Evalueren om beter te begrijpen, te leren en te beslissen

© BELGA

De evaluatie van het overheidsoptreden was oorspronkelijk bedoeld als een systematische vereiste in het kader van de financiering van de lidstaten van de Europese Unie. Geleidelijk heeft ze zich ontwikkeld tot een instrument voor de gestage verbetering van de werking van de overheid.

Uit de politieke verklaringen van de verschillende regeringen in België blijkt dat steeds vaker een beroep gedaan wordt op evaluaties, kritisch en regelmatig onderzoek naar de doeltreffendheid van projecten door een onafhankelijke partij. De bedoeling is het optreden van de overheid aan te passen en te verbeteren. In tegenstelling tot de audit – waarbij de conformiteit van een activiteit of de algemene toestand van een organisme onderzocht en gecontroleerd wordt – gaat de aandacht bij een evaluatie in de eerste plaats naar de effecten en doelstellingen van een overheidsactie.

Getracht wordt de externe gevolgen van een overheidsactie te identificeren en de verbanden vast te stellen met wijzigingen in de bevolking of het grondgebied. Neem bijvoorbeeld het bodemsaneringsbeleid. Met een evaluatie wordt nagegaan of de tussenkomst van de overheid (financiële stimuli, rechten en plichten in de reglementering enzovoort) het verwachte effect heeft op de houding van de eigenaars, en wat het effect van het beleid is op de bodemkwaliteit in het gebied. Zo’n evaluatie gebeurt op basis van bestaande gegevens, meer bepaald statistieken, en op empirische gegevens die daarvoor ingezameld en geanalyseerd worden. Ze leidt dan ook tot inzichten die kunnen gebruikt worden om het overheidsoptreden te verbeteren.

In de eerste fase ligt het verschil tussen een evaluatie en een audit niet altijd voor de hand. Naargelang de organisatiecultuur en de communicatie die rond de bedoeling van de oefening gedaan wordt, wordt een evaluatie al dan niet goed ontvangen. De betrokken partijen moeten beseffen dat het niet gaat om een evaluatie van personen, maar van de effecten van een tussenkomst van de overheid. Er kan ook legitieme bezorgdheid ontstaan over de gevolgen voor het werk. Daarom is het belangrijk te communiceren over de procedure en de verwachte inbreng van de evaluatie, om de onzekerheid te verminderen en een geleidelijke aanvaarding te vergemakkelijken.

Bij een evaluatie moeten de beheerders en de ontvangende partijen weten dat ze de kans krijgen om zich over het geëvalueerde beleid uit te spreken. Het is voor hen vaak een gelegenheid om afstand te nemen van hun dagelijkse taken. Het vormt ook een gelegenheid om een dialoog op te starten tussen de verschillende functies en entiteiten.

Vanuit dat oogpunt draagt de evaluatie bij tot een collectief leerproces. Als voorbeeld kan het Waalse wetboek ruimtelijke ordening (Cwatupe, 2013) gelden, dat gegroeid is uit een denkoefening over de reglementering waaraan meer dan 100 organisaties deelnamen om te komen tot een evaluatie waarvan de conclusie ruimschoots gedeeld werd.

Cécilia De Decker, senior manager Management Advisory bij BDO

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content