En daarmee is de kous af

Het Duitse merk Falke bestaat dit jaar 120 jaar. Sinds 1895 is het gespecialiseerd in mannenkousen van hoge kwaliteit en in de loop der jaren breidde het zijn aanbod uit met vrouwen- en kindercollecties. Dankzij de productieve research-filosofie biedt het Huis ook revolutionaire producten aan in het sport- en welzijnsdomein. Trends Style mocht er op bezoek.

Het is genoegzaam bekend : de schoenen van een man vertellen veel over hem. “Maar zijn kousen minstens evenveel”, zegt Paul Falke (57 jaar), de elegante dandy aan het hoofd van het Duitse merk Falke. “En misschien zelfs meer.”

Voor het interview met Trends Style dient Paul Falke zich aan als volgt. Zijn zwarte schoenen, met dubbele gesp, lijken op maat gemaakt. En ze blinken dermate dat je gewoon weet dat hij ze dagelijks nauwgezet poetst. Wit hemd met open kraag. Eén openstaand knoopje, meer niet. Donkere blazer, lichtgekleurde broek. En zwarte kousen…

Het is een hete dag in augustus, maar wanneer Falke zijn benen kruist, wordt zichtbaar dat hij lange kousen draagt. “Ja, ze gaan tot aan de knie”, zegt hij trots. “Winter of zomer, ik draag alleen maar lange sokken. Dat is stijlvol voor een man. Ik haat het als je dat kleine stukje huid tussen de broekspijp en het bovenste van een sok kan zien. In Duitsland vertegenwoordigen kniekousen maar 10% van onze verkoop, maar in Italië is die verhouding net omgekeerd.”

In de familie Falke is men al sinds 1895 van vader op zoon Strümpfefabrikant : sokkenfabrikant. Paul Falke is de vierde generatie aan het hoofd van het bedrijf. Hoe brengt hij zijn dagen door ? Wel, hij reist veel met trein, wagen of vliegtuig. Hij zit urenlang aan de vergadertafel. Of hij wandelt rond in zijn de duizenden vierkante meters van zijn fabrieken. “Daarom draag ik almaar vaker onze nieuwe Falke Energizing of Ultra Energizing“, legt hij uit. “Niet alle dagen, want in deze serie zijn nog niet al onze 38 kleuren beschikbaar… (lacht) Neen, serieus : ik draag die sokken omdat een variabele compressie de bloedcirculatie en de zuurstoftoevoer verbetert. Dat heeft niet alleen een positief effect op mijn gezondheid maar ook op mijn dagelijkse prestaties.”

VOORSPRONG DOOR KWALITEIT

‘Qualität schafft uns Vorsprung’ lezen we op een van de muren. Op een prachtig, door de tijd gepatineerd parket staan de breimachines : oude Engelse machines uit de jaren 1950 en 1960 (Bentleys) en nieuwe Japanse en Italiaanse machines (200 naalden per machine). De soundtrack : het geritsel van de naalden die de vezels van katoen, wol, zijde, enzovoort omtoveren in sokken van de hoogste kwaliteit. De nieuwste machines zijn dankzij de wonderen van de IT in twee minuten tijd afgesteld, afhankelijk van het model en het motief van de sok. Maar de afstelling van de oude Bentley-machines kan soms tot vier uur in beslag nemen. “Die machines behouden we voor het maken van sommige speciale modellen waaraan nog handenarbeid te pas komt”, preciseert Christoph Brüning, de man die ons twee uur lang rondleidt.

Bij de meeste machines zijn de kousen in eerste instantie aan elkaar gehecht. Ze worden van elkaar gescheiden door aan de draad te trekken die de voetpunt van de ene verbindt met de bovenste boord van de andere. Vervolgens worden de punten gedicht met een machine, al vereist het wel een grote manuele precisie om de omtrek van de kous op de naalden van die machine te plaatsen.

Niet dat er Bij Falke één algemeen productieproces is. In samenwerking met de Sportuniversiteit van Keulen lanceerde het bedrijf bijvoorbeeld ook een reeks kousen die aan diverse sportdisciplines werden aangepast : ski, hardlopen, trekking, golf, tennis… Die ergonomische sokken worden elk op een andere manier gebreid. En Falke maakt, als eerste merk, ook een onderscheid tussen de linker- en de rechtersok met dank aan de gesofistikeerde Italiaanse Lonati-machines.

Na elke productieshift van acht uur volgen selectieve controles. Nadien komt het strijken met stoom of het strijken op metalen vormen die op hoge temperatuur zijn verwarmd. Sommige kousen worden gewassen om een nog fijnere textuur te verkrijgen. Behalve het eigen merk produceert Falke men hier ook de sokken van Burlington (het merk dat in 2008 werd overgenomen) en de kousen van Esprit.

EEN MILJOEN EURO VOOR EEN PAAR SOKKEN

Zoals veel mannen in het 19e-eeuwse Schmallenberg werkte Franz Falke, van beroep daklegger, tijdens de wintermaanden als seizoenarbeider aan de breimachines. In 1895 stichtte hij zijn eigen atelier. Zijn zoon Franz jr. kreeg de zaak in 1902 in handen. Hij kocht in 1918 een wolspinnerij, in 1938 een breifabriek. De zaken bloeiden. In 1952, na de dood van hun vader, erfden de zonen Paul en Franz Otto de leiding over het huis. Zij namen de nylonfabriek Uhli over, die in 1948 was opgericht en als eerste in Europa nylonkousen voor vrouwen fabriceerde. Na een korte carrière in New York keerde Paul Falke in 1990, bij het overlijden van zijn vader, terug naar Schmallenberg. Sindsdien leidt hij het bedrijf met zijn neef Franz-Peter.

Ook de Belg Peter Van Eupen (die in ons land zijn sporen verdiende bij de lancering van La Gaviota) droeg op het eind van de jaren 1990 zijn steentje bij. Na zijn huwelijk met Gisela Falke werd hij als lid van de familie aangesteld tot Export Manager en liet hij het aandeel van de export zeer snel stijgen, alvorens andere horizonten op te zoeken.

Tot de eeuwwisseling concentreerde Falke zich vooral op de Duitstalige markt, ook vandaag nog de belangrijkste afzetmarkt. Met de komst van de vierde generatie maakte het bedrijf grootschalig werk van modernisering en internationalisering. Paul Falke : “Het is veel moeilijker om in Duitsland nog te groeien dan om nieuwe markten te veroveren. We staan bijvoorbeeld nog niet echt sterk in Azië. En we proberen ons een weg te banen in de Verenigde Staten. Er zijn nog veel regio’s in de wereld waar we onze aanwezigheid nog kunnen verbeteren. Zelfs in België, dat nochtans samen met Nederland en Zwitserland figureert in de top drie van onze beste markten buiten Duitsland.”

Zou een flagshipstore in België geen goed idee zijn ? “Een interessant voorstel”, antwoordt Paul Falke, zonder verdere commentaar. Falke heeft 10.000 verkooppunten in 70 landen. In België zijn er meerdere. Dries Van Noten is daar jammer genoeg niet meer bij, maar een naam als kleermaker Degand biedt het merk aan in zijn hoge gamma. Zo bestelde Degand een paar sokken in vicuñawol, de meest exclusieve wol ter wereld. Een paar sokken van deze superieure kwaliteit wordt in een houten doosje aangeboden voor de prijs van bijna een miljoen euro.

DE KOUS BEKENT KLEUR

Falke bleef zeer lang zweren bij een kwaliteitsvolle e maar wel klassieke stijl. Sinds enkele jaren duiken in de showrooms ook eigentijds elementen op. Met in het bijzonder de intrede van kleuren.

Als familiebedrijf doet Falke het tegenwoordig meer dan behoorlijk. In vergelijking met beursgenoteerde bedrijven geniet het van veel beslissingsvrijheid. De werknemers van Schmallenberg zijn daar niet rouwig om : aandeelhouders die lak hebben aan kwaliteitseisen en alleen maar happig zijn op dividenden, zouden al snel de hele productie naar het buitenland hebben verhuisd. In Schmallenberg zijn vele gezinnen afhankelijk van het werk dat Falke, centraal in het dorp gelegen, hen verschaft. Al moet wel worden opgemerkt : voor een modemerk is Schmallenberg (in Hoog Sauerland, Noordrijn-Westfalen) ondanks de charmante houten chalets met bloembakken op de balkons en de romantische landschappen, echt wel the middle of nowhere is. Moeilijk te bereiken met de trein of het vliegtuig bovendien.

Het verhindert Falke niet om zich scherp te profileren in de modesector. Alleen al in technologisch opzicht. Paul Falke : “We steken veel energie in onderzoek, in samenwerking met universitaire instellingen. Dat merk je aan onze eindproducten, denk maar aan de Energizing Compression, de Cool Socs en het Running Impulse System. Maar we doen ook doorgedreven onderzoek naar vezels, methoden om de vezels te verven, en zo meer. We denken dat het verven van de vezels – we gebruiken er tussen 15.000 en 20.000 – beter is dan het verven van het eindproduct, ook al biedt die laatste optie meer flexibiliteit – we praten in dat geval wel over eenkleurige sokken.”

Falke bleef zeer lang zweren bij een kwaliteitsvolle maar wel uiterst klassieke stijl. Sinds enkele jaren duiken in de showrooms ook eigentijdse elementen op. Met in het bijzonder de intrede van kleuren. Falke : “We hebben 48 artikelen voor mannen, en bij elk van hen blijven de traditionele kleuren (zwart, donkerblauw en grijs) het populairst. Maar kleur wint terrein. We volgen ook de evoluties op het vlak van hydraterende vezels of vezels die geurtjes bestrijden. Maar die zullen we pas gebruiken als ze helemaal in orde zijn. Dat is vandaag nog niet het geval, en je moet voorzichtig blijven.”

IN DE INTIEME LEVENSSFEER

“We hebben diversificatie uitgeprobeerd”, vervolgt Paul Falke. “Andere merken doen het almaar meer. Maar zelf zijn we meer en meer geneigd om terug te vallen op onze corebusiness en wat daar spontaan uit voortvloeit. We moeten ons altijd afvragen voor welke producten de mensen m ons hun vertrouwen te schenken. Met onze legwear bevinden we ons al in de intieme levenssfeer, en dus kunnen we het ons veroorloven om ook underwear en sportswear aan te bieden. Omdat onze corebusiness gelukkig nog altijd groeit, doen we ons best om te anticiperen op wat de mensen echt nodig hebben. Met stijl en met een aangepaste look. Voor ons is het geen optie om ons in het lage gamma te lanceren. De naam Falke is verbonden aan continuïteit, kwaliteit, betrouwbaarheid.

Onze familiale filosofie blijft ook niet beperkt tot onze familie, maar straalt af op ons bedrijf en ons product. Om onze 75e verjaardag te vieren hebben we Schamllenberg vergast op een concert van Duke Ellington. Iedereen die met en bij ons werkt, beschouwen we als een deel van dezelfde familie. Ik ben niet de enige van de vierde generatie. Meerdere van onze werknemers verkeren in hetzelfde geval. We stellen 3000 mensen tewerk, waarvan meer dan 1100 in Duitsland. Akkoord, we hebben ook productie-eenheden in Hongarije, Servië en Zuid-Afrika. Maar we blijven in de eerste plaats lokaal verankerd. Dat lokale aandeel is voor de mode-industrie in landen met hoge lonen vandaag veeleer ongewoon. Zelfs een gemiddelde van 5% wordt zelden behaald. Maar we produceren een premium kwaliteit. En zolang we winstgevend blijven…

TEKST SERGE VANMAERCKE