FBNet informeert, vormt en lobbyt

De tachtig leden van Family Business Netwerk (FBNet) ontmoeten elkaar zo’n vijf keer per jaar. Het bijzonder discrete netwerk van leiders en aandeelhouders van Belgische familiebedrijven, bestaat sinds 2006. Het liet Trends toe op zijn bijeenkomst in brouwerij Moortgat.

Tal van wegwijzers FBNet geven de route aan naar Moortgat in Breendonk. Er is om 18 u. afgesproken in het onlangs gerenoveerde gebouw van de familiale brouwerij. Hostesses delen aan de ingang badges uit met de naam van de binnenkomende zakenmensen. Vanavond zijn ze met iets meer dan zestig.

Een blik op de gastenlijst leert dat veel belangrijke familieondernemingen vertegenwoordigd zijn, gaande van Bekaert en Lhoist tot Etex, Vandemoortele, enzovoort. Niet alleen de bedrijfsleiders en actieve aandeelhouders van die ondernemingen zijn aanwezig, maar ook hun kinderen, neven en nichten tussen achttien en dertig jaar.

Het gaat er gezellig en informeel aan toe. De gesprekken, in het Nederlands en het Frans, gaan over projecten en zakelijke nieuwtjes. Tot de rondgang door de brouwerij begint en elkeen zijn koptelefoon opzet om het commentaar van de gids beter te kunnen horen. Het regent vragen terwijl hij uitleg geeft over de gloednieuwe brouw- en gistkuipen, de indrukwekkende bottelinstallatie en de opslagruimte.

Philippe Moortgat, CEO van de groep, geeft nadien een powerpointpresentatie waarbij alles de revue passeert: de geschiedenis van het familiebedrijf, zijn ontwikkeling, de groeikrachtlijnen, de financiële resultaten, enzovoort. De CEO is bijzonder openhartig in zijn antwoorden op de vragen die Jef Lievens, afgevaardigd bestuurder van FBNet en advocaat bij Eubelius, hem stelt.

Die gaan over de rolverdeling tussen de verschillende takken van de familie, de moeilijkheden waarmee de brouwerij te kampen heeft (en die vooral te wijten zijn aan onenigheid binnen de familie), de huidige structuur van het familiale aandeelhouderschap, het beroep dat wordt gedaan op een administratiekantoor, een eventuele beursintroductie, enzovoort. Het is uiteraard de bedoeling dat de toehoorders delen in Moortgats ervaring.

Het bezoek aan de brouwerij Moortgat is slechts een van de activiteiten die de goed aangeschreven, maar uiterst discrete kring organiseert. Aan de basis van FBNet liggen Paul Buysse, voorzitter van Bekaert, Jef Lievens (Eubelius) en Patrick De Schutter (Deloitte). “Dit soort organisaties bestaat al op internationaal niveau”, legt Paul Buysse uit. “Maar er bestond geen equivalent in België. We hebben twee jaar geleden de betrokkenen samengebracht in het ‘Maison de la Noblesse’ om erover te praten. Het werd meteen duidelijk dat de aanwezigen zaten te wachten op informatie over onderwerpen die raken aan de toekomst van de familiale onderneming. Ze wilden banden scheppen en hun ervaringen uitwisselen.”

FBNet telt tachtig leden uit grote en minder grote Belgische familieondernemingen. Het uitvoerend comité, dat Paul Buysse voorzit en samengesteld is uit Jef Lievens, Patrick De Schutter en Sophie Lammerant (aandeelhoudster van Bekaert), beslist wie tot het netwerk mag toetreden. De doelgroep zijn de leden van de grote familiale groepen met een weliswaar verspreid, maar toch al goed georganiseerd en geprofessionaliseerd aandeelhouderschap.

“De bijeenkomsten hebben vier of vijf keer per jaar plaats en gaan doorgaans bij een van de leden door. Dat houdt het gezellig en waarborgt de vertrouwelijkheid”, merkt Buysse op. “Het is immers onze bedoeling om een open en opbouwende uitwisseling tussen de leden aan te moedigen.”

