Elk Vlaams exportproduct kan een wapen zijn
Er bestaan in België voor dit soort vergunningen twee procedures: aanvraag van een Internationaal Invoercertificaat (IIC-certificaat) voor export naar een EU-lidstaat en naar ‘bevriende landen’ of een strenger ‘certificaat van eindbestemming’ voor landen die niet voor IIC-certificering in aanmerking komen. Europa bepaalt ook wat mag en niet mag bij export van dual-use-producten en technologie, die zowel militaire als burgerlijke toepassingen kan hebben. Daar vallen bijvoorbeeld niet de visualisatieschermen onder van Barco en het overgrote deel van Vlaamse exportproducten die bij ons nochtans gecatalogiseerd worden als defensiegerelateerd. 60 % van al het vanuit Vlaanderen uitgevoerde ‘militaire’ materieel komt niet voor op de EU-lijst van militaire goederen. Door onze in heel de wereld unieke catch-all-clausule, waarbij niet de aard van de levering, maar de bestemmeling de vergunning verplicht maakt, zwelt de Vlaamse wapenexport buiten alle proporties in officiële statistieken.
“Vermits voor zowat alles een vergunning nodig is, stijgt het aantal Vlaamse wapenvergunningen explosief. Op de duur krijgt alles bij ons het etiket ‘wapen’ opgeplakt. De catch-all-clausule maakt dat om het even welk Vlaams exportproduct daaronder kan vallen”, zegt Marc Fonteyne, onafhankelijk consulent voor ruimte- en luchtvaarttechnologie. “Met als gevolg dat een ambtenaar met een al te voorzichtige interpretatie je product voor onbepaalde tijd kan tegenhouden.”
Zo krijgt Aleris uit Duffel geen uitvoervergunning naar Pakistan voor aluminiumstaven. Engineered Pressure Systems International (EPSI) uit Temse kreeg in 2004 een uitvoerverbod voor isostatische persen naar Iran. Onafhankelijk onderzoek door de faculteit ingenieurswetenschappen van de Universiteit Gent toonde drie jaar later aan dat er geen exportvergunning vereist was. “Probeer in zo’n context maar aan internationale technologische samenwerking te doen, zelfs onder bondgenoten”, zegt Fonteyne.
Het bedrijf Mol uit Hooglede exporteerde onlangs voor 56 miljoen euro aan de Britse firma BEA Landsystems. De Britse overheid leverde een IIC-certificaat af, waardoor ze garandeert dat de geleverde goederen niet doorgevoerd worden naar dictatoriale regimes. Omdat Saoedi-Arabië de eindgebruiker was, protesteerden vredesactivisten. Varec uit Mechelen heeft hetzelfde probleem met de levering van rupsbanden aan Turkije (IIC-certificaat met Saoedi-Arabië als eindgebruiker).
“Onze EU-partners om de eindgebruiker vragen, is harakiri plegen”, zegt Guy Putman van Barco Avionics. “De Britten bijvoorbeeld zullen ons snel antwoorden: als jullie ons niet vertrouwen, kopen we ergens anders.”
Bij de discussie rond Mol concludeerde Vlaams minister Patricia Ceysens (Open Vld), in lijn met de huidige wetgeving.: “Wanneer een bevriend land uit de Europese Unie een IIC aflevert, kan Vlaanderen toch geen bijkomende verplichtingen opleggen.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier