FILMMINISTER

Doe-het-zelf.

Eric Van Rompuy was ooit filmchroniqueur van Radikaal, het blad van de CVP-Jongeren. Jarenlang trok de eeuwige vrijgezel naar ciné Arenberg voor zijn filmgenot. Easy Rider, Last Summer, Z. Uit het hoofd somt Eric Van Rompuy kaskrakers van de jaren zestig op. Licht van Stijn Coninx was zijn laatste filmbezoek. “Sedert ik vader en minister ben, zit ik nog zelden in de bioscoop,” klaagt hij. Eric Van Rompuy draagt de langste Vlaamse bewindstitel: minister van Economie, KMO, Landbouw en Media. ‘s Morgens spreekt hij over mest, ‘s namiddags over pellicule. Is de minister gevat door de magie van de film, zoals regisseur en amokmaker Robbe de Hert hem sommeerde in een recent ingezonden stuk?

De kans is groot. Eric Van Rompuy beëindigde vorige week de beleidsbrief Film in Vlaanderen. De kernpunten zijn:

een verzelfstandiging van het steunfonds voor de Vlaamse film;

een verhoging van het subsidiebedrag voor film van 230 naar 330 miljoen frank (+40%);

een werkingsbudget voor het verzelfstandigde fonds van 20 miljoen frank;

een filmmanager die het fonds animeert en pro-actief optreedt naar de branche – gezocht door executive searchers, zoals de nieuwe overheidsmanagers met contracten van bepaalde duur en een resultaatsverplichting: Bert De Graeve (VRT) en Martin Van Houtte (Export Vlaanderen);

werkgroepen die de raad van beheer van het nieuwe filminstituut bijstaan;

een waarborgregeling voor investeerders in film, geïnspireerd op de waarborgregeling voor aandeelhouders van startende ondernemingen;

een subsidie voor distributeurs die Vlaamse films tonen;

een tax shelter – in samenspraak met de federale regering – die tussen 90 à 250 miljoen frank verse middelen naar de film draineert.

Het fonds

Film in Vlaanderen bestaat sedert 1993. De Audiovisuele Selectiecommissie duidt aan welke projecten overheidsgeld waard zijn. Was een nieuw beleidsdocument na vijf jaar reeds nodig? Eric Van Rompuy: “De kritiek uit de branche bleef aanhouden en naar mijn mening zat er een grond van waarheid in. Ik wil meer marktwerking, meer doelmatigheid, sneller handelen. De comité-formule wordt afgezwakt, de filmmanager krijgt de sleutelrol. ( lacht) Over een omstreden voorstel als Camping Cosmos zal ik niet meer mee hoeven te beslissen. Bij mijn start als minister van Media pleitte ik voor één Daens per jaar. Daar wil ik geraken door een efficiënter werkend filmfonds, door 100 miljoen frank extra financiën in de geest van zaaigeld, door de zorg om de continuïteit. Een levensgroot probleem van de Vlaamse film is dat de hiaten tussen de producties te groot zijn – producenten, regisseurs en financiers glijden na elk topjaar in een diep gat – en een heus filmbedrijf komt niet van de grond.”

Filmmanager.

De Bert De Graeve van de Vlaamse film moet zorgen voor een doorzichtig filminstituut met publieke rapportering, meetbare resultaten en een grotere inbreng van Europees filmgeld. Minister Van Rompuy: “Hij is pro-actief en een aanspreekpunt voor scenaristen, regisseurs en producenten. De sector moet sterker aangeven voor welke markten hij wil werken.” Het maken van films wordt steeds duurder en de financiële basis versmalt omdat de ASLK en de Lotto de branche verlaten.

Eric Van Rompuy: “Een prioriteit van mijn mediabeleid was de ombouw van de VRT; daar ben ik mee begonnen. Tussen het nieuwe filmbeleid en de heroriëntatie van de VRT lopen parallellen. De wezensvraag van de VRT was: zoeken we een niche of blijven we breed werken, dus voor een groot publiek? Het antwoord luidde: we werken voor alle Vlamingen en niet voor de crème de la crème. Dat beduidt niet dat je geobsedeerd moet zijn door de kijkcijfers, maar toch dat je daarmee rekening houdt. De toetssteen van de filmbeslissingen wordt de kwaliteit, en die kan ook voor een commerciële film gehanteerd worden. We stoppen geen 20 miljoen belastinggeld meer in een Vlaamse film die ocharme 20.000 bezoekers trekt. Onze filmmakers moeten de ambitie hebben om filmtickets te verkopen, zoals de VRT’ers de ambitie moesten aankweken om luisteraars en kijkers te boeien. De egotripperij van enkele filmproducenten en enkele regisseurs die doen alsof zij en zij alleen noties hebben van films, stoort me. Wat zij in hun wijsheid bedenken, zou de belastingbetaler moeten financieren. Ik wil een kijkersgedreven vraag naar Vlaamse films.”

