Geef de armen een gsm, en ze worden rijk

Het wordt de jongste tijd nogal risicovol om een economisch congres te organiseren. Bij elke ontmoeting, bij elke vergadering zijn er wel enkele tientallen demonstranten die moeten afgeven op internationale financiële instellingen zoals het Internationaal Monetair Fonds ( IMF) en de Wereldbank. Telkens beweren de demonstranten dat globalisering een ramp is voor de armen.

Maar is dat wel zo? Of kan economische globalisering arme landen helpen hun levensstandaard te verbeteren?

De kloof verkleinen.

Het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties rapporteerde dat 55 arme landen er het voorbije decennium nog op achteruitgingen. Dat kan echter niet in de schoenen worden geschoven van de globalisering. De meeste van de armste landen hadden te kampen met binnenlands wanbeleid, corruptie en een misplaatste economisch politiek.

De stijgende onderlinge afhankelijkheid over transcontinentale afstanden vormt een weerspiegeling van de technologische veranderingen die de kosten voor transport en communicatie drastisch hebben verlaagd. Landen kunnen barricaden oprichten om zich af te schermen van economische indringing door andere landen, maar als ze dat doen, sluiten ze zich ook af van de mogelijke voordelen van de globale economie.

Zuid-Korea, Maleisië en Thailand sloten hun ogen niet voor de globalisering. We schrijven 1960: Ghana en Zuid-Korea hebben hetzelfde inkomen per capita. Anno 2000 is het geëvolueerde Zuid-Korea per hoofd van de bevolking dertig keer rijker dan Ghana. Met andere woorden: niet alleen zijn sommige arme landen rijker geworden, ze hebben tegelijk de kloof tussen zichzelf en de rijkste landen verkleind.

Haasje over.

En wat met de arme mensen in arme landen? Martin Khor, directeur van het Third World Network in Maleisië, beweert dat “de informatie- en communicatietechnologie veel meer ten goede zal komen aan de grote ondernemingen, financiële instellingen en welgestelde particulieren, zodat de inkomens- en rijkdomskloof nog groter zal worden”. Dat is misschien waar, maar het betekent niet noodzakelijk dat de armen armer zullen worden. Het is perfect mogelijk dat de armoede daalt terwijl tegelijk de ongelijkheid stijgt. In China hebben honderden miljoenen arbeiders hun levensstandaard kunnen verbeteren sinds het land zich openstelde voor de wereldeconomie in 1978. Evenveel boeren op het platteland bleven echter ploeteren in de meest schrijnende armoede. Maar de armoede was er eerst. Ze werd níet veroorzaakt door de globalisering.

Niettemin is het belangrijk om meer aandacht te besteden aan degenen die achterblijven, en dat niet alleen om humanitaire redenen. Verhuizingen van het platteland naar de al overbevolkte steden schept aanzienlijke sociale problemen. De dramatisering van de ongelijkheid kan in dit informatietijdperk leiden tot grote politieke ontwrichting. En intussen worden menselijke opportuniteiten verkwanseld.

Gelukkig kunnen sommige technologische veranderingen een haasje-overeffect veroorzaken en de armen op het platteland helpen hun achterstand weg te werken. Iqhad Quadir, medestichter van Grameenphone in Bangladesh, heeft beschreven hoe bescheiden leningen vrouwen in duizenden afgelegen dorpen de mogelijkheid boden zich een gsm aan te schaffen en zo het dorp te verbinden met de buitenwereld, decennia vóór gewone telefoonlijnen dat mogelijk zouden hebben gemaakt.

Die ondernemende vrouwen verkochten goedkope telefoondiensten aan hun buren, betaalden onder meer hun leningen af. Vaak zagen ze hun echtgenoten een theehuis beginnen om de rijen wachtende klanten te bedienen. Zoals Quadir zegt: “In plaats van een digitale kloof kan de informatietechnologie een digitaal dividend opleveren.”

Ayisi Makatiani, directeur-generaal van Africa Online, heeft geconstateerd dat soortgelijke kleine ondernemers met een computer en een modem diensten verlenen in afgelegen dorpen in Kenia en andere Afrikaanse landen. Naarmate de kosten voor computers en communicatie jaarlijks drastisch blijven afnemen, zullen zulke projecten steeds meer gemeengoed worden. Zelfs de ongeletterden hoeven de boot niet te missen. Spraakherkenningstechnologie stelt hen in de mogelijkheid te werken met computers zonder de kunst van het typen te beheersen.

In India is de sector van de informatietechnologie spectaculair gegroeid ten gevolge van de globalisering. Indische emigranten die een belangrijke rol speelden in het Californische Silicon Valley zijn voor hun geboorteland niet verloren. Net zoals uitwijkelingen uit Taiwan vóór hen, zijn velen teruggekeerd naar hun land van herkomst en hebben daar ondernemingen opgestart die bijdroegen tot een omvorming van de economie.

Sloppenwijken.

Niet alleen zij die een nieuwe, goedbetaalde job vinden, halen voordeel uit deze evolutie. Rajendra Pawar, voorzitter van een Indiase informatieonderneming, heeft omschreven hoe snel ongeletterde kinderen uit de sloppenwijken leerden omgaan met aanraakschermen in een openbare kiosk. Wanneer hun nieuwsgierigheid met zulke middelen gekanaliseerd kan worden, gaat er vaak een wereld open en kunnen verloren onderwijskansen opnieuw worden ingehaald.

Toegegeven, informatietechnologie en internationale investeringen zullen de wereld niet bevrijden van de armoede. Maar technologie en investeringen kunnen de armoede wel terugdringen als ze gecombineerd worden met een degelijk overheidsbeleid en hulp vanuit instellingen zoals de Wereldbank en het IMF.

joseph s. nye jr.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content