FABELTJES
VOOR MALAFIDEN EN NAIEVELINGEN.
Willy Van Damme onderzoekt in het hoofdstuk ‘fabeltjes voor malafiden en naïevelingen’ of Superclub ten onder ging aan de kuiperijen van Philips, dan wel aan het gesjoemel van De Prins & Co:
Was er tot in mei 1991 bij Maurits De Prins geen kwaad woord te horen betreffende de overname van Superclub door Philips, dan veranderde dat in de zomer van 1991 geleidelijk aan.
Voor het duo Jan Maes en De Prins was het simpel. Wat er bij Superclub gebeurd was, kon natuurlijk niet het gevolg zijn van hun praktijken. Neen, daar waren anderen voor verantwoordelijk. Het verhaal lijkt simpel, klinkt logisch en voor de liefhebbers van de complottheorie moet het als muziek in de oren klinken, zeker als je maar oppervlakkig luistert en tevreden bent met een leuk verhaaltje over criminele Nederlanders, frauderende multinationals en misdadig kapitalisme.
Volgens deze visie is Philips de grote misdadiger die alles lang op voorhand had gepland om het zeer interessante Superclub voor een prikje van De Prins en zijn vrienden te stelen. Alle versies van het verhaal komen ongeveer op hetzelfde neer. Zo had Philips in 1988 gezien dat Superclub interessant was en meldde het zich aan bij het bedrijf. Philips was zwak op het gebied van software en wou in zijn overlevingsstrijd met de Japanse concurrentie die bedrijfspoot versterken. Vooral de nieuwe baas Jan Timmer, die van Polygram kwam, zag dit in.
Philips sloot een erg nadelige overeenkomst met Superclub met de bedoeling het te verzwakken en op termijn over te nemen. Ook gaven Jaap Van Weezendonk en Urbain Devoldere (nvdr – Philips België) extra stimulansen aan De Prins om veel geld uit te geven aan de expansie in de VS, wetend dat dit het bedrijf in moeilijkheden zou brengen.
Dan deed Philips begin 1990 een bod van 19 miljard frank op Superclub, wat afgewezen werd. Daarop lanceerde Philips boos het rapport-Deschamps om Superclub te ondermijnen en het toch te kunnen overnemen. Als onderdeel daarvan was Philips in mei 1990 zelfs bereid 5400 frank per aandeel te betalen om haar participatie te kunnen verhogen. Want later zou men, had Van Weezendonk gesteld, de rest toch gratis inpikken.
Door het geklungel van Philips met Mr. Video diende Superclub ook zware extra kosten te maken en verloor het nog meer inkomsten. Ook bedroog Philips Superclub door peperdure en onverkoopbare cd-videotoestellen te leveren, duurder dan wat in de kleinhandel in bijvoorbeeld Frankrijk werd gevraagd. Voorts had Philips aan het videobedrijf allerlei beloften gedaan die het niet of te laat nakwam. Ook dat zorgde voor financiële narigheid. Eveneens onder druk van Philips was het bedrijf vanaf eind mei 1990 virtueel overgenomen van De Prins, die van dan af bijna geen enkele zeggenschap meer had.
Philips besloot het bedrijf naar Zwitserland te verhuizen, met als enige bedoeling Superclub voor niets te kunnen overnemen zonder rekening te houden met de Belgische overnamewetgeving. En toen De Prins eind 1990 poogde twee miljard frank voor Superclub te verzamelen, verhinderde Philips dat door druk uit te oefenen op de Kredietbank, die zou instaan voor de laatste schijf van die twee miljard frank. Daarna stond De Prins, virtueel failliet, met de rug tegen de muur en moest hij Superclub gratis afstaan aan Philips. Superclub had immers een akkoord met Blockbuster om die rivaal over te nemen en Philips wist dat omdat Van Weezendonk die gesprekken mee had gevoerd.
Philips wou eigenlijk Blockbuster nemen. Het manipuleerde de balans van Superclub op een zodanig schandalige wijze dat het bedrijf, dat tientallen miljarden frank waard was, ogenschijnlijk waardeloos werd. De bewering dat Van Weezendonk en Philips niets wisten van wat bij Superclub gebeurde, is volgens die verhaaltjes larie, want De Prins had alles altijd samen met Van Weezendonk beslist. Het gevolg van de manipulaties was dat Philips de minderheidsaandeelhouders met een aalmoes naar huis kon sturen, waarna Superclub weer winst kon maken. De roof van de eeuw. Zogezegd.
