‘Europa is naief’

MARC DE KEERSMAECKER EN VINCENT ROUAIX "Realdolmen is de lokale kampioen. Integratie is geen groot risico." © Karel Duerinckx

De overname van het ICT-bedrijf Realdolmen door zijn grote Franse sectorgenoot Gfi is een feit. Bij hun eerste dubbelinterview klikt het alvast uitstekend tussen beide CEO’s.

Vincent Rouaix (bijna 59), de CEO van Gfi Informatique, en Marc De Keersmaecker (58), de algemeen directeur van de vierde grootste Belgische ICT-integrator Realdolmen, zijn in een opperbeste bui. “88,92 procent van de aandeelhouders heeft het bod aanvaard. Vanaf nu zijn wij een stuk van Gfi, van een internationaal bedrijf”, glundert De Keersmaecker, die in het prospectus zwart op wit heeft staan dat hij en zijn vijfkoppige managementteam Realdolmen blijven leiden. De Keersmaecker krijgt een zitje in het directiecomité van Gfi Informatique.

Gfi verlengt het bod en hoopt uiteindelijk alle aandelen binnen te halen. “De bedoeling is het bedrijf van de beurs te halen. Dat is beter voor de integratie”, verklaart Rouaix. “Zo kunnen we focussen op de activiteiten. We besparen ook de kosten van een beursnotering.”

Wat zijn de ambities? “Een geïntegreerde Belux-organisatie opzetten in de Gfi-groep en het volle potentieel van al mijn klanten en werknemers ontwikkelen”, zegt De Keersmaecker. “De tweede ambitie is heel simpel: de best presterende divisie van de Gfi-groep zijn.” Daar heeft Rouaix wel oren naar: “Goed. De beste haalt een bedrijfswinstmarge van 15 procent. We zullen gelukkig zijn.”

Rouaix kent België en zijn staatsbestel. “Wij zijn hier al sinds 1992 aanwezig, maar waren hier zelfs te klein om onze Franse topklanten te ondersteunen. In Frankrijk draaien wij miljoenen euro’s met BNP Paribas, maar in België niets met BNP Paribas Fortis. Hetzelfde met Engie en Orange. Met de omvang die we hier morgen hebben – ongeveer 300 miljoen euro – zullen we die topklanten als hefboom kunnen gebruiken”, vertelt Rouaix. Hij benadrukt dat de overname geen besparingsoperatie is. “Realdolmen is de lokale kampioen. Integratie is geen groot risico. In Frankrijk zijn wij de lokale kampioen (74,5% van de Gfi-omzet kwam vorig jaar uit Frankrijk, nvdr). Wij moeten elkaar leren kennen, leren hoe we de zaken hier moeten runnen en het Belux-managementteam toelaten te versnellen, te verfrissen, groter te zijn en nieuwe landen aan te pakken. Nederland bijvoorbeeld. En synergie te realiseren met de groep.”

In onze activiteiten kan je onmogelijk geld verdienen op Belgische schaal” – Marc De Keersmaecker, Realdolmen

De bedrijfsadviseur Lazard zocht de kandidaten voor uw overname. Welke opdracht kreeg hij?

MARC DE KEERSMAECKER. “Eindelijk kan ik dat ook aan Vincent uitleggen ( lacht). Wij zochten een industriële partner die de business kent. Hij moest interesse hebben in onze complete portfolio en de ambitie hebben een Europese schaal te halen. Wij halen 100 miljoen omzet uit de verkoop van producten en licenties en 150 miljoen uit diensten. Die one-stop-shopaanpak is behoorlijk uniek, vooral in het bovenste middensegment. Een overnemer moest de waarde zien van dat strategische verhaal. Dat zou ook de prijs maximaliseren.”

MARC DE KEERSMAECKER EN VINCENT ROUAIX
MARC DE KEERSMAECKER EN VINCENT ROUAIX “Zoveel regulering betekent dat je je IT moet transformeren. Dat is zeer goed voor onze business.”© Karel Duerinckx

Wat verwacht Realdolmen van de samenwerking met Gfi?

DE KEERSMAECKER. “Schaalgrootte. Dat is belangrijk in elk van onze activiteiten. In de product- en licentieverkoop haal je je productiviteit met volume. Hetzelfde met de eigen oplossingen voor verzekeringen en ziekenhuizen of voor documentmanagement en -archivering. Daarmee kan je onmogelijk geld verdienen op Belgische schaal.”

Realdolmen haalt 5,4 procent bedrijfswinstmarge, Gfi 6,1 procent en het streeft naar 8 procent in 2020. Hoe pakt u dat aan?

DE KEERSMAECKER. “Voor wie een service-organisatie combineert met de doorverkoop van producten en licenties, is een bedrijfswinstmarge van 5,4 procent excellent. Het was 16 procent beter dan vorig jaar. Met de kansen in de Gfi-groep kan de winstgevendheid nog jaren op dezelfde manier stijgen.”

VINCENT ROUAIX. “Om het doel te bereiken, moeten we kritische massa hebben en innovatie goed beheren. De resultaten van Gfi in Frankrijk verschillen maar weinig van wat bijvoorbeeld Capgemini doet. Het is internationaal dat we achterlopen. We moeten voldoende groot zijn in elk land waar we werken. In Iberia en de Benelux kozen we voor grote, transformerende overnames. Daarvoor moet je opportunistisch zijn. Realdolmen bekeken we al vijf jaar. In Realdolmen herkennen we ons eigen DNA en dezelfde wendbaarheid en vertrouwdheid met de klant. Misschien vinden we dat morgen ook in Nederland. We hebben al gesprekken gehad.”

Gfi is binnenkort voor 95 procent van de Qatarese overheidsholding Mannai Corporation. Gaat Gfi dan van de beurs?

ROUAIX. “Het was niet de bedoeling van Mannai om 100 procent te hebben. De vorige aandeelhouders wilden verkopen en dus was Mannai wel verplicht tot 95 procent te gaan. Nu zullen we zien wat de beste manier is om de groei te ondersteunen en in 2020 naar 2 miljard euro omzet te gaan.”

Hoe kwam Gfi bij Mannai terecht?

ROUAIX. “Daar heb ik voor gezorgd. Met private equity is het altijd beter zelf iets voor te stellen dan af te wachten. In 2015 zat Apax Partners France al ruim acht jaar in Gfi. De kans bestond dat het met een kostenbesparingsstrategie een exit zou zoeken via een fusie met Sopra, Atos of Capgemini. Dat zou een ramp geweest zijn voor de tewerkstelling. In 2009 had ik het roer overgenomen met een visie: we konden in Europa een IT-kampioen zijn en in sommige regio’s een internationale kampioen met een gamma aan specialiteiten. Dat is gelukt. Er was tijd voor een nieuwe stap. Daarvoor was een langetermijnaandeelhouder nodig. Met deze nieuwe aandeelhouder wil ik het strategisch plan tot 2020 leiden en, waarom niet, ook daarna.”

'Europa is naief'

U verdiende vorig jaar bruto 39.950 euro en 1,5 miljoen via uw managementvennootschap. Dat is niet extreem.

ROUAIX. “Ik ben niet de CEO van een private-equityspeler. Ik heb twee keer mijn eigen bedrijf opgezet. Toen ik in 2006 met Gfi samenging, besloot ik geen cash aan te nemen, maar 100 procent aandelen. Gfi noteerde toen tegen 7,5 euro (wat de participatie van Rouaix op bijna 6,5 miljoen euro waardeerde, nvdr). Nu lijkt dat slim. Niet zoveel later stond het aandeel op goed 2 euro ( lacht).

“Voor mij was niet de cash, maar het project belangrijk. Mensen ontmoeten, een team op de been brengen, een visie delen. Business is een cyclus, je bent niet altijd succesvol, je moet bouwen. Zolang ik daar plezier in heb, wil ik het blijven doen. Daarna kan je bestuurder worden. Vandaag zou ik daar niet voor kiezen. Ik wil uitvoeren. Als adviseur moet je toch 65 zijn, vind ik.”

In 2014 had u felle kritiek op de Amerikaanse boete van 6,5 miljard euro voor uw grote Franse klant BNP Paribas. Hoe bekijkt u het handelsklimaat van nu?

ROUAIX. “China en de Verenigde Staten begrijpen dat de economische oorlog en de echte oorlog dezelfde zijn. In Europa denken we dat er een oorlog is met militairen en een economie waarin iedereen clean en transparant is. Daar ben ik niet zeker van. Kijk wat de Chinezen in Afrika en Latijns-Amerika doen. Ze kopen alles op. Huawei, ZTE enzovoort dumpen hun producten op de markt en vernietigen de Europese bedrijven. Hetzelfde geldt voor de VS. Na Lehman Brothers hebben ze ingegrepen, maar wel op terreinen waarin Europa sterk stond en zij zwak. Europa is zeer naïef. Afgezien daarvan, zoveel regulering betekent dat je je IT moet transformeren. Dat is zeer goed voor onze business.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content