Expansie is de som van ondernemers
De Oosterweelverbinding is niet voor iedereen slecht nieuws. Voor studiebureau Arcadis-Gedas is het een prestigeproject dat zowel bankrekening als reputatie moet spekken.
Bouwen in een dichtbevolkt gebied als Vlaanderen is complex. Maar het biedt ook perspectieven. Het Antwerpse kennisbureau Arcadis-Gedas, het brein achter grote infrastructuurwerken als de Oosterweelverbinding, greep de veeleisende omgeving aan om via een uitgekiende overnamestrategie uit te groeien tot een referentie in de markt. “Als je ergens wil vernieuwen, moet je dat hier doen,” zegt oprichter en gedelegeerd bestuurder Ludo Smans
Eind april nam Arcadis-Gedas het milieu-adviesbedrijf Aeolus over. Een echte verrassing was dat niet, want de twee ondernemingen werkten al twee jaar intensief samen. Getuige projecten als de aanleg van een groot bedrijventerrein in Lommel, de aanpassing van de ring rond Brussel en ook Spartacus, de sneltramlijn tussen Hasselt en Maastricht. Toch was de overname van de Diestse specialist in milieu-effectenrapportering symbolisch van groot belang. Het is het sluitstuk van een groeiproces dat meer dan tien jaar geleden in gang werd gezet.
Ludo Smans startte zijn bedrijf in 1981. Smans, onderwijzer van opleiding, volgde ‘na zijn uren’ een cursus boekhoudkunde en bedrijfseconomie, en koos voor de dienstverlening. Gedas – wat komt van General Engeneering, Design, Assistance and Services – leverde gespecialiseerde ingenieurskennis en mankracht aan industriële klanten. Vandaag zijn die zogenaamde ‘projectmedewerkers op locatie’ slechts een van de vijf afdelingen die het bedrijf rijk is.
Groeien door overnames
In de eerste tien jaar van zijn bestaan groeide Gedas vlot naar een personeelsbestand van 175 mensen terwijl zowel omzet als winst elk jaar met meer dan 5 % stegen. Toch was Smans ervan overtuigd dat Gedas enkel kon overleven door zich aan een grotere partner vast te klinken. Daarom verkocht hij zijn bedrijf in 1995 aan het Nederlandse ingenieursbureau Heidemij. Twee jaar later veranderde dat zijn naam in Arcadis, zodat de Belgische afdeling werd omgedoopt in Arcadis-Gedas.
Het bedrijf zou evolueren tot een multdisciplinaire speler die de volledige – technische en juridische – complexiteit van grote bouwprojecten en infrastructuurwerken de baas kan. Arcadis begon daarom aan een indrukwekkende reeks overnames. Te beginnen met het Kortrijkse ingenieursbureau Lapere in 1998. In 2003 stonden het ingenieursbureau Fally uit Charleroi en Domus Nitida, een specialist in het beheer van gebouwen, op de overnamelijst.
Twee jaar later volgde SWK, een specialist in havengebonden infrastructuur uit Gent, de bruggen- en tunnelbouwer Constructor en stabiliteitsspecialist CW. Vorig jaar kwamen daar nog het Luikse BCT en de milieubedrijven Ecolas en Euras bij. De overname van Aeolus meegerekend, zit Arcadis-Gedas vandaag aan 750 werknemers en een geschatte omzet van 73 miljoen euro. Met kantoren in Hasselt, Gent, Kortrijk, Leuven, Oostende en Charleroi staat het regionaal erg sterk.
Het resultaat van die overnamegolf is een bedrijf, dat net zoals vroeger zijn ingenieurs uitstuurt, maar tegelijk ook gespecialiseerde kennis in huis heeft over milieu, ruimte en verkeer, gebouwen en installaties, en infrastructuur. “De markt is geëvolueerd,” zegt Ludo Smans. “Zowel de overheid als de privésector zoeken voor hun projecten een partner die alle elementen van het proces beheert. Als je voor de ontwikkeling van een nieuwe weg vijf of zes studies van verschillende bureaus in elkaar moet passen, ben je niet altijd efficiënt bezig. Dankzij onze structuur kunnen wij duurzame planning combineren met een snelle doorlooptijd.”
Iedereen is ondernemer
De vijf afdelingen van Arcadis-Gedas genieten een grote autonomie. Ze hebben elk een aparte directie, die financieel en administratief haar eigen boontjes dopt. “Ik wil de dynamiek in die units houden. Vandaar dat ik hun een ondernemersrol geef. Alleen zo krijg je de innovatie die wij nodig hebben,” verklaart Smans de strategie.