De bewering van De Prins over het bod dat Van Weezendonk namens Philips begin 1990 op zijn aandelen Superclub gedaan zou hebben, is weinig geloofwaardig. Om te beginnen wordt het ontkend door zowel Philips als Van Weezendonk. En een bewijs heeft De Prins natuurlijk niet. Uit de notulen van de vergaderingen van de raad van bestuur blijkt dat, terwijl Devoldere en Van Weezendonk bij Superclub tot bestuurder benoemd werden op 30 mei 1989, Devoldere er pas in augustus 1989 en Van Weezendonk pas in september 1989 verschenen, toen de Amerikaanse videoketens al nagenoeg allemaal waren aangekocht en de aandelencarrousel al was gestart.
En toen Jan Maes in september 1990 zijn ontslag op de raad van bestuur meldde, aanvaardde Van Weezendonk dit zonder morren en vroeg Devoldere aan Maes om te blijven. Er was bij Philips dus zelfs geen gecoördineerde strategie. En betreffende de verhuizing naar Zwitserland stellen de notulen dat Devoldere op 21 september 1990 vroeg toch maar niet naar Zwitserland te verhuizen.
Het is opvallend dat de betrokkenen over het bod van Philips en over de mogelijke uitlatingen van Van Weezendonk in Dallas tijdens de serie gerechtelijke ondervragingen in alle talen zwegen. Terwijl Eddy Wauters in zijn verklaring voor het proces in Dallas de geschillen tussen Philips en De Prins al midden augustus 1990 situeerde, vertelde hij aan onderzoeksrechter Van Hoeylandt op 7 september 1993 een totaal ander verhaal: “Ik vermoedde vanaf oktober 1990 dat het vertrouwen van Philips in De Prins verdwenen was.”
Ook de bewering dat Philips zich bewust toegang zou hebben verschaft tot Superclub is larie. Het initiatief om Philips aandeelhouder te maken van Superclub ging, zoals blijkt uit de notulen van de raad van bestuur van Superclub en de serie getuigenverklaringen, waaronder Roger Claes en Jan Maes, geheel uit van De Prins en Roger Claes van Euroventures. Een toenmalig kaderlid van Philips België: “Eind 1988 kwam Devoldere terug op zijn kantoor. Hij zei dat hij erg onder de indruk was van een ontmoeting die hij kort tevoren had gehad met een fantastisch zakenman. Dat bleek De Prins te zijn.”
Ook de beweringen van De Prins betreffende de verhuizing naar Zwitserland zijn een fabeltje. Een deel van de kosten betreffende die verhuizing werden trouwens gedragen door Pyramid Invest nv, de privé-holding van De Prins. En degenen die de verhuizing uitvoerden – het advocatenkantoor De Liedekerke, de financiële adviseurs Loyens & Volkmaars en revisor Johan de Mey – waren contacten van De Prins.
Het is ook een mysterie waarom Philips Superclub via een raid had willen overnemen. Door de akkoorden van januari 1990 tussen Philips, De Prins en Superclub was het videobedrijf immers al uitgegroeid tot het distributiekanaal bij uitstek voor de vele consumptiegoederen van Philips in de sector van het amusement. Dat Philips Superclub wou bemachtigen om de distributie van haar producten te verbeteren mist dan ook elke grond. Een reden voor Philips om het integraal over te nemen was er niet, Philips was de enige industriële partner en zou dat hoe dan ook voor jaren gebleven zijn.
Hetzelfde voor Blockbuster, waarmee Philips via een gelijkaardige alliantie als die met Superclub – het had op een zeker ogenblijk 7% in de Amerikaanse rivaal van Superclub – een aantal akkoorden over de distributie van Philips-producten had afgesloten. Een gewezen kaderlid van Philips, dat ontslagen werd in de operatie Centurion van Jan Timmer: “Philips is veel te mak om zelfs maar te denken aan de vijandige overname van een bedrijf.”
HANS BROCKMANS
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier