Fitco maakt straffe garens

Het technisch textielbedrijf Fitco bestaat sinds 1999. Toen was er één personeelslid, één potentiële klant en één productprototype. Intussen heeft het bedrijf 45 werknemers, een omzet van zeven miljoen euro en een terrein van 20.000 vierkante meter in de achterhaven van Oostende. Gedelegeerd bestuurder Luc Decraemer (41) is blij met de erkenning die Trends hem en zijn personeel geeft, maar heeft er toch een dubbel gevoel bij. “We lopen niet echt te koop met onze productontwikkeling, want het risico om gekopieerd te worden is heel groot.”

Vertellen wat Fitco precies doet, ligt dus moeilijk. Het bedrijf maakt straffe garens die bijvoorbeeld in serredoeken terechtkomen of in gronddoeken die dienen voor de bermversterking als er spoorlijnen worden aangelegd. Luc Decraemer en zijn team dokteren ook betonvezels uit, die krimpscheuren moeten vermijden in grote gebouwen. Voorts heeft ongeveer elke Belg – of beter: elke Europeaan – Fitco-textiel in zijn wagen zitten. Maar waar, en hoe? Dat is top secret.

Contractuele geheimhouding is wellicht een beter woord. “Met de meeste van onze klanten werken we een oplossing op maat uit”, vertelt Decraemer. “In veel gevallen is Fitco dan ook de enige toeleverancier en dat impliceert enige discretie.” Namen van klanten? Van die ene grote telecomspeler bijvoorbeeld? Decraemer houdt de lippen stijf op elkaar, maar wil wél kwijt dat zijn bedrijf intussen meer dan vijftig klanten heeft – meestal marktleiders in hun sector. Vooral op de Europese markt, maar ook in Australië en in Rusland wordt men stilaan nieuwsgierig naar de knowhow uit Oostende.

Die snelle groei wreekt zich soms, moet Luc Decraemer toegeven. “We werken zo efficiënt mogelijk, maar we doen zoveel tegelijk dat het wel eens spaak loopt. Onze klanten maken daar gelukkig geen punt van. Ze houden er een langetermijnvisie op na, net zoals wij.” Fitco wil nu zijn maturiteit opbouwen, meer klanten verwerven en zijn productenpallet uitbreiden. “En investeren als dat nodig blijkt, anders lopen onze klanten naar de concurrentie.”

Om extra financiële middelen aan te trekken, heeft Decraemer een jaar geleden Zargal opgericht. Een tweede bedrijf, dat complementair is met Fitco en dat tegen de zomer ook vanuit de Oostendse achterhaven opereert. Hoog gegrepen? Luc Decraemer blijft nuchter: “Dat zal de toekomst uitwijzen. Het is in elk geval geen zelfmoord.” Het komt erop aan, besluit de ondernemer, om de concurrentie altijd vóór te blijven. “Want tegenwoordig is iedereen geneigd om naar het bloeiende heuveltje van het technisch textiel te rennen.” (T)

C.D.C.