De sprekers die FBNet kan strikken, zouden menig organisator van congressen doen verbleken. Elke keer is er wel een kopstuk dat over een specifiek onderwerp komt debatteren. Zo bijvoorbeeld Jean-Lou Rihon, directeur PPM Capital Limited, en Thomas Forschbach, partner in het kantoor Latham & Watkins, die in december jongstleden het onderwerp private equity aanboorden. Binnenkort komen Hubert d’Ursel (Sotheby’s) en Alain Geens (Tiberghien) aan de beurt. Zij zullen uitweiden over de nieuwe trends op de kunstmarkt en de overdracht van kunstverzamelingen.

De deelnemers, vooral de jonge generatie, stellen de bezoeken aan ondernemingen heel erg op prijs. Ze leren er een sector beter door kennen en ontdekken een brouwerij, een persgroep, enzovoort van binnenin. Volgende keer komt Bekaert aan de beurt.

De werkgroepen die FBNet in het leven roept, moeten helpen antwoorden te vinden op preciezere vragen. Dominique Moorkens (Alcopa) leidde bijvoorbeeld het debat over de liquiditeit van de aandelen. Léon Lhoist, vicepresident van het uitvoerend comité van de multinational Lhoist, behandelde de vragen over de overdracht en de afschaffing van de aandelen aan toonder.

“We nodigen experts uit en overlopen de hele kwestie in een vijftal vergaderingen”, zegt Lhoist. Een specialist van Petercam zal het bijvoorbeeld hebben over de gewestelijke regelingen voor de successierechten. De kwestie van de effecten aan toonder zal worden behandeld door een professor aan de UCL en een bankier van ING. Zulke thema’s doen het heel goed bij de leden.

Hoewel het niet meteen de belangrijkste doelstelling is, stelt FBNet zich af en toe op als lobbyist. “Ik kom tussenbeide als bepaalde wetsontwerpen een aanzienlijke impact dreigen te hebben op onze leden”, geeft advocaat Jef Lievens toe. “Dat was uiteraard het geval bij de omzetting van de Europese richtlijn over beursintroducties. Ik heb de regering toen een nota voorgelegd waarvan ze de inhoud grotendeels heeft overgenomen.”

De volgende generatie voorbereiden op de machtsoverdracht, is een andere opdracht die FBNet zichzelf heeft gegeven. De jongeren krijgen overigens specifieke activiteiten aangeboden. “De jongelui zullen soms een directiefunctie in de familiezaak moeten opnemen”, stelt Sophie Lammerant vast. “Maar ook als ze inactief blijven, moeten ze toch verantwoordelijke aandeelhouders worden. Hun opleiding op het vlak van financiën, management, leiderschap en ’emotionele intelligentie’, is dan ook zeer belangrijk.”

Een eerste seminarie met Christine Blondel, directrice van het Wendel International Center for Family Enterprise aan Insead, bood de ‘next gen’ de gelegenheid om kwesties aan te boren zoals de beslissing om al dan niet in te treden in het familiebedrijf, de governance, het management van conflicten, enzovoort. Er wordt steeds gewerkt met gevallenstudies, discussies en getuigenissen.

“Dat ze onder elkaar kunnen discussiëren over die zaken, is een echte troef”, stelt Sophie Lammerant vast. Vooral ook omdat in sommige families de gelegenheden om te praten over familiezaken eerder schaars zijn. “Het is voor de ouders niet altijd gemakkelijk om uit te maken wat ze aan hun kinderen moeten vertellen en wanneer.”

“Ik ben niet geroepen om in de familiezaak ( nvdr – Etex) te werken, maar de discussies met Christine Blondel en de verschillende seminaries hebben me wel aan het denken gezet over het familiaal charter en de waarden van de onderneming”, analyseert Caroline Thijssen, vicepresidente van het comité ‘Next Generation’.

“Bovendien heeft het feit dat ik erbij betrokken was aanstekelijk gewerkt en binnen de bredere familiekring zaken in beweging gebracht. De banden tussen de verschillende generaties werden erdoor versterkt en ook de allerjongsten zijn zich gaan interesseren voor de onderneming, die al honderd jaar bestaat. We hebben activiteiten georganiseerd om ervoor te zorgen dat de geschiedenis en de waarden van de firma en haar oprichters worden overgedragen op de nieuwe generaties.” (T)

Door Nathalie van Ypersele/Foto’s DANN

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content