“Energiebeleid is geen sociale politiek”
De Europese Commissie wil onze CO2-uitstoot met 20 % omlaag tegen 2020. Het zal uw energiefactuur voort doen stijgen. “Het slechtste wat de regering nu kan doen, is de btw op gas en elektriciteit verlagen”, oordeelt William D’haeseleer, de voorzitter van Commissie Energie 2030.
W illiam D’haeseleer is, een beetje tegen zijn wil, een omstreden figuur geworden. De wetenschapper, professor en voormalige ingenieur van Tractebel Engineering pleitte in 2000 als lid van de commissie Ampère al voor het behoud van kernenergie. In het rapport van de Commissie Energie 2030 becijferden hij en vijftien andere wetenschappers wat de eventuele kernuitstap ons zou kosten. Maar, verweert de baardige Denderleeuwenaar zich: “Ik ben helemaal niet getrouwd met kernenergie. Integendeel, ons voorstel is juist om de uitbaters van de kerncentrales te laten meebetalen voor een transitie naar een duurzamere energievoorziening.”
De aankondiging van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas (Creg) dat de tarieven dit jaar fors zullen stijgen, met 15 % voor elektriciteit en met 25 % voor gas, verrast D’Haesleer niet. Maar met de oproep van de Creg om het btw-tarief te verlagen, is hij het helemaal niet eens. “Soms denk ik dat men het gewoon niet wil begrijpen. Ten eerste kost die ingreep één miljard euro en die luxe heeft de regering niet. Maar het zou vooral een verkeerd signaal zijn. Energie is een schaars goed en dus duur, en de enige taal die wij begrijpen om er minder van te verbruiken, is wanneer het ons raakt in onze portemonnee. Dan zullen we wél een keertje meer de fiets gebruiken en een energiezuiniger ijskast of wagen kopen. Wat je volgens mij wel kan overwegen, is dat de regering de meerinkomsten die ze heeft door de stijgende btw-opbrengsten, tot op een bepaalde hoogte beperkt en er dus iets gelijkaardig aan een accijns van maakt.”
TRENDS: De hogere energieprijzen vreten wel aan de koopkracht, vooral van de sociaal zwakkeren.
WILLIAM D’HAESELEER (VOORZITTER COMMISSIE ENERGIE 2030). “Daar ben ik niet blind voor, maar energiepolitiek is niet hetzelfde als sociaal beleid. Ook zij die armer zijn, moeten weten dat energie een schaars goed is. Cheques geven voor stookolie: complete nonsens! Het probleem bij sociaal zwakkeren is er eerder één van een te laag pensioen of vervangingsinkomen. Doe daar iets aan, zodat degenen die verstandig omgaan met hun energie daarvoor ook worden beloond.
“In België wordt de hele energiediscussie te veel in slogans gevoerd. Tien jaar geleden waarschuwden we met het Energie Instituut (een samenwerkingverband van ingenieurs, economen en juristen, red.) al dat de prijzen zouden stijgen. Dus ik begrijp écht niet dat er nu zoveel mensen daarover verbaasd zijn. Eind 1998, begin 1999 kostte een vat ruwe olie minder dan 10 dollar. Toen het in 2000 naar 20, 30 dollar ging, kwamen er wegblokkades en heeft de regering toegegeven.
“Zo goedkoop zal energie de eerste jaren niet meer worden. De Energy Package van de Europese Commissie verplicht alle lidstaten om tegen 2020 maar liefst 20 % minder broeikasgassen (waarvan CO2 het belangrijkste is, red.) uit te stoten. Dat betekent dat vooral de elektriciteitssector, maar ook de bedrijven en overheden emissiecertificaten zullen moeten kopen. Dat zal elektriciteit behoorlijk duurder maken.”
Is de liberalisering van de energiemarkt dan mislukt? Want daardoor zouden de prijzen toch gaan dalen?
D’HAESELEER. “Dat is onzin, maar zo is het wel verkocht geweest. Eigenlijk had men moeten vertellen dat de prijzen correcter zouden worden. En dat is momenteel ook min of meer het geval. Want de liberalisering werkt beter dan sommigen zeggen.
“Maar dezelfde politici die de vrijmaking wilden, hebben blijkbaar moeite om te begrijpen dat dit iets anders is dan het vroegere kost-plussysteem. Toen bepaalde een commissie wat de kosten waren die producenten, transporteurs en distributeurs hadden gemaakt, gaf hen een ‘redelijke’ winstmarge, en klaar was kees. Eigenlijk waren er kruissubsidies van de gewone consument naar de industrie en de gemeenten. Dit was zeker niet optimaal, maar het werkte behoorlijk. De eindklant betaalde: die kon niet ontsnappen.
“Terwijl één van de basiswetten van de economie is, dat in een goed functionerende geliberaliseerde markt de prijs wordt gezet door de laatste geproduceerde eenheid (zie tabel: Gas bepaalt de elektriciteitsprijs). Dat wil dus zeggen dat de prijs van elektriciteit nu wordt bepaald door die van gas en die is dan weer gekoppeld aan de olieprijzen.
“Tot 2005 was er niet voldoende transmissiecapaciteit tussen Frankrijk, Duitsland en de Benelux. Maar sindsdien zie je dat de groothandelsprijzen op heel die Noord-West-Europese markt nagenoeg gelijk zijn. De verschillen voor de gebruiker met de buurlanden hebben meer te maken met transport, distributie en allerlei taksen en heffingen.”
Toch zullen weinig mensen zeggen dat de liberalisering goed werkt.
D’HAESELEER. “Je kan je de vraag stellen of er voldoende concurrentie is op retailniveau. Het lijkt me dat daar vooral werk aan de winkel is.
“De Creg, de controle-instantie, focust zich nogal op lage tarieven en heeft de neiging zich te richten op de tarieven voor transport en distributie. Het gevaar is dat bij te lage transport- en distributietarieven de broodnodige investeringen in gevaar komen. Bovendien wordt in België elektriciteit nogal gebruikt als taxatiemiddel: een opleg voor hernieuwbare energie, een CO2-taks, enzovoort. Op zich zijn dat misschien lovenswaardige zaken, maar men moet dan niet klagen dat de prijzen te hoog zijn.”
Moeten we de monsterwinsten van Suez en Electrabel niet wegtaxeren?
D’HAESELEER. “Als er onredelijke winsten zouden zijn, dan lijkt het logisch daarop een ‘correctie’ uit te voeren. Maar daarover uitsluitsel geven, lijkt eenvoudiger dan het is. Het probleem is dat de echte kosten van de kerncentrales niet meer publiek bekend zijn. Electrabel en Suez beweren dan weer dat die winsten al zijn teruggegeven aan de klant in 2002-2003. Ons voorstel is daarom een internationale commissie experts aan te stellen die een correct oordeel kan vellen. Want dat is het grootste probleem van zo’n mottenballentaks: ofwel betaalt Suez-Electrabel zonder problemen en dan heb je te weinig gevraagd, ofwel kunnen ze het niet betalen en dan heb je te veel gevraagd. Bovendien moet je ermee rekening houden dat het hier over een internationale speler gaat, die net zo goed kan beslissen desnoods België links te laten liggen.”
Electrabel blijft wel een monopolist.
D’HAESELEER. “Suez-Electrabel staat sterk in België, maar is een Europese middenmotor, met meer capaciteit buiten dan binnen België. Alleen is het in ons land blijkbaar niet mogelijk hierover een rationele discussie te voeren. Er is een dominante groep, maar in tegenstelling tot wat sommige milieugroepen schijnen te denken, is niet alles wat industriële groepen in de energiesector beweren, nonsens. Je moet je als tegenpartij niet laten doen, maar ik ga ervan uit dat 70 tot 80 % van wat ze zeggen, waar is. Daarom moet de overheid investeren in haar eigen knowhow om die 20 tot 30 % te identificeren waarmee die industriëlen hun waar proberen te verkopen. Maar in dit land zie ik weinig coherentie in de beslissingen, het is veel te veel ad hoc.”
Wat zijn uw aanbevelingen?
D’HAESELEER. “Ten eerste: maak werk van energiebesparingen. Zuiniger toestellen, de discipline om te besparen. Ten tweede moeten we een zo divers mogelijk portfoliobeleid nastreven. Momenteel kunnen we niet zonder fossiele brandstoffen. Investeer voorts in alles wat CO2-vrij is: hernieuwbare brandstoffen, maar ook kernenergie. Ten slotte, en dat is de aanbeveling die blijkbaar neerkwam op vloeken in de kerk, stellen wij de nucleaire uitstap in vraag. Die beslissing werd genomen op een moment dat er weinig spanning was op de energiemarkten en toen de druk om de CO2-uitstoot te minderen veel kleiner was.”
Nochtans nadert een aantal kerncentrales de verwachte levensduur van veertig jaar.
D’HAESELEER. “Die veertig jaar is artificieel: een component heeft een bepaalde levensduur, een systeem niet. Er is wel een economische levensduur en mits zeer strikte veiligheidsvoorwaarden zie ik niet in waarom we die niet kunnen hanteren. Op een bepaald moment worden de investeringen in veiligheid zo duur dat het beter is de centrales te sluiten, maar wanneer dat is, weet ik niet. Ik stel alleen vast dat in Frankrijk, Finland en het Verenigd Koninkrijk nieuwe centrales worden gebouwd en dat Nederland in plaats van Borssele te sluiten in 2003, ze nu open wil houden tot 2033, waardoor de levensduur uitkomt op zestig jaar. Onze noorderburen vragen in ruil wel dat de uitbaters 250 miljoen euro ter beschikking stellen voor duurzame energie. Prima! Dit is een filosofie waarbij men de nucleaire sector eigenlijk laat betalen om zichzelf op termijn overbodig te maken, of zich in de toekomst te perfectioneren. De overheid staat in die onderhandelingen erg sterk: als ze niet tevreden is, is het no-go, en gaan de centrales dicht.”
Volgens Greenpeace kan 80 % van de kernenergie tegen 2011 op andere manieren worden geproduceerd.
D’HAESELEER. “Er wordt snel gezegd dat er voldoende projecten zijn. Helaas staan veel van die investeringen nog helemaal niet vast. Bovendien is de markt van hernieuwbare energie nog enorm subsidiegedreven. Men rekent daar op offshore windparken, zoals op zandbanken die veertig kilometer in zee liggen. Dat is zeer uitdagend en we moeten daarin investeren om België in die materie een voortrekkersrol te laten spelen. Maar ik geloof niet dat die er al in 2015 zijn. Idem met biomassa. Daar zitten veel goede, zinnige projecten in. Maar zogezegd kunnen we er zoveel van importeren als we willen. Het neveneffect is wel dat de prijzen van tortilla’s in Zuid-Amerika omhoogschieten.” (T)
Door Luc Huysmans
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier