François Schwennicke

Dat de lederwaren van de Belgische fabrikant Delvaux (1829) tot de absolute top behoren, is algemeen geweten.

Maar ook de productieafdeling en de kantoren van deze maroquinerie haut-de-gamme liggen in een van de mooiere wijken en panden van Brussel.

“Het gaat goed met Delvaux. We worden almaar groter. Daarom moesten we zes jaar geleden een nieuw onderkomen zoeken. Onze stek in Sint-Genesius-Rode werd gewoon te klein. We hebben heel Brussel doorkruist op zoek naar een pand waar zowel atelier als administratieve dienst op een mooie en hoogwaardige manier gehuisvest konden worden,” vertelt gedelegeerd bestuurder François Schwennicke.

“Bovendien moest er parkeergelegenheid zijn. Plus de mogelijkheid tot verdere uitbreiding. Toen we op het Arsenaal belandden, waren we op slag verliefd. Dit werd het en hier gaan we niet meer weg.”

In het Arsenaal huizen nog enkele bedrijven; het trendy restaurant Le Mess op de hoek is een ontwerp van Schwennicke zelf. “Er was hier niets. Mensen moeten toch de kans hebben in de buurt van hun werk een lekkere hap te kunnen eten. Ik ben dol op restaurants. En op savoir-vivre.”

Het kantoor van Schwennicke is bescheiden. Het ligt in de uithoek van een lange gang op de eerste verdieping. Van de industriële vormgeving – groen metalen draagstructuur, zichtbare leidingen – die in de rest van het pand zeer duidelijk aanwezig is, blijven weinig sporen zichtbaar. Een gedeelte van de aanpalende administratieve kantoren kijkt uit op het atelier. Dat is met een grote glazen wand van de rest van het gebouw gescheiden. Wie door de gang loopt, heeft het gevoel naar een poppenhuis te kijken. Twee verdiepingen liggen bloot; ruim tachtig lederspecialisten buigen zich over stukken leer die tot een handtas, een portefeuille, een koffer of een broeksriem omgetoverd worden.

Schwennicke: “Ik hou van ruimte. Maar nog meer hou ik van een juiste verdeling. Daarom dat mijn kantoor – voor een gedelegeerd bestuurder – nogal klein is. Delvaux is in de eerste plaats het atelier. Onze ambachtslieden, die hebben een mooie en stimulerende werkomgeving nodig. Het is geen toeval dat ik naar de hoek verhuisd ben en geen uitzicht heb op het atelier. Zo hebben de werknemers meer vrijheid. Ze voelen zich niet bekeken. Soms voel ik me wel geïsoleerd. Maar aangezien een zaakvoerder toch moet bewegen, begeef ik me op zo’n moment onder mijn werknemers.”

En bewegen doet Schwennicke. “Enkele maanden geleden heb ik de inrichting van mijn kantoor totaal omgegooid. Eerst zat ik met mijn gezicht naar de deur, het raam rechts van mij, en het schilderij van Yves Zurstrassen achter mij. Op een dag heb ik de zaak omgedraaid; zomaar, omdat het kriebelde. Ik zit nu naar het licht gekeerd en kijk naar het schilderij. De deur bevindt zich achter mijn rug.” Die verhuis werkte blijkbaar aanstekelijk. “Een week later waren ook de andere bureaus veranderd. Iedereen was met zijn spullen gaan slepen. En dat vind ik goed. Als je je omgeving verandert, verander je ook je kijk op de wereld. Neem het schilderij van Zurstrassen. Ik hou heel erg veel van de kracht van de kleuren van dat schilderij. Het is het allereerste kunstwerk dat ik kocht. Het doek geeft me energie.” Er staat ook een Rietveldt-stoel. “Die staat hier gewoon. Ik ben er nog nooit in gaan zitten, maar de vier kleuren – rood, zwart, geel en blauw – waren ooit mijn vier basiskleuren.”

Wat verder tooien drie papieren kippen een strak marmeren voetstuk. Een werk van Thierry Renard. “Weet je waarom dat werk – het heet Ecritures-lures – hier staat? Het zorgt voor de nodige relativering. De papieren kippen hebben iets lachwekkends. Zeker op die stijve zuil. Bovendien zit achter het papier een geschiedenis; het zijn kopieën van een brief die Renard op de vlooienmarkt gevonden heeft. De kribbels zijn de woorden van een Belgisch meisje uit een diplomatenfamilie: ze correspondeert met een vriendin die in België achterbleef. Ik vind dat leuk; die verborgen betekenissen en dat luchtige aspect achter de kunst.” Intellectualiseren is niet aan de zaakvoerder besteed.

Het enige nadeel aan het gebouw blijken de blauwgroene ramen. De kozijnen veranderen, is voorlopig niet aan de orde. Het hele Arsenaal is trouwens met dat blauwgroen bedeeld. Schwennicke besluit: “Hoe de architect die dit pand destijds verbouwd heeft, die kleur heeft kunnnen kiezen, is me een raadsel. Tenzij hij gesponsord werd door Belgacom, natuurlijk.”

PERSONALIA

{VET}* Leeftijd:{vet} 38 jaar.

{VET}* Functie:{vet} Gedelegeerd bestuurder.

{VET}* Sector:{vet} Lederwaren.

{VET}* Aantal werknemers:{vet} 110 in België; 180 in Frankrijk.

{VET}* Hoofdkantoor:{vet} Brussel.

Margot Vanderstraeten

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content