Sommige ideeën liggen zo voor de hand dat je je afvraagt waarom niemand er eerder is opgekomen. Vincent Boutens waardeert het bekende frietkot op tot een klassefrietzaak en wil er een wereldwijde franchiseketen van maken.
“Ik zal pas tevreden zijn als Chez Vincent aanwezig is op de vijf continenten en als er in alle wereldsteden Chez Vincent-frituren zijn”, zegt de enthousiaste ondernemer Vincent Boutens. Hij is ver verwijderd van die droom, want op dit moment heeft hij twee frituren, in Brugge en Antwerpen. Als het businessplan wordt gehonoreerd, komen er dit jaar nog twee bij en staat de teller eind volgend jaar op acht.
Boutens heeft carrière gemaakt in de vastgoedsector. Zijn bedrijf Pylos Group, dat hij in 2001 oprichtte samen met partner Edward De Nève, groeide uit tot een bedrijf dat commerciële vastgoedprojecten opzet in zes landen. Sinds kort woont Boutens met zijn gezin in de Braziliaanse metropool São Paulo om het bedrijf, dat nu 25 werknemers telt, te laten meesurfen op de lokale groeimarkt. Eind 2010 had Pylos naar eigen zeggen een geconsolideerd balanstotaal van meer dan 100 miljoen euro. Dat jaar werd er voor ruim 50 miljoen euro aan projecten verkocht in drie landen.
Directeur komt frieten bakken
Hoewel Boutens pas in 2010 Chez Vincent oprichtte, vergezelt zijn passie voor Belgische friet hem al zijn hele carrière. De jurist, die ook economie studeerde, begon zijn loopbaan als salesmanager bij Kinnarps, dat ergonomisch kantoormeubilair maakt. “Toen ik verkoopdirecteur was, ging ik af en toe frieten bakken in frituren in Humbeek en Sint-Pieters-Woluwe. Zo leerde ik de producten en de sfeer van de frituur kennen”, zegt Boutens, die toegeeft geen toptalent te zijn als frietenbakker. “Als verkoopdirecteur leerde ik om commercieel te denken. Naast het frituurconcept zijn vooral de locaties en de mensen belangrijk om Chez Vincent te doen slagen.” De frituren in Brugge en Antwerpen liggen in het toeristische hart van de stad.
De ondernemer verruilde het kantoormeubilair al snel voor een baan bij vastgoedbedrijf DTZ. Daarna richtte hij zijn eigen vastgoedbedrijf Pylos op, dat in de Benelux, Frankrijk, Zwitserland en Brazilië actief is. Intussen was het Boutens opgevallen dat geen enkele van de vele franchiseketens Belgische friet verkoopt. In 2005 liet hij daarom een haalbaarheidsstudie uitvoeren door consultant BrainTower. De studie bevestigde zijn vermoeden dat er plaats is voor een keten van eigentijdse klassefrituren. Zijn werk bij Pylos slorpte hem echter volledig op, zodat hij pas in 2010 zijn frietzaak begon voor te bereiden. Dit voorjaar ging de eerste zaak open in Brugge, daarna volgde Antwerpen.
Bij Chez Vincent is de operationele leiding in handen van Johan Boudringhien. Er wordt veel belang gehecht aan de rekrutering van de juiste mensen. Het personeel krijgt een opleiding en er zijn wekelijkse meetings om te bespreken wat er beter kan. Een kwart van het kapitaal van Chez Vincent is in handen van Boudringhien, BrainFund (een investeringfonds van BrainTower) en Dominique Derom (actief bij BrainTower). De rest van de investering kwam van Boutens. “We zijn nu aan het praten met een grootbank. Je mag per frituur rekenen op een investering van 220.000 tot 250.000 euro.”
Chef-kok blijft geheim
Pas als het frituurconcept helemaal af is, wordt Chez Vincent in 2013 als franchiseketen gelanceerd in het buitenland. Met Chez Vincent werd alvast een naam gekozen die goed bekt in verschillende talen en cachet heeft. De frituur ziet er veel stijlvoller uit dan de klassieke, sjofele frituur. Het meubilair is zorgvuldig gekozen en de kleuren van de Belgische vlag zijn handig verwerkt in het interieur en het logo: een tricolor puntzakje. De frituur krijgt zo een eigentijds karakter. Chez Vincent koppelt dat aan kwaliteit: bijna uitsluitend Belgische ingrediënten, sauzen zonder bewaarmiddelen, en de recepten – ook klassiekers als vol-au-vent en balletjes in tomatensaus staan op het menu – zijn gemaakt door een chef wiens naam geheim wordt gehouden om er in toekomstige marketingacties mee uit te pakken. Wie in de frituur eet, krijgt zijn portie geserveerd op een echt bord.
Leiden die investeringen niet tot een hoge prijs in vergelijking met de concurrentie? “Onze prijzen zitten in de hogere klasse, maar de gemiddelde rekening bij ons blijft met zo’n 8 euro toch laag. We zien wel dat het publiek bereid is iets meer te betalen voor kwaliteit en een eigentijdse omgeving.”
De Belgische frituurketen wordt in de markt gezet door persaandacht te genereren, bijvoorbeeld door minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen Vincent Van Quickenborne (Open VLD) uit te nodigen voor de opening in Brugge en burgemeester Patrick Janssens in Antwerpen. Boutens zelf werpt zich op als ambassadeur van de Belgische friet, en de website en een Facebook-pagina moeten de mond-tot-mondreclame in de hand werken. Ook storytelling – bijvoorbeeld op de onderleggers – wordt gebruikt om de traditie van de Belgische friet te verweven met het DNA van Chez Vincent.
BENNY DEBRUYNE
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier