Europese ondernemers wisselen ervaringen uit
Of ze evenveel feesten als de Erasmus-studenten is niet geweten, maar ook ondernemers trekken Europa in om buitenlandse ervaring op te doen.
U dacht dat Erasmus zich uitsluitend richtte tot studenten uit het hoger onderwijs? Dat is al vijf jaar niet meer zo. In 2009 riep de Europese Commissie ‘Erasmus voor jonge ondernemers’ in het leven. Via dat uitwisselingsprogramma kunnen aspirant-ondernemers of nieuwe ondernemers één tot zes maanden ervaring opdoen bij een kmo in de Europese Unie of in een van de tien andere aangesloten landen. “Om te leren hoe je een onderneming opricht en leidt, met dien verstande dat de kandidaat bereid moet zijn om met die bedrijfsleider samen te werken en hem te helpen sommige aspecten van zijn business verder uit te bouwen. Het gaat dus veel verder dan een gewone stage”, licht Thyphaine Beaupérin-Holvoet toe. Zij coördineert het programma bij de helpdesk die wordt aangestuurd door Eurochambres, de organisatie waaraan de Europese Unie het beheer van het programma heeft toevertrouwd.
Opsplisten
De bedoeling is duidelijk: het ondernemerschap in Europa stimuleren en de kmo’s een meer internationaal karakter geven. De ‘Host Entrepreneurs’ moeten aan het hoofd staan van een bedrijf dat al meer dan drie jaar bestaat. De kandidaten die worden geselecteerd om te vertrekken — de ‘New Entrepreneurs’ — moeten hun bedrijf minder dan drie jaar geleden hebben opgericht. Of het moet gaan om “aspirant-ondernemers die al een businessplan hebben en eigenlijk morgen zouden kunnen starten. Er staat geen leeftijdslimiet op”, geeft Thy-phaine Beaupérin nog mee. De ondernemers die vertrekken, krijgen een beurs van maximaal 1100 euro per maand. Hoeveel precies, hangt af van de levensstandaard in het land van bestemming.
Hoe kun je nu wekenlang naar het buitenland vertrekken als dat betekent dat je het bedrijf dat je net hebt opgestart, moet achterlaten? “Het is mogelijk om de duur van de Erasmus-uitwisseling op te splitsen, naargelang van de beschikbaarheid van beide ondernemers”, legt Thyphaine Beaupérin uit. Elke maand een week naar het buitenland gaan, bijvoorbeeld. “Het klopt inderdaad dat wie net een project heeft opgestart, daar doorgaans zeer geconcentreerd mee bezig is. Er dienen zich dus meer aspirant-ondernemers met concrete opstartplannen aan dan ondernemers die al met een project bezig zijn.”
Onvoldoende bekend
Het succes van het programma op Europees niveau gaat in stijgende lijn, met nu al twee jaar circa 1000 vertrekkende ondernemers per jaar. Tegen 2020 wil Eurochambres, onder meer dankzij een stijging van het aan het programma toegekende budget, per jaar graag 10.000 deelnemers uitsturen. Toch is ‘Erasmus voor jonge ondernemers’ nog altijd vrij onbekend in België.
De voorbije vijf jaar was bij slechts 214 van de bijna 3000 uitwisselingen een Belg betrokken: 177 bedrijfsleiders van Belgische kmo’s verwelkomden een Europese entrepreneur en slechts 37 Belgische ondernemers maakten van het programma gebruik om ervaring op te doen in een buitenlandse kmo. “België is eerder een ‘verwelkomend’ land, we staan daar trouwens op de vijfde plaats”, bevestigt Thyphaine Beaupérin.
Volgens het Neutraal Syndicaat voor Zelfstandigen (NSZ) verdient dit programma meer ondersteuning en zichtbaarheid: “Het is nog te weinig bekend. Er is een doelgerichte promotiecampagne nodig, bijvoorbeeld via een ondernemingsloket, om de ondernemers aan te moedigen op de trein te springen.” Nog altijd volgens het NSZ “heeft dit programma massa’s troeven: de ondernemer doet nieuwe en innovatieve kennis op, raakt vertrouwd met buitenlandse markten en kan die ervaring aanwenden om zijn eigen business in andere landen uit te rollen. En er kan zo ook een uitgestrekt internationaal zakennetwerk tot stand komen.”
LARA VAN DIEVOET
De bedoeling is duidelijk: het ondernemerschap in Europa stimuleren en de kmo’s meer internationaal karakter geven.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier