Er was eens een land…
Er was eens een land dat er aan het begin van dit decennium heel beroerd aan toe was. Vandaag staat het derde op het World Competitiveness Scoreboard van het IMD na Singapore en leider de Verenigde Staten. Dat land is Finland.
Om deze metamorfose waar te maken, heeft Finland zich – kort samengevat – snel ingepast in de nieuwe netwerkeconomie ( NNE). Het is daarin geslaagd door te bouwen op vier pijlers, de vier pijlers van de NNE: strategie, innovatie, netwerking en – niet het minst – de mens.
Strategie. Een business-strategie (waar en hoe nieuwe inkomsten genereren en kosten drukken, hoe efficiënt e-business doen?) en een ICT-strategie (met welke informatie- en communicatietechnologie onze e-business doen?) integreren;
Innovatie. Nieuwe producten en diensten ontwikkelen en bedrijfsprocessen herdenken en efficiënter maken met behulp van internet. Internet is geen doel maar een middel, een enabling technology om efficiënter te werken en meer toegevoegde waarde te creëren.
Netwerking. Strategische partnerships en samenwerkingsverbanden aangaan. De traditionele waardeketen valt uit elkaar, ondernemingen concentreren zich op één schakel en maken via strategische partnerships (outsourcing) de ketting weer heel.
Mens. Een adequaat human resources- en opleidingsbeleid voeren met als doel een lerende organisatie uit te bouwen.
NNE-project.
Door te steunen op deze pijlers, bouwen ondernemingen een comparatief voordeel op, want ze zullen hun omzet kunnen verhogen en/of hun kosten verlagen. Dat is de boodschap van het NNE-project van Fabrimetal dat de ondernemingen wijst op de enorme kansen die de NNE biedt, niet alleen voor hightechsectoren en ICT-bedrijven, maar voor álle sectoren en álle bedrijven. Niet alleen voor het bedrijfsleven, maar ook voor de overheid. Het zet ze aan om internet en andere ICT’s aan te wenden om hun processen te (r)e-engineeren, om te innoveren op alle vlakken, aan e-business te doen, strategische netwerken op te bouwen, kortom, toe te treden tot de nieuwe netwerkeconomie.
Lessen.
Finland is in meerdere opzichten vergelijkbaar met België: klein, geregeerd door een regenboogcoalitie, met hoge loonkosten en een tekort aan technisch geschoold personeel. Waaraan heeft Finland die doorbraak te danken? Het gaat niet om één succesdeterminant, maar een mix van factoren die zowel aan ondernemingen en overheid als aan burgers toe te schrijven zijn.
Ondernemingen. Door de ineenstorting van de Sovjet-Unie verdween in één klap 30% van de Finse exportmarkt. De Finse ondernemingen moesten snel nieuwe kernvaardigheden ontwikkelen. Informatie- en communicatietechnologie werd zo’n competentie. De Finnen gaan de concurrentie te lijf en omarmen ze. “Love the competition,” zeggen ze bij Nokia. De banken speelden ook een stimulerende rol: driekwart van het giraal betalingsverkeer verloopt via internet, zonder digitale handtekeningen of andere wettelijke barrières.
Burgers. Misschien wel de grootste succesfactor is de mentaliteit van de Finnen, hun openheid voor verandering, hun alertheid en flexibiliteit, hun ambitie.
Overheid. Finland was het eerste Europese land dat zijn telecommarkt liberaliseerde. De overheid spoort de ondernemingen tot netwerking aan en biedt al haar diensten via internet aan burgers en ondernemingen aan. De Finnen hebben begrepen dat de overheid in de nieuwe netwerkeconomie een nieuwe rol heeft. Niet controleren maar promoten, niet reguleren maar sensibiliseren en stimuleren.
Samenwerking. Eigenlijk is het hele innovatiebeleid van het land gebaseerd op een brede samenwerking tussen alle partijen: overheid, universiteiten en onderzoeksinstellingen en ondernemingen en hun organisaties.
Finland.com.
West-Europa heeft inzake NNE-paraatheid een achterstand van drie jaar op de Verenigde Staten. We steunen graag Europees commissaris voor Ondernemingen en Informatiemaatschappij, Erkki Liikanen – een Fin – die Europa’s achterstand inzake internettechnologie en e-commerce snel wil wegwerken. De Europese voorsprong op het gebied van mobilofonie moeten we uitspelen. Binnen Europa zijn de verschillen ook groot. Volgens Forrester Research hebben Finland en de andere e-Vikings (Zweden, Noorwegen en Denemarken) een voorsprong van drie jaar op België. Dat Finland de hoogste internet- en GSM-penetratie heeft, is daar niet vreemd aan. Wat internetpenetratie betreft, heeft België blijkbaar een inhaalbeweging ingezet. Van alle West-Europese landen heeft België tussen juli 1998 en juli 1999 de sterkste groei gekend: 71% tegen 29% gemiddeld. België staat nu op de zevende plaats.
Wat belet ons om keihard door te gaan? Fabrimetal schaart zich achter minister van Telecommunicatie Rik Daems ( VLD) die van ons land een koploper inzake elektronische handel wil maken. Denemarken toont hoe het moet: overheid en bedrijfsleven slaan er de handen in elkaar om in één jaar tijd 2000 extra informatici op te leiden!
Ambitie.
België heeft een flinke achterstand, maar er bestaat zoiets als de wet van de stimulerende achterstand. Wij hebben troeven die Finland niet heeft (betere ligging en milder klimaat, op de scheidingslijn van twee culturen, het meest bekabelde land ter wereld) en er is bij ons toch ook heel wat aan het bewegen. Finland naar de kroon steken, Europees koploper worden in de nieuwe netwerkeconomie, dat moet onze ambitie zijn. Dat we daarvoor performante en concurrerende telecomdiensten nodig hebben, en dus een effectieve concurrentiële omgeving, is evident.
Hopelijk kunnen we ergens rond het jaar 2001 in dit blad een column schrijven die begint met Er was eens een land dat aan het einde van de 21ste eeuw nog 22ste stond op het World Competitiveness Scoreboard en dat nu bij de koplopers is. Dat land heet België.
Meer informatie over de nieuwe netwerkeconomie: http://www.fabrimetal.be/NNE
Reageren kan via e-mail: nne@fabrimetal.be
philippe de buck van overstraeten
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier