Europalia

Brussel, internationale artistieke smeltkroes tussen 1800 en 2000: een rijk thema vol vreedzame tegenstellingen voor de nieuwe Europalia-tentoonstelling.

De tijden dat Europalia interdisciplinaire evenementen mocht verwelkomen, die uitnodigden om de Japanse, Griekse of Spaanse cultuur te ontdekken, zijn lang vervlogen. Bij gebrek aan beschikbare middelen, en omdat zij vaak afhankelijk waren van de goede wil van de genodigde landen, deden de organisatoren veel toegevingen tijdens de laatste edities – gewijd aan Tsjechië en Hongarije. En in het kader van Brussel 2000 was er een thema dat tot nu toe weinig aan bod was gekomen: de relaties die kunstenaars uit buurlanden – vaak in ballingschap – in België aanknoopten met schilders, beeldhouwers en schrijvers.

De periode die de tentoonstelling beslaat is enorm, 200 jaar, en beperkt zich niet, zoals tijdens de expositie Paris-Bruxelles, Bruxelles-Paris, tot de uitwisselingen met Frankrijk. Het is overigens Robert Hoozee, conservator van het museum van Gent en medeorganisator van deze vorige tentoonstelling, die voor de nodige samenwerkingsverbanden heeft gezorgd om Brussel als “Trefpunt van culturen” te vieren.

De tentoonstelling steunt op historische werkelijkheden. Sinds het einde van het Franse keizerrijk stroomden vluchtelingen naar België, een kleine staat die uiteindelijk veel meer vrijheid bood dan de grote buurmogendheden. Schilders als David, filosofen als Marx en Proudhon, dichters als Hugo, Baudelaire, Rimbaud, Verlaine en Lautréamont zullen de buitenlandse getuigen zijn van het Brusselse leven. Uit Duitsland vervoegen zich later kunstenaars als Max Klinger, Kandinsky en Max Ernst. Vanuit Holland vormt zich in de 19de eeuw een ware kolonie rond de schilder Jan Toorop. En omdat de anglofilie hoogtij viert, bereiken ons de werken van Whistler, Edward Burne-Jones en Aubrey Beardsley. De Munt, de Cercle des XX en La Libre Esthétique, evenals velerlei culturele kringen, die zich soms rond bepaalde progressieve persoonlijkheden vormden, verlenen Brussel zijn buitenlandse kleuren. De 20ste eeuw zal minder rijk zijn, maar we mogen daarbij toch het expressionisme, het surrealisme en Cobra niet vergeten.

De tentoonstelling toont prachtige werken van Belgische en buitenlandse kunstenaars naast elkaar en vervolledigt dit met een overweldigend documentair gedeelte met zeldzame boeken, foto’s en manuscripten. Het hedendaagse gedeelte is daarentegen niet representatief genoeg voor de huidige artistieke vitaliteit van de hoofdstad.

Paleis voor Schone Kunsten, Ravensteinstraat 23, 1000 Brussel. Tot 5 november, dagelijks van 10.00 tot 18.00 uur, woensdag tot 21.00 uur.

alain delaunois

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content