‘EY zal concurreren met de grootsten’
De Big Four nemen de draad weer op en herstarten wereldwijd hun zakenadvocatenkantoor. In ons land deed EY dat met HVG. Managing partner Jan De Monie voorspelt dat hij in vijf jaar de concurrentie aangaat met internationale topkantoren.
Het advocatenkantoor HVG begon in 2010 als zusterorganisatie van het Nederlandse Holland Van Gijzen. Beide werken nauw samen met EY (tot vorig jaar bekend als Ernst & Young). Het is de eerste keer dat managing partner Jan De Monie praat over de strategie van zijn zakenadvocatenkantoor. “We willen niet de fout maken zoals aan het einde van de jaren negentig, toen EY met de grote fanfare het Belgische juridische landschap binnenwandelde”, duidt hij. “Dat liep verkeerd af. Na een opstart van vier jaar hebben we een uitgelijnd profiel. We zijn duidelijk over ons doel. EY wil in vijf jaar tot de internationale top 20 van juridische diensten behoren. Ook met HVG in ons land.”
Multidisciplinaire samenwerking
Aan het einde van de vorige eeuw werkten de Big Five-kantoren (Arthur Andersen, EY, KPMG, PwC en Deloitte) in ons land nauw samen met het advocatenkantoor Laga. De balie voerde een verbod in tegen deze multidisciplinaire praktijken (MDP). Na het Enron-schandaal, waar accountantskantoor Arthur Andersen de dubieuze jaarrekening van het Amerikaanse energiebedrijf Enron goedgekeurd had, ontstond in 2002 de Sarbanes-Oxley-wet voor deugdelijk ondernemingsbestuur. De Big Five werd de Big Four en door de wet konden de MDP internationaal niet meer doorgaan. EY, KPMG en PwC sloten hun Belgisch advocatenkantoor. Enkel Deloitte bleef samenwerken met Laga.
EY ging ondertussen met HVG in zee. KPMG startte in 2011 K Law. Law Square, verbonden aan PwC, werd eind 2013 opgericht. En zo hebben de Big Four in ons land allemaal weer een advocatenkantoor naast zich. Ook internationaal hebben de accountants de ambitie om de gevestigde advocatenkantoren aan te vallen. EY en PwC hebben in het Verenigd Koninkrijk onlangs de vorig jaar ingevoerde alternative business structures-vergunning bemachtigd, waarmee niet-juristen een advocatenkantoor kunnen overnemen. EY Legal Services, waartoe HVG behoort, besloot in 2013 de draad weer op te nemen in de juridische niche. Het verdubbelde sindsdien zijn aanwezigheid met een vestiging in 45 landen. In 2020 wil het actief zijn in 75 landen.
Atypische groei
“Er zijn weinig advocatenkantoren die op zo’n schaal een coherent geheel vormen”, poneert De Monie. “We willen ons dan ook meten met de grote law firms, zoals die van de Magic Circle.” Dat zijn de kantoren in de Londense City, waarvan in België Linklaters, Allen & Overy, Freshfields en Clifford Chance actief zijn. Ze zijn de top en werken vooral met multinationals. De Monie: “HVG speelt in eerste klasse, maar nog niet in de Champions Leage, zeker niet in België. We hebben het niveau van onze erelonen daarom bewust lager gepositioneerd. 700 euro per uur is voor ons nog een droom.”
Een externe consultant schat de omzet van HVG België op 8 miljoen euro. Bij de start van het kantoor zei de toenmalige top dat het tegen 2014 wilde uitgroeien tot een full service-kantoor van 45 advocaten en een omzet van 10 miljoen euro. “Zover is het nog niet”, erkent De Monie. “De voorbije twee jaar zijn we wel telkens met een vijfde gegroeid. We varen op de golf van de markt. Steeds meer bedrijfsjuristen willen gebald advies van consultants en advocaten tegen een redelijk tarief. Groei was de voorbije jaren atypisch voor advocatenkantoren.”
De Schotse professor Richard Susskind, auteur van de in januari verschenen Oxford-publicatie Tomorrow’s Law-yers, verklaarde vorige week dat de groeiende aanwezigheid van de Big Four in de juridische niche “met hun sterke merken, formidabele investeringscapaciteit, superieure technologie en uitmuntende commerciële aanpak een zeer ernstige uitdaging zal vormen voor de traditionele advocatenkantoren”.
In België zijn de Big Four voorlopig minder prominent aanwezig. “Laga is het enige MDP-kantoor dat succes heeft, omdat het zelfstandig kan overleven naast Deloitte”, aldus een consultant. “Enkel HVG kan de grote kantoren misschien ooit uitdagen, zoals het ook al in Nederland doet. Maar dan moeten de toppers die overkwamen van andere advocatenkantoren wel bewijzen dat ze hun eigen commercieel netwerk van ondernemingen kunnen blijven inzetten. Als ze daar in slagen, kan de bal aan het rollen.”
Doorgroeikansen
HVG trok inderdaad heel wat advocaten van topkantoren aan, onder meer van Laga, Baker & McKenzie, Allen & Overy, Loyens en Stibbe. Van de 35 advocaten hebben er slechts vijf een verleden bij EY. “De integratie van nieuwe medewerkers gebeurt helemaal anders dan bij de vroegere MDP, die in het wilde weg advocaten gingen headhunten”, getuigt De Monie. “Het was te veel ineens om goed te zijn. De nieuwelingen opereerden elk apart. HVG heeft nu een ploeg, geen optelsom van individuen. We vereisen van onze medewerkers dat ze ook denken als een kantoor. Bij ons is het normaal dat we de klant de mogelijkheid voorleggen om een dossier te bespreken met een andere HVG-advocaat of EY-medewerker. Een multidisciplinair kantoor vraagt van zijn medewerkers dat ze met andere disciplines samenwerken. Dat is trouwens erg verrijkend. We zijn bescheiden advocaten die beseffen dat ze niet alles kunnen weten.”
Een advocatenkantoor moet, om goede medewerkers te kunnen houden, hen de mogelijkheid bieden om door te groeien. Daarom hebben de meeste topkantoren een verhouding van één vennoot op vier medewerkers. Bij HVG is dat één op de acht, ongeveer evenveel als bij EY. Is dat geen minpunt voor potentiële medewerkers? “De meeste advocatenkantoren komen terug op die lage hefboom”, weet De Monie. “Dat veroorzaakt heel wat frustratie bij topjuristen. Heel hun leven hebben ze hard gewerkt met de verwachting door te groeien en dan worden ze afgewezen. Net daarom zien we bij alle grote kantoren dat topmedewerkers zich afsplitsen om een nichekantoor te vormen of naar een ander kantoor overstappen.”
Wrevel
Geschillenbeslechting, fiscaliteit, arbeids-, vennootschaps- en commercieel recht nemen momenteel het gros van de activiteiten in. Het corporatedepartement haalde met de overkomst van Dimitri Coun van Allen & Overy in september vorig jaar een topper binnen. De Monie: “Met fusies en acquisities zijn we nog in de opbouwfase. Maar ooit gaan we in dit segment de concurrentie aan met de grote kantoren. Het zal tijd vergen. We mogen geen dikke nek hebben.”
Toen HVG in Brussel heropstartte als juridische poot van EY, wekte dat wrevel bij sommige advocaten. De Brusselse balie schaarde zich immers als enige achter de mogelijkheid in een MDP actief te zijn. Op die manier werd de hoofdstad de uitvalsbasis voor soortgelijke kantoren als Law Square en K Law. Dat gebeurt wel onder strikte regels. “Het liefste werkte ik met ons advocatenkantoor geïntegreerd in EY Legal Services, maar de balie eist een aparte structuur met een eigen naam”, stelt Jan De Monie. “Dus doen we dat. Maar hopelijk kan het ooit anders.”
HANS BROCKMANS, FOTOGRAFIE TOM VERBRUGGEN
“EY wil in vijf jaar tot de internationale top 20 van juridische diensten behoren”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier