Amerikaans militair materieel doet het ongetwijfeld goed bij idealistische jongeren, maar in Washington zullen ze het niet snel vergeten. En na Ariel Sharon, de premier van Israël, mag het Belgische gerecht nu ook een klacht onderzoeken tegen George Bush senior. Ons land wordt in buitenlandse boardrooms weggelachen. Maar goed, België heeft toch maar belet, zegt Michel in het weekblad Knack, dat Frankrijk en Duitsland in het dossier-Irak een bocht namen.
Als het op principes aankomt, staat Louis Michel vaak aan de juiste kant, maar gemeten naar efficiëntie ligt dat anders. Een klein land kan groot zijn in grensverleggende diplomatieke initiatieven áchter de schermen, zoals Pierre Harmel en Henri Spaak deden. Michel verspeelde de kans om de Franse en de Britse visie rond Irak bij de verscheurde bondgenoten in de Europese Unie en de Navo te overbruggen. Dat is een rol die België op het lijf geschreven is. Geen vluchtige gesticulaties, maar discreet werk in de diepte. Wat op de lange termijn vruchten afwerpt en ons land politiek en economisch prestige oplevert.
De Belgische diplomatie kon zich lang één uitzondering permitteren: wat ontwikkelingen in Centraal-Afrika betreft, mocht Brussel zich wel degelijk een leidersrol aanmeten. Tot begin jaren negentig werd dat algemeen erkend. Terecht deed Michel een poging om de schade te herstellen die zijn Vlaamse voorgangers, Willy Claes en Erik Derycke van SP.A, hier hadden aangericht . Hij wees de weg in woelig Centraal-Afrika, maar ook hij verloor zijn credibiliteit: bij de vredesakkoorden van Pretoria werd België gemarginaliseerd.
Morgen moet de Senaat zich uitspreken over het eindverslag van de parlementaire onderzoekscommissie-Grote Meren, die de plundering van bodemrijkdommen in Congo onderzocht (zie Briefing, blz. 20). In dat verband noemde de Verenigde Naties ( VN) ook Belgische bedrijven. Het resultaat van het eigen parlementaire onderzoek is echter teleurstellend. Dit blad heeft altijd oog gehad voor de moeilijke omstandigheden waarin Belgische bedrijfsleiders in Congo standhouden. Dat betekent niet dat we blind zijn voor normvervaging in dat wegzinkende land.
Toen in eerdere VN-rapporten over conflictdiamanten Antwerpse handelaars lichtzinnig werden beschuldigd en in de coltanhandel Brusselse bedrijven hetzelfde lot ondergingen, stond Trends alleen om te wijzen op tekortkomingen van de VN-experts. Buitenlandse Zaken draaide volop mee met de populistische wind die de ondernemers bij voorbaat veroordeelde. In plaats van een komedie op te voeren rond Telexgate, had het ministerie nu beter klaarheid kunnen scheppen. In de ogen van Congolezen die snakken naar verandering is dit een gemiste kans. Als de Forrest-groep inderdaad een belangrijke bijdrage levert aan de overleving van Congo, moet zij als voortrekker een prioriteit maken van transparantie en open communicatie.
Erik Bruyland
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier