“Export moet onze welvaartsstaat betaalbaar houden”

Minister van Buitenlandse Zaken Karel De Gucht (Open Vld) wil niet knabbelen aan bevoegdheden van de gewesten over buitenlandse handel en investeringen. Wat dan wel?

y Door Erik Bruyland

Door Erik Bruyland

Zodra Karel De Gucht (Open Vld), die opnieuw twee portefeuilles combineert – Buitenlandse Zaken en Buitenlandse Handel – opmerkingen maakt over de buitenlandse handel, gaan de Vlaamse regering, Voka en uiteraard Flanders Investment & Trade in het defensief. De Gucht vindt dat hun reacties weinig ter zake doen. “De essentie”, zegt hij, “is dat we onze welvaartsstaat niet meer zullen kunnen betalen als we onze concurrentiekracht in het buitenland niet verbeteren.” Tekst en uitleg bij de beleidsnota die De Gucht vorige week in het federale parlement voorlas.

KAREL DE GUCHT (OPEN VLD). “We hebben heel wat nieuwe bilaterale verdragen getekend. Die akkoorden moeten investeringen beschermen, dubbele belasting vermijden of dubbele heffing op sociale bijdragen voorkomen. Met zakenmensen heb ik een aantal landen bezocht: Turkmenistan, Polen, Oekraïne en ik vertrek naar Albanië. We hebben op Buitenlandse Zaken overleg gehad met ondernemers uit diverse landen die in ons land geïnvesteerd hebben en er is gepraat met Belgische bedrijven om zicht te krijgen op wat er zoal schort aan onze buitenlandse handel en ons investeringsbeleid. We zijn bezig tarifaire en niet-tarifaire handelsbelemmeringen in kaart te brengen. En dan zijn er persoonlijke tussenkomsten: bijvoorbeeld in Brazilië om protectionistische maatregelen tegen onze baggeraars ongedaan te maken of om een oplossing te vinden voor geblokkeerde hefkranen van Saerens in Mexico.”

De Vlaamse minister-president wijst erop dat het Vlaamse aandeel in de buitenlandse handel sinds de regionalisering in 1993 steeg van 68 % tot 81 %.

DE GUCHT. “Trots zijn op een groter relatief aandeel van de Vlaamse export in het Belgische geheel, is jezelf iets wijsmaken. In belangrijke markten – vooral in de BRIC-landen (Brazilië, Rusland, India en China) – doen we het minder goed doen dan Nederland, Duitsland, Frankrijk of Groot-Brittannië. We zitten met ons productaanbod ook minder in toekomstgerichte sectoren. Als wij er niet in slagen marktaandeel te winnen, in plaats van er te verliezen, kan de volgende generatie ons sociaal systeem niet meer betalen.”

Het is aan de gewesten, met hun bevoegdheden, om daaraan te sleutelen?

DE GUCHT. “Ik mag toch de vinger op de wonde leggen? Ik stel vast dat Flanders Investment & Trade in heel Latijns Amerika slechts vier handelsattachés heeft en er recentelijk twee weghaalde. Vlaanderen zou daar niet van zes naar vier, maar naar veertig handelsvertegenwoordigers moeten gaan.

“Ik zeg ook niet dat ons diplomatiek netwerk in hun plaats moet optreden, maar dat wij Vlaanderen, Brussel en Wallonië in exportpromotie actiever moeten steunen. Hoe meer mensen van de regio’s daar zijn, hoe meer wij kunnen ondersteunen. Als de baas van Petrobras in Mexico mij zijn interesse meegeeft voor Antwerpen als doorvoerhaven voor bio-ethanol, dan mag ik dat toch doorgeven aan het Havenbedrijf en ervoor zorgen dat daar effectief iets rond gebeurt?”

We slagen er te weinig in onze kmo’s internationaal te doen denken, zegt u. Terecht, maar is dat uw bevoegdheid?

DE GUCHT. “Dat is de taak van de exportorganisaties en van de Vlaamse, de Waalse en de Brusselse regeringen. Zij zijn niet alleen bevoegd voor buitenlandse handel, ook voor innovatie, onderwijs en industrieel beleid. Ze hebben alle hefbomen om daar werk van te maken. Een traditionele kmo voerde uit naar de buurlanden, maar we hebben kmo’s die relatief klein zijn, voor wie de referentiemarkt de hele wereld is. Als zij die groeistrategie op wereldvlak niet kunnen realiseren, worden ze in een vrij vroeg stadium overgenomen door buitenlandse investeerders.”

U wilt dat diplomaten alerter zijn en voeling krijgen met het bedrijfsleven?

DE GUCHT. “De diplomatieke dagen van 1 tot 6 juni zullen sterk economisch gericht zijn, onze diplomaten moeten prioritair opkomen voor de economische belangen van de drie gewesten. Hun opleiding zal veel meer economisch georiënteerd worden. We organiseren met het VBO een interactieve dialoog tussen onze diplomaten en de bedrijfsleiders.

België economisch op de kaart zetten, moet de kerntaak worden van onze diplomatie, in ondersteuning van onze gewesten. Ambassadeurs openen nu eenmaal gemakkelijker deuren dan handelsvertegenwoordigers. Al kan ik u melden dat die nu eindelijk op de diplomatieke lijst staan als ‘ambassaderaad’. Met die titel krijgen ze in sommige landen meer gehoor.”

De gewesten zouden samen één investeringsdesk moeten oprichten. Maar er bestaat al een verbindingscel met het federale niveau die vrij vlot functioneert. In het buitenland is er coördinatie met de ambassades. Wat is dan de meerwaarde?

DE GUCHT. “Een aantal federale en confederale landen, Zwitserland, Duitsland, de VS, hebben zich recentelijk zo geherstructureerd om het gezamenlijke optreden te stroomlijnen. Met behoud van de bestaande bevoegdheidsverdeling van hun deelgebieden. Uiteraard moeten er goede afspraken komen over hoe de inkomende informatie verdeeld wordt naar de gewesten. Beschouw het als een ingangspoort tot België om het investeerders te vergemakkelijken. In andere federale landen werkt dat vlot.”

U pleit voor een ‘high-leveladviesraad voor business diplomacy’?

DE GUCHT. “Vier keer per jaar zouden experts van de federale en gewestelijke overheden, maar vooral businessmensen die de overheid iets kunnen leren over hoe België het best in de wereld verkocht wordt, samenkomen. Het gaat om CEO’s van grote bedrijven, maar ook Belgische CEO’s die in het buitenland grote bedrijven leiden. Ze kunnen input geven over hoe het er aan toe gaat in de wereld en hoe wij daar het best op inspelen.”

U streeft ook naar een vlotter visumbeleid?

DE GUCHT. “De Dienst Vreemdelingenzaken, die over visumuitgiften beslist, geeft onze consuls in het buitenland bijzonder weinig speelruimte. Sommige landen hebben daar pragmatische oplossingen voor: zakenlui die regelmatig naar Nederland moeten, kunnen daar lid worden van de ‘Orange Carpet Club’, wat de procedure voor het bekomen van een visum vergemakkelijkt.

Wij hebben in Mumbai, India, iets gelijkaardigs opgezet. We hebben daar lijsten aangelegd van frequent flyers onder de diamantairs. Dat probleem is natuurlijk ruimer dan de diamantsector alleen. Met minister van Migratie, Annemie Turtelboom (Open Vld), bekijk ik ook hoe visa en werkvergunningen vlotter toegekend kunnen worden.” (T)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content