Federale konijnen verblind

Schijn bedriegt. De rust van de vakantie verbergt een diepe economische crisis. Het land verloor de controle over de verankering van twee van zijn belangrijkste banken. Het lot van een van de vier autoconstructeurs hangt aan een zijden draadje. De rijksbegroting kijkt aan tegen een tekort van meer dan 5 procent en het gat in de sociale zekerheid bedraagt 5 miljard euro.

Nochtans ligt sinds het begin van de lente de federale regering stil. Voor de verkiezingen was dat enigszins te begrijpen omdat de partijen van de meerderheid regionaal niet wilden worden afgestraft voor onpopulaire maatregelen. Maar 7 juni is nu al enkele weken voorbij en waarom gebeurt er niets? De reden is dat er zich de afgelopen maanden een fundamentele verschuiving van de macht heeft voorgedaan. België wordt voortaan geregeerd vanuit de gewesten en de gemeenschappen. Dit blijkt duidelijk uit de herschikking van de federale regering met overschotjes van gezakte regionale ministers, maar ook uit het feit dat de regering op federaal niveau geen beleid meer kan voeren, zonder budgettaire toezeggingen vanuit de regio’s. Daarom zitten de Franstalige en Nederlandstalige federale konijnen roerloos te kijken naar de regionale lichtbakken. Maar er komt niets uit. Wat vooral het gevolg is van een geruisloze omwenteling in de Vlaamse politieke meerderheid. Men kan deze ontwikkeling als Belgisch staatsburger betreuren, maar als democraat moet men zich neerleggen bij wat de meerderheid beslist.

Een jaar geleden werd er nog op traditionele manier met de moed der wanhoop gevochten voor een grote staatshervorming: Vlamingen trokken onder tromgeroffel en met laaiende beeldspraak naar de onderhandelingstafel: vette vis vangen, vijf minuten politieke moed, onder curatele plaatsen enzovoort. Het doel van die staatshervorming was meer Vlaamse autonomie, maar ook het vrijwaren van het Belgische kader. De nieuwe Vlaamse regering heeft andere prioriteiten. Er is nog wel sprake van een staatshervorming, maar er is geen haast meer bij.

De analyse is snel gemaakt. De federale begroting kraakt in al haar voegen. Het vliegwiel van de openbare schuld neemt opnieuw snelheid en zonder steun van de regionale overheden kan een drastische vermindering van sociale uitkeringen niet meer vermeden worden. Wallonië en Brussel kunnen hier nauwelijks helpen en opnieuw moet het budgettaire heil van Vlaanderen komen. Maar ditmaal weigeren de Vlamingen. Zij zijn er zich van bewust dat het beter is om een alternatieve sociale zekerheid op te bouwen met de Vlaamse middelen die er nog zijn, dan geld te blijven weggooien in de bodemloze Belgische put.

Dat treft de Waalse socialisten in het hart, want hun macht is gebouwd op hun ‘sociale cliënteel’. Zonder financiële steun vanuit Vlaanderen stort hun rijk in elkaar. Bovendien blijft rond Brussel de taalkundige status-quo gelden, zolang er geen staatshervorming is. De Vlaamse meerderheid heeft ingezien dat ze er enerzijds geen belang meer bij heeft om België nogmaals te redden met onderhandelingsinitiatieven en anderzijds dat ze voldoende autonomie heeft om zichzelf te redden. België kan alleen nog gered worden als de PS over de brug komt met een verzoek tot een reddingsoperatie voor de sociale zekerheid. De prijs die aan Vlaamse zijde voor een nieuwe reddingsoperatie zal worden gevraagd, is een fiscale staatshervorming waarbij de gewesten en gemeenschappen fiscale bevoegdheid, maar ook budgettaire verantwoordelijkheid krijgen over eigen belastingen, met name de personenbelasting. Alleen na zo’n diepgaande staatshervorming kan de federale staat opnieuw zinvol werk leveren.

Op korte termijn is deze strategie lonend voor de nieuwe Vlaamse meerderheid. Maar op iets langere termijn – pakweg vijf jaar – leidt zij, behoudens een verrassende ommekeer aan Franstalige zijde, tot het verdwijnen van de federale staat, die bij gebrek aan middelen geen ambtenaren, geen rechters, geen soldaten en geen pensioenen meer zal kunnen betalen. Dat scenario is aan Vlaamse kant nooit tot in zijn uiterste consequenties doordacht. Eén voorwaarde is daarbij kapitaal: als het land uit elkaar valt, moet Brussel met Vlaanderen blijven samengaan. Voor Wallonië is Brussel echter minstens even belangrijk en de Walen zullen tot het uiterste gaan om de band met Brussel te behouden. Communautair opbod voor Brussel is onvermijdelijk. Vlaanderen wordt dan een tweetalig land, met duidelijk afgebakende taalgrenzen en een tweetalige hoofdstad, met een Franstalige meerderheid. Zonder Brussel wordt Vlaanderen een in zichzelf gekeerde rompstaat, met een sterk ingekort Europees en internationaal netwerk en een infrastructuur waarvan het centrum door een vreemde stad zal lopen. De vraag is of de nieuwe Vlaamse politieke meerderheid dit alles al heeft doorgedacht. Indien niet, is het tijd om eraan te beginnen, want anders zouden de Vlaamse konijnen wel eens verblind kunnen worden door de Wallo-Brusselse lichtbak.

Misschien wordt het Vlaamse welzijn beter gediend door een goede staatshervorming in een efficiënt Belgisch raamwerk, dan door een afgescheurde rompstaat. Iets om over te mijmeren tijdens deze bedrieglijke vakantierust.

DE AUTEUR IS PROFESSOR EMERITUS KU LEUVEN.

Frans Vanistendael

De prijs die aan Vlaamse zijde voor een nieuwe reddingsoperatie zal worden gevraagd, is een fiscale staatshervoming.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content