En de aanpak blijkt te werken. De milieuafdeling, goed 150 man sterk, pakte een tijd terug uit met een unieke formule voor de sanering van bedrijfsterreinen. De Belgische expertise wordt alvast binnen de groep erg op prijs gesteld, want Arcadis heeft Antwerpen uitgekozen als locatie voor een nieuw Europees kenniscentrum voor milieuoplossingen.
De afdeling ‘ruimte en verkeer’ richtte vorig jaar samen met het Nederlandse bureau Goudappel Coffeng het bedrijf Arckus op. Dat wil in België het parkeerprobleem vanuit een andere invalshoek benaderen. Dezelfde afdeling wil met de expertise van Aeolus nu ook een beslissende rol gaan spelen in de planning en het beheer van de open ruimte, een thema dat aan bod komt bij gebiedsontwikkeling en grote infrastructuurwerken zoals de aanleg van havenfaciliteiten en spoorwegen.
En binnen de afdeling ‘gebouwen en installaties’ werkte de vakgroep ‘duurzaam bouwen’ een concept uit dat vertrekt van de kostprijs van de hele levenscyclus van een gebouw. Sinds de overname van Domus Nitida krijgt het beheer van gebouwen – het facility management – daarin een belangrijke plaats. “Daar schuilt nog veel potentieel. Zeker als je kijkt naar de evolutie van de energieprijzen,” aldus Smans.
Een geïntegreerde aanpak, zo noemt de oprichter-CEO het. “Bij ons vormt het studiewerk een pakket,” zegt hij. “We hebben de zekerheid dat we samen aan een proces beginnen en ook samen tot een eindresultaat komen.” Snelheid is daarbij volgens Smans de sleutel tot het succes. “Door het stijgende aantal privaat-publieke samenwerkingen (PPS) wordt snel en efficiënt werk een noodzaak. De Oosterweelverbinding had bijvoorbeeld meer dan 100 verschillende vergunningen nodig. Wij zijn in staat dat soort trajecten binnen een korte termijn af te handelen. Dat komt ook de rechtszekerheid van de beslissing ten goede.”
De Oosterweelverbinding lijkt een slecht gekozen voorbeeld, omdat de hele beslissingsprocedure de voorbije maanden in vraag werd gesteld. Smans nuanceert: “Wij hebben de Vlaamse overheid enkel geholpen om de technische onderdelen van het voorontwerp uit te werken.” Dat het huidige ontwerp niet conform het bestek zou zijn? “Wij kijken nu samen met de Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel (BAM) naar verbeteringen en besparingen om het vooropgestelde budget te laten aansluiten bij de uitvoeringsprijs. De uiteindelijke keuzes liggen echter niet bij ons.”
Buitenland Wallonië
Sinds de overnames van Fally in Charleroi en BCT in Luik heeft Arcadis een stevige poot in het zuiden van het land. Smans wil niet weten van clichés. “Wallonië is voor ons een groeiregio die openstaat voor uitwisseling van knowhow en expertise. In Luik zie je bijvoorbeeld dat privé-investeerders en de overheid elkaar steeds makkelijker weten te vinden. Er gaat een dynamiek uit van die stad. Dat is minder het geval in Charleroi waar de intercommunales nog vrijwel overal de lakens uitdelen.”
De gewesten zijn volgens Smans uit elkaar gegroeid op het vlak van regelgeving. Zelfs de maatschappelijke perceptie van ruimtelijke ordening is anders. “Maar dat hoeft samenwerking niet in de weg te staan. Op dit moment zitten wij met de drie gewesten aan tafel om een ruimtelijk concept uit te schrijven voor het Zoniënwoud,” zegt hij.
Ook grensoverschrijvende projecten komen vaker voor. Zo werkt het Arcadis-Gedas aan een verkeersmodel voor de hele Maasregio. Bij die gesprekken zijn drie landen en twee gewesten betrokken. “Daar leren we bijvoorbeeld dat het met Wallonië niet moeilijker samenwerken is dan met Nederland,” aldus Smans.
Binnen de internationale groep verkreeg de Belgische tak ook het voorrecht om zijn eigen buitenlandse afdeling in het Roemeense Iasi voort te ontwikkelen. Het studiebureau, tien jaar geleden opgestart om via outsourcing projecten op de lokale markt binnen te halen, telt ondertussen 80 werknemers.
Na de overnamerush van de voorbije jaren moet de toekomstige groei op eigen kracht gebeuren. Overnames kunnen enkel nog om een gebrek aan geschikt personeel op te vangen. Potentieel is er alvast genoeg, gelooft Smans. “Als België nieuwe bedrijven wil aantrekken, moet het kijken hoe we bedrijventerreinen kunnen herstructureren en ontwikkelen. Dat heeft impact op het landschap, het waterbeheer, de tewerkstelling, de mobiliteit. Dat is allemaal werk voor ons.”
Wouter De Broeck
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier