Ga het geluk zoeken in Canada

Canada heeft beleggers heel wat te bieden. Met name de grondstoffenaandelen zijn uw aandacht meer dan waard.

Wanneer we het hebben over de geografische spreiding van een portefeuille, maken we gewoonlijk een onderscheid tussen Europa, de Verenigde Staten en de opkomende landen. Over Canada hebben we het nooit. En dat is fout, want het land is best wel interessant. Het mee in het hokje van de Verenigde Staten proberen te stoppen, lukt ook niet, want daar past het niet in. De Canadese beurs heeft trouwens maar heel vage banden met de beurs van New York. Een analist vergeleek Canada onlangs met Noord-Brazilië en wij vinden dat die vergelijking opgaat wat het profiel van het Noord-Amerikaanse land betreft. Deze buur van de VS heeft immers ook een ondergrond die zeer rijk is aan grondstoffen.

Meer dan olie alleen

Een van de rijkdommen waarover Canada beschikt, is olie. Meer bepaald de provincie Alberta heeft aanzienlijke reserves in de vorm van oliehoudende zanden. Het nadeel van die zanden is dat ze moeilijk te ontginnen zijn. Een vat olie moet al 70 tot 90 dollar kosten voor de ontginning ervan rendabel wordt. Die hoge kostprijs lijkt echter geen bezwaar voor de Chinezen, die vorig kwartaal twee contracten afsloten voor de ontginning van oliehoudende zanden. Aan het begin van de jaren ’80 gebruikte China amper twee miljoen vaten olie per dag. Vandaag zijn dat er negen miljoen. Aan dat ritme kan de consumptie van olieproducten in China in het komende decennium nog verdubbelen. Het mag dan ook niet verbazen dat China zich daarop voorbereidt en zo veel mogelijk reserves aan olieproducten probeert op te bouwen.

Maar olie is niet de enige grondstof waarover Canada beschikt, in het westen van het land zijn ook uranium en kalium (een belangrijk ingrediënt van meststoffen) te vinden.

Het goede voorbeeld

Canada kan daarnaast ook prat gaan op het efficiënte beheer van zijn overheidsfinanciën en van zijn economie in het algemeen. Het werd trouwens slechts licht getroffen door de crisis.

De vijf grote banken van het land bleven winst maken, ondanks de schok die het wereldwijde financiële systeem in 2008 op zijn grondvesten deed daveren. Een regelgeving in verband met eigen fondsen en hefbomen die strenger is dan die in Europa en de Verenigde Staten, zorgden ervoor dat de Canadese banken aan het ergste ontsnapten. Ook een grotere beperking op hypothecaire leningen dan bij de Amerikaanse buren, droeg daartoe bij.

Een andere troef die het land heeft, is een schuldgraad van amper 36 % van het bruto binnenlands product (bbp), die bovendien nog terugloopt. Canada heeft in 2009 wel een lichte recessie gekend, maar het economische herstel kwam er veel sneller en was veel krachtiger dan verwacht. Dat was te danken aan een goed draaiende vastgoedmarkt en aan het feit dat de gezinnen geen rem op de consumptie zetten. Het resultaat is dat de Canadese economische groei in het eerste kwartaal van 2010 hoger dan 6 % uitkwam, nadat die in het laatste kwartaal van 2009 al 4,9 % bedroeg. Dat is heel wat beter dan in de VS en vooral Europa.

Die sterke groei heeft echter ook een keerzijde, namelijk dat de inflatie opnieuw op de voorgrond treedt. Om die tegen te gaan, moest de Bank of Canada haar interventierente optrekken van 0,25 % tot 0,50 %. Daarmee is Canada het eerste land van de G7 dat sinds de wereldwijde financiële crisis zijn rentevoeten moet verhogen.

Het is wel duidelijk dat de Canadese economie het heel goed doet, ook al weigert de overheid om voorspellingen voor de rest van het jaar te doen. En dankzij de rijke ondergrond lacht de toekomst het land toe. (C)

Door Karine Huet

Voor wie ervan overtuigd is dat de opkomende markten een sterke opgang zullen maken, vormt de Canadese beurs een mooie onrechtstreekse manier om daarop te mikken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content