De beleidsbrief formuleert geen taak voor de VRT, er is geen hoofdstuk over telefilms? Minister Van Rompuy: “Ik wil helderheid en rechtlijnigheid. De VRT mag geen oneigenlijke opdrachten meer krijgen. De begroting van de VRT is 8 miljard frank. Je mag daarvan geen miljoenen afwenden naar de financiering van rolprenten. Dat is even verwerpelijk als een belasting op de kabelmaatschappijen of op de reclame om films te betoelagen. De VRT bestelt trouwens voor 670 miljoen frank producties bij onafhankelijke beeldproducenten, VTM voor 2,5 miljard frank.”

In de filmscholen bestaat het Jo Röpcke-verschijnsel: aantrekkelijke mooipraters kloppen, als aanvulling bij hun VRT- en VTM-pree, enkele cursusuren en tonen soms meer eigenwaan dan gedrevenheid? “De kwaliteit van al onze filmscholen is laag en het studentenaantal explodeert. Minister van Onderwijs Luc Van den Bossche is zich daarvan bewust. Ik zie twee problemen: de programma’s en het aantal scholen. Het is voor mij zonneklaar dat de filmstudenten meer bedrijfseconomie behoeven. We moeten naast regisseurs ook producenten van films opleiden. Het aantal scholen is voor een kleine film- en audiovisuele markt als Vlaanderen onverantwoord groot – we produceren honderden specialisten die geen werk zullen vinden. Dat is oneerlijk. Er zijn 4 filmscholen van het lange type en een handvol van het korte. Deze scholen weigeren om samen te werken, zijn ondergefinancierd en hebben geen bruggen naar de filmbedrijven,” treurt de minister.

Vlaanderen is vernieuwend in de filmdistributie door de Groep Kinepolis van de stichters Bert-Claeys, waarover cases worden geschreven aan Harvard Business School. “We hebben in de distributie belangrijke troeven, ik sprak daarover met Albert Bert. De distributie zal premies ontvangen in functie van het aantal vertoonde kopieën van een film en het aantal weken dat hij zal getoond worden,” zegt Eric Van Rompuy.

Er is felle kritiek op de tribulaties om Flanders Image. Wordt het filmpromotie-agentschap – dat Vlaamse films toont in Cannes, Berlijn, Nice – koud gemaakt? “De toekomst van Flanders Image blijft ter studie. In beginsel moet de sector 20% aandragen van de 9 miljoen frank promotiegeld. Dat werd nooit gehaald, we zitten vandaag aan 8% en de Inspectie van Financiën zegt halt. De sector zou de hand in eigen boezem moeten steken, voor hij Flanders Image op de mat van de Vlaamse regering legt.”

Waarom Vlaamse film en geen Belgische film of Belgische filmpromotie? Eric Van Rompuy: “Cofinancieringen met de Franse gemeenschap en Franstalig België zijn moeilijk. We vertrekken vanuit twee verschillende culturen, temperamenten en tradities. De filmfinanciering van de Franse Gemeenschap is grotendeels financiering van Franse films. Anderzijds, zitten Vlaanderen en Nederland evenzeer op dezelfde golflengte, tweederde van de Vlaamse films zijn coproducties met Nederland. Ik denk bijvoorbeeld aan Karakter, Antonia, Licht.”

De Vlaamse regering geeft geld aan de Vlaamse film, anderzijds spuwen de makers van die films graag op de regering- Van den Brande en de Vlaamse identiteit? Minister Van Rompuy: “Veel van onze jonge intellectuelen weigeren om over Vlaamse Radio en Televisie te spreken, vinden dat nationalistisch en dus verwerpelijk en omzeilen dat door te verwijzen naar TV1, Canvas enzovoorts. Zij missen een normale dosis volksverbondenheid. De verheerlijking van het kosmopolitisme en het neerkijken op democratisch gekozen Vlaamse politici en instellingen is hun attitude. Dat heeft veel te maken met mode en cynisme.

Er moeten films gemaakt worden waarin de Vlaming zich herkent. Het succes van VTM is zijn herkenbare televisie. Voor VRT is dat eveneens zo. VRT en VTM samen halen 75% van de Vlaamse kijkersmarkt. De 3 Nederlandse zenders zijn gezakt naar 5 procent. VRT en VTM leerden televisie maken voor het volk en niet voor de ijdelheid of de politieke agenda’s van journalisten. De nieuwe film over Father Damien zal minstens Daens evenaren. Father Damien is herkenbaar Vlaams en internationaal. Waar is de tegenstelling tussen het ene en het andere? Dat leeft uitsluitend in de hoofden van een minderheid.”

FRANS CROLS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content