Europa is het anker in de wereldstorm
Jan De Nul levert een belangrijke bijdrage aan de Belgische schatkist. De wereldwijde crisis bevecht de baggergroep door te investeren in grotere schepen en zich deels terug te plooien op Europa. Ook in België verwierf het belangrijke contracten.
Het aantal werknemers van Ondernemingen Jan De Nul NV steeg tussen 2008 en 2012 van 908 naar 1062 en de loonmassa van 66 naar 86 miljoen. De bijdrage van de baggergroep aan de schatkist bedraagt 34,8 miljoen, waarvan liefst 19,4 miljoen aan RSZ-bijdragen (op 979 miljoen omzet). “Dat bewijst het belang van de Belgische dochter in onze groep”, zegt financieel directeur Paul Lievens. “Al onze ondernemingen (onder meer ook de IT-poot en het dienstenbedrijf) bieden hier werk aan 1400 mensen. Veel ondersteunende diensten, ook de design van onze schepen, gebeuren in Hofstade. Luxemburg is het financiële centrum van de groep. Terwijl onze fabrieken de wereld rondvaren, blijft de knowhow verankerd.”
Jan De Nul Group koerste door een zware storm. De inkomsten uit Dubai, ooit goed voor bijna een zesde van de omzet, vielen tijdens de crisis zo goed als stil. Azië denderde van 70 procent naar een kwart van de omzet. De focus verschoof naar Zuid-Amerika, Zuidoost-Azië en Australië (+50 %). Het aandeel van Europa steeg van een vijfde naar een derde. In België steeg Ondernemingen Jan De Nul NV van 432 miljoen omzet in 2008 naar 1 miljard vorig jaar, op een geraamde groepsomzet van 1,9 miljard (niet-geauditeerde cijfers). Het orderboekje blijft stabiel op 3 miljard euro.
Ook Vlaanderen werd opnieuw belangrijker. Jan De Nul werkt sinds vorig jaar mee aan de bouw van de tweede sluis op de Antwerpse Linkeroever. Aan die zeesluis, de grootste ter wereld, hangt een prijskaartje van 340 miljoen. Vlaanderen kende in 2011 ook een contract van 358 miljoen euro toe aan THV Noordzee en Kust (onder meer Jan De Nul), voor onderhoudsbaggerwerken in Zeebrugge en Oostende. Voorts werkt Jan De Nul mee aan de pps voor de Kempense noord-zuidverbinding (1,2 miljard euro).
Sleuteljaar
2011 was een sleuteljaar voor Jan De Nul Group. Na de aankoop van 27 schepen in de periode 2007-2011 werd het wereldleider in de baggersector. Vier op de tien baggerschepen varen wereldwijd onder de vlag van het bedrijf uit Hofstade. Bijna 2 miljard euro had CEO Jan De Nul over voor die operatie.
“De jongste vijftien jaar is er nooit een euro dividend uitgekeerd. Alle winst vloeit terug naar het bedrijf”, zegt Lievens. “Grotere schepen zijn efficiënter en productiever. Zonder het recentelijk gebouwde valpijpschip Simon Stevin was het moeilijk geweest contracten van Statoil en Gazprom te verwerven. De inzet van de megahoppers was ook essentieel in Vietnam, waar we voor een staalfabriek een nieuwe haven bouwen. Door alle investeringen evolueren we van een klassieke baggeraar naar een civiele en marine-engineeringgroep.”
De investeringen van Jan De Nul vallen niet stil. Vorig jaar werd een nieuw investeringsprogramma opgestart met de bestelling van twee grote baggerschepen en een zusterschip voor de Simon Stevin, dat de naam Joseph Plateau krijgt. “Zo kunnen we naar meerdere aanbestedingen tegelijk meedingen. Eén schip is geen schip”, besluit Lievens.
HANS BROCKMANS
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier