Financiering Aquafin. Zuurstof voor Vlaams water
Aquafin verstevigt haar financiële struktuur. Met de Europese Investeringsbank zet de Vlaamse waterzuiveringsmaatschappij haar eerste stappen op de kapitaalmarkt.
Voetje voor voetje bereidt Aquafin haar beursgang voor. Na de overeenkomst met de Europese Investeringsbank (EIB), die op 29 november jl. een krediet van zes miljard toekende, onderhandelt de Vlaamse waterzuiveringsmaatschappij nu met financiële instellingen in België over aanvullende lange-termijnleningen ter waarde van 10 miljard.
Zo krikt Aquafin haar werkkapitaal op tot 30 miljard, inclusief eigen middelen (vier miljard) en kortlopende schulden (11 miljard). Via de uitgifte van commercial paper, tesauriecertifikaten en obligaties hoopt Aquafin vanaf ’97 rechtstreeks een beroep te kunnen doen op de geldmarkt om haar financiële behoeftes te dekken. De onderneming, die van het Vlaamse Gewest tot 2021 een monopolie over de waterzuivering verkreeg, staat zelf in voor de prefinanciering van de investeringsprogramma’s (nvdr tot 2003 goed voor telkens zeven miljard per jaar).
“Aquafin legt de laatste hand aan de basispijlers van haar vierde opdracht, ” legt Piet Vandermeersch, architekt van de operatie en ex-direkteur Algemene Zaken (sinds 1 januari opnieuw aktief als een zelfstandige interim-manager), uit. Naast de opmaak van de technische plannen, de bouw en de exploitatie van zowel de bestaande als de nieuwe waterzuiveringsinstallaties in Vlaanderen moet de gemengde NV voor 51 % in handen van de Vlaamse Milieuholding (VMH) zelf de nodige kredieten op tafel leggen. Het Vlaamse Gewest betaalt de rekening pas nà de oplevering van de werken à rato van 1/15 per jaar.
Vandermeersch : “Tijdens de opstartfaze volstonden de eigen middelen en korte-termijnleningen. Met het oog op een evenwichtige balans zochten we een kredietverlener op lange termijn. Aangezien de Europese Investeringsbank gunstige rentevoorwaarden biedt én specifieke milieuprojekten steunt, was onze keuze snel gemaakt. ” Tussen aanvraag en goedkeuring liep echter één jaar. De EIB moest eerst zeker zijn dat de Vlaamse overheid voor de onderbouw van de kredieten kon zorgen en dat Aquafin haar opdracht kon waarmaken. Dat is nu gebeurd.
Vandermeersch : “Aquafin bouwt aan een evenwichtige kapitaalstruktuur. Hierbij worden alle kredietverleners op gelijke voet behandeld. Als onderpand bieden wij de overeenkomst met het Vlaams Gewest en de niet-bezwaarde activa (infrastruktuur). Het Gemeentekrediet, huisbankier én aandeelhouder van het bedrijf, geniet geen voorkeursbehandeling. “
GROOTSCHALIGE AANPAK.
“Aquafin is een mooi projekt van Europese integratie, ” zegt Bruno Denis, relatiebeheerder van de Europese Investeringsbank (EIB). Samen met zijn Nederlandse kollega, ingenieur Barend Stofkoper, legde de financieel specialist grondig de Vlaamse waterzuiveringsmaatschappij onder de scanner.
Konklusie van hun analyse : Aquafin is levensvatbaar en pakt het probleem van het vervuilde oppervlaktewater efficiënt aan, namelijk koherent en grootschalig. Denis : “Het Vlaams inhaalmaneuver kost veel geld, maar is noodzakelijk voor het herstel van het leefmilieu. Bovendien kampt Aquafin niet met vastgeroeste strukturen, noch met verouderde installaties, zodat de onderneming de nieuwste technologie terzake kan inschakelen. In die zin juichen wij de samenwerking met haar Engelse partner Severn Trent één der grootste milieubedrijven van de wereld toe. Dat is technologietransfer van de ene naar de andere lidstaat. Aquafin trekt als het ware de grenzen open. Dat past perfekt in de filozofie van de Europese Unie. Daarom heeft de EIB op 29 november ’94 een lening van zes miljard frank met een looptijd van 17 jaar aan de Vlaamse afvalwaterzuiveringsmaatschappij toegekend. “
De Europese Investeringsbank (EIB) gaat niet over één nacht ijs. Per dossier analyzeert een multidisciplinaire werkgroep van Europese specialisten de aanvraag en slaat haar tenten enkele weken ter plaatse op, vooraleer een verdict te vellen. Denis, projektmanager van de Aquafin-lening : “Dankzij onze ervaring in gelijkaardige situaties (nvdr de EIB financiert eveneens projekten van de Britse watermaatschappijen) kunnen wij de start van een grootschalige zuivering, zoals in Vlaanderen, goed evalueren. ” Uit de doorlichting van de EIB blijkt dat Aquafin haar ambitieus programma aankan. Denis : “In haar kort bestaan heeft de onderneming bewezen een sterke know-how op technische én organizatorische vlak te hebben opgebouwd, voldoende om honderden infrastruktuurwerken op te leveren en te beheren. Tenslotte vormt de juridische struktuur met een duidelijke volmacht van het Vlaams Gewest aan Aquafin een solide basis voor de lange-termijnlening van de EIB. “
Net als Indaver (industriële afvalverwerking) is Aquafin een vorm van publiek-private samenwerking, die de EIB veel tegenkomt in Europa. Denis : “Dat is dé financieringsvorm van de dag. De formule koppelt de beperkte risico’s en expertise van de overheid met de dynamiek van de vrije markt. Wel moet tussen beide partijen een evenwicht bestaan. De huidige overeenkomst tussen het Vlaamse Gewest en Aquafin met haar ingebouwd kontrolesysteem (nvdr de biezonder gevolmachtigde Bruno Beels kreeg versterking van drie medewerkers) biedt volgens ons terzake voldoende waarborgen. Bovendien blijven dankzij de grootschalige aanpak de werkings- en overheadkosten beperkt. “
De deal met de EIB haalt Aquafin financieel op vaste grond. De lange-termijnlening 6 miljard op 17 jaar dekt de helft van de investeringen in ’94 en ’95. De rest moet van de banken komen.
Het akkoord omvat een optie, afhankelijk van het investeringsritme, voor een tweede EIB-schijf van vijf miljard frank. De onderhandelingen daarover zullen zo goed als zeker in de zomer rond zijn.
ERIC POMPEN
JOHAN MAES EN PIET VANDERMEERSCH (AQUAFIN) Aquafin bouwt aan een financieel evenwichtige struktuur.
BRUNO DENIS (EIB) Aquafin is een mooi projekt van Europese integratie